‘Welke prijs betaal je om humanitaire hulpverleners te vermoorden?’

Christopher Lockyear (Artsen Zonder Grenzen)

29 mei 2025
Opinie

Betekenisvolle internationale reacties blijven uit

‘Welke prijs betaal je om humanitaire hulpverleners te vermoorden?’

‘De recente aanvallen op humanitaire en medische hulpverleners in verschillende landen zijn buitengewoon ernstig’, schrijft Christopher Lockyear, secretaris-generaal van Artsen Zonder Grenzen. Hij roept iedereen ‘die nog in menselijkheid en solidariteit gelooft op om deze aanvallen krachtig te veroordelen.

Op zaterdag 3 mei werden we bij Artsen Zonder Grenzen (AZG) in shock, in rouw en verontwaardigd wakker. Ons ziekenhuis in Old Fangak, Zuid-Soedan, was aangevallen: een gevechtshelikopter verwoestte de apotheek, waarna artillerievuur volgde en drones de markt bombardeerden. Patiënten en personeel vluchtten, terwijl granaatscherven door het ziekenhuis vlogen. Het was angstaanjagend – en een duidelijke schending van het internationaal humanitair recht.

Dezelfde emoties grepen ons bij de keel bij het nieuws van twee andere gruwelijke aanvallen waarbij medisch personeel om het leven kwam in de afgelopen weken:

Op 23 maart doodde het Israëlische leger in Gaza 15 mensen, onder wie acht medewerkers van de Palestijnse Rode Halve Maan (PRCS). Acht dagen later werden hun lichamen en vernielde voertuigen gevonden in een massagraf. Uit video's bleek dat de aanval opzettelijk uitgevoerd werd op duidelijk herkenbaar medisch personeel en ambulances. En de Gazastrook moest het toen al een maand lang stellen zonder humanitaire hulp, een totale belegering die tot op vandaag in stand gehouden wordt.

Op 11 april werden in het Zamzam-vluchtelingenkamp, in Noord-Darfur in Soedan, negen medische hulpverleners van de humanitaire organisatie Relief International op meedogenloos om het leven gebracht toen soldaten van de Rapid Support Forces tijdens hun aanval op het kamp een kliniek binnenvielen – de laatste die nog open was.

Dit zijn slechts de meest recente en bijzonder schokkende voorbeelden van aanvallen op medisch en humanitair personeel wereldwijd. We hebben ook gruwelijke aanvallen gezien in onder meer Oekraïne, Haïti en de Democratische Republiek Congo. Of ze nu rechtstreeks gericht zijn tegen personeel of ziekenhuizen van Artsen Zonder Grenzen of van andere organisaties, wij – humanitaire hulpverleners – voelen ons aangevallen.

We delen het verdriet van al onze medische en humanitaire collega's die samen met ons werken en met dezelfde urgentie zorg verlenen aan zieke en gewonde mensen.

Door het uitblijven van een betekenisvolle internationale reactie lijkt het ons dat het uitvoeren van deze aanslagen voor de daders steeds minder consequenties heeft.

Deze recente aanvallen op humanitaire en medische hulpverleners zijn buitengewoon ernstig – niet alleen vanwege hun brutaliteit en het aantal slachtoffers, maar ook vanwege de diepe onverschilligheid die erop volgde. Afgezien van verklaringen van de Verenigde Naties en geïsoleerde oproepen van enkele staten – zoals het verzoek van het Verenigd Koninkrijk om een onderzoek naar de aanvallen in Gaza, of de reactie van Frankrijk na de aanval op het ziekenhuis in Old Fangak – is er geen sprake van wereldwijde verontwaardiging.

Er is geen sterk politiek momentum en zeker geen concrete actie tegen de daders. Verbale veroordelingen klinken hol zonder echte gevolgen.

Het voelt bijna zinloos om te vragen: wat verhindert dat dit opnieuw gebeurt... zelfs morgen?

Al zulke aanvallen moeten krachtig en ondubbelzinnig worden veroordeeld. We zouden emotie, mobilisatie en een krachtige reactie moeten verwachten. Automatisch zouden er onafhankelijk onderzoeken moeten worden ingesteld om de verantwoordelijken te identificeren en bestaande wetten en internationale verdragen moeten worden toegepast – hun handhaving kan geen deel uitmaken van onderhandelingen of compromissen.

Families en collega's van de slachtoffers moeten rechtvaardigheid krijgen en politieke actoren die dergelijke aanvallen tolereren, mogelijk maken of zelfs actief aanmoedigen moeten onder concrete druk gezet worden.

Door het uitblijven van een betekenisvolle internationale reactie lijkt het ons dat het uitvoeren van deze aanslagen voor de daders steeds minder consequenties heeft. Welke politieke, juridische, economische, sociale of morele prijs betalen zij? En welke staat, instantie of instelling is echt bereid en vastbesloten om hen ter verantwoording te roepen?

Het moet ondenkbaar zijn dat het doden van humanitaire hulpverleners of medisch personeel – mensen die hun leven riskeren om zorg te verlenen – weinig of geen gevolgen heeft. Het gaat hier niet alleen om het behoud van de uitvoerbaarheid van ons werk, maar ook om het verdedigen van fundamentele waarden als solidariteit en empathie.

Laat ik duidelijk zijn: aanvallen op gezondheidswerkers en hulpverleners zijn niet nieuw. We verlangen niet naar een mythisch “gouden tijdperk” waarin ons werk alom werd gerespecteerd en onze veiligheid gewaarborgd was. Integendeel, AZG heeft dergelijke aanvallen altijd veroordeeld en opgeroepen tot verandering.

In 2016, na een golf van aanvallen op onze medewerkers – waaronder de Amerikaanse bombardementen op het ziekenhuis van Kunduz in Afghanistan – en te midden van systematische campagnes tegen ziekenhuizen in Syrië en Jemen, hebben we onze steun uitgesproken voor de aanneming van VN-resolutie 2286, die gewonden en zieken, medisch personeel en humanitaire hulpverleners in gewapende conflicten beschermt. Toch moeten we vandaag echter vaststellen dat het effect ervan rampzalig beperkt blijft.

We staan niet alleen in deze strijd. Het Internationale Comité van het Rode Kruis zet zijn campagne “Gezondheidszorg in gevaar” voort. In 2024 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 2730 aangenomen – op initiatief van Zwitserland – waarin alle staten worden opgeroepen humanitaire hulpverleners te respecteren en te beschermen.

In datzelfde jaar heeft een interministeriële groep uit Australië, Brazilië, Colombia, Indonesië, Japan, Jordanië, Sierra Leone, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk een gezamenlijke verklaring afgelegd waarin zij zich ertoe verbinden een nieuwe verklaring voor de bescherming van humanitair personeel op te stellen.

Maar deze gezamenlijke inspanningen hebben tot nu toe geen resultaat opgeleverd. We hebben niet de transparantie, verantwoordingsplicht en verandering gezien die we hadden mogen verwachten. Het is zelfs zeldzaam dat de daders hun daden erkennen.

De dood en verwonding van medische en humanitaire hulpverleners maken vaak deel uit van een breder, even schokkend en onaanvaardbaar patroon van willekeurig – en zelfs opzettelijk – geweld tegen de gemeenschappen die zij dienen.

In Gaza zijn volgens lokale autoriteiten sinds 7 oktober 2023 meer dan 52.000 mensen gedood. In Soedan is het onmogelijk om een realistische schatting te maken van het aantal burgerslachtoffers, hoewel studies suggereren dat het om honderdduizenden gaat.

Wij roepen iedereen die nog in menselijkheid en solidariteit gelooft op om deze aanvallen krachtig te veroordelen.

Vandaag, nu multilaterale organisaties, de Verenigde Naties en juridische instellingen worden geconfronteerd met ongeziene aanvallen – onderlijnd door het groeiende aantal landen dat zich tegen het Internationaal Strafhof verzet – is er niet alleen sprake van een gebrek aan politieke druk of gerechtigheid, maar van een opzettelijke ontmanteling van de kanalen voor verantwoordingsplicht en verandering.

Wij roepen iedereen die nog in menselijkheid en solidariteit gelooft op om deze aanvallen krachtig te veroordelen. Wij hebben hen nodig, waar zij ook zijn, om zich te verenigen en zich achter hernieuwde oproepen tot juridische en politieke verantwoordingsplicht te scharen. Burgers moeten eisen dat staten die beweren internationale verdragen en overeenkomsten na te leven, concrete politieke maatregelen nemen en politieke druk uitoefenen om een einde te maken aan de normalisering en het verdoezelen van aanvallen op gezondheidswerkers en humanitaire hulpverleners – in Gaza, Soedan, Zuid-Soedan en overal ter wereld.

Nu meer dan ooit moeten de strijdende partijen – en de staten die hen politiek, economisch of militair steunen – erkennen dat het aanvallen en doden van humanitaire hulpverleners een aanslag is op de waarden waarvoor zij staan.

Het doden van humanitaire hulpverleners mag niet alleen kostbaar zijn, het moet volstrekt onbetaalbaar zijn.

Christopher Lockyear is secretaris-generaal van Artsen Zonder Grenzen (AZG). Deze opinie werd eerst gepubliceerd op swissinfo.

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in