‘Europa moet een einde maken aan het meten met twee maten bij de export van giftige pesticiden’

Marcos A. Orellana en Olivier De Schutter

24 juni 2025
Opinie

VN-rapporteurs roepen EU op om geen schadelijke pesticiden meer te exporteren

‘Europa moet een einde maken aan het meten met twee maten bij de export van giftige pesticiden’

Elk jaar worden tienduizenden tonnen zeer gevaarlijke pesticiden die in de Europese Unie verboden voor gebruik zijn, toch geproduceerd voor de export. Deze weerzinwekkende dubbele standaard is een vorm van uitbuiting op de akkers van het Zuiden, schrijven VN-rapporteurs Marcos A. Orellana en Olivier De Schutter. ‘Terwijl arbeiders en hun gezinnen lijden, profiteren de fabrikanten van pesticiden.’ 

In 2020 publiceerde de Europese Commissie een strategie voor chemische stoffen die beloofde een einde te maken aan deze cynische praktijk. Toch heeft ze nog geen wetgeving voorgesteld om haar belofte waar te maken. 

De erkenning dat een lichaam hetzelfde is voor elk lid van de menselijke familie, ongeacht woonplaats of huidskleur, zou moeten leiden tot een effectief verbod op de export van verboden pesticiden. 

De morele noodzaak voor een verbod op de export van verboden pesticiden is duidelijk. De export vanuit Europa van verboden pesticiden brengt ernstige schade toe aan individuen en gemeenschappen in ontwikkelingslanden.

De Europese praktijk van het exporteren van verboden pesticiden is een flagrante schending van deze fundamentele rechten. 

Blootstelling aan gevaarlijke pesticiden veroorzaakt onder andere kanker, onvruchtbaarheid, diabetes, neurologische aandoeningen zoals Parkinson en Alzheimer, en stoornissen in het endocriene en immuunsysteem. Het treft volwassenen, maar ook pasgeborenen, en veroorzaakt aangeboren afwijkingen en aangeboren misvormingen, evenals neurologische ontwikkelingsstoornissen waaronder een verminderd intelligentiequotiënt. 

Mensen hebben recht op gezondheid en een waardig leven. De Europese praktijk van het exporteren van verboden pesticiden is een flagrante schending van deze fundamentele rechten. 

Bepaalde actoren in de industrie hebben soms beweerd dat als werknemers persoonlijke beschermingsmiddelen zouden gebruiken, de verboden pesticiden veilig gebruikt zouden kunnen worden. Dit gaat voorbij aan het feit dat dergelijke uitrusting meestal niet beschikbaar of toegankelijk is, vooral voor arbeiders die in armoede leven, en dat de hoge temperaturen op de velden het gebruik van beschermende kleding vaak onmogelijk maken.

Dit argument legt ook de last bij de zwakste schakel van de agrarische waardeketen. En het gaat voorbij aan de gevolgen voor het ecosysteem, vooral voor bestuivers en het verlies aan biodiversiteit. 

Sommige regeringen hebben aangevoerd dat elk land soeverein is om te beslissen wat het importeert. Dit argument gaat voorbij aan het gebrek aan capaciteit van de meeste ontwikkelingslanden om de informatie te beheren die nodig is om dergelijke beslissingen te nemen.

Het gaat ook voorbij aan de verplichtingen van staten op het gebied van mensenrechten met betrekking tot de voorzienbare gevolgen van hun gedrag in andere landen. Bovendien gaat dit argument voorbij aan het feit dat in staten met zwak bestuur soevereiniteit vaak in handen komt van en ten dienste staat van bedrijfsbelangen, onder andere door corruptie, ten koste van mensenrechten en voedselproductie voor de lokale bevolking.  

Bepaalde actoren hebben ook aangevoerd dat een Europees verbod op de export van verboden pesticiden de productie simpelweg naar elders zou verplaatsen, waardoor de Europese industrie inkomsten misloopt zonder dat het probleem wordt opgelost. Dit argument is moreel onhoudbaar. Als men dit argument volgt, zou dat het einde van arbeidsbescherming, sociale zekerheid, de afschaffing van slavernij en vele andere zwaar bevochten mensenrechten rechtvaardigen. 

Echt leiderschap vereist dat je de economische kosten op korte termijn onder ogen ziet om het juiste te doen. Kosten op de korte termijn zijn een gok op de lange termijn: een exportverbod op verboden pesticiden zou innovatie voor veilige alternatieven stimuleren, wat leidt tot de economische voordelen van nieuwe markten voor pioniers. 

Een op mensenrechten gebaseerde benadering betekent vastberaden actie om een einde te maken aan de dubbele standaarden. Hoewel het VN-verdrag inzake de Rechten van het Kind het recht van elk kind erkent om in een schoon, gezond en duurzaam milieu te leven, hebben kinderen gezien hun neurologische ontwikkelingsfase zwaar te lijden onder blootstelling aan gevaarlijke pesticiden. Dit omvat ook het sproeien van zeer gevaarlijke pesticiden vanuit de lucht en op andere manieren boven of rond scholen, waardoor de onderwijskansen verder worden ondermijnd. 

Alle landen zouden moeten samenwerken om de export van verboden pesticiden te verbieden en het recht op een gifvrij milieu te handhaven.

De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) heeft een gezond milieu ook erkend als een fundamenteel recht en principe op het werk. In de pesticidenatlas van de Heinrich Böll Stichting wordt echter geschat dat elk jaar tienduizenden werknemers sterven en 350 miljoen werknemers ziek worden. De schade is dus wijdverspreid, systematisch en ernstig en treft zelfs toekomstige generaties.  

Alle landen zouden moeten samenwerken om de export van verboden pesticiden te verbieden en het recht op een gifvrij milieu te handhaven. Maar verandering vereist visie en morele overtuiging.  

Sommige Europese landen zoals België en Frankrijk namen het voortouw om deze weerzinwekkende praktijk te verbieden. Europese instellingen moeten ook op regionaal niveau leiderschap tonen en actie ondernemen om de export van verboden pesticiden te verbieden. 

Marcos A. Orellana is Speciale VN-rapporteur over giftige stoffen en mensenrechten. Olivier De Schutter is Speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten.