De Amerikaanse Senaat heeft deze week een controversieel nucleair verdrag met India goedgekeurd dat onder grote druk van het bedrijfsleven tot stand is gekomen. Critici noemen dit een klap voor de jarenlange pogingen om de verspreiding van kernwapens tegen te gaan.

Nu de Verenigde Staten en China in Afrika azen op de voorraden olie en andere grondstoffen, is het noodzaak dat beide landen hun beleid beter op elkaar afstemmen. Dat draag bij aan politieke stabiliteit en efficiënte ontwikkelingshulp.

De Amerikaanse regering staat onder toenemende druk om de hulp aan Pakistan gevoelig op te drijven. De grootste bedreiging voor de Verenigde Staten blijkt immers uit het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan te komen.

Nu de het nucleaire akkoord tussen de Verenigde Staten en India een cruciale stemming in het Amerikaanse Congres nadert, blijft het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) in Wenen dwarsliggen.

De Verenigde Staten stimuleren de Aziatische landen om over te schakelen op schone energie. Ze hopen zo de verwachte toename van CO2-uitstoot in de sterkst groeiende regio ter wereld tegen te gaan. Ironisch, vindt Azië en vooral China, want Amerika probeert onder haar verantwoordelijkheid in eigen land uit te komen.

De Amerikaanse regering is bereid om de stemmenverdeling bij het Internationaal Monetair Fonds zo te wijzigen dat Aziatische groeilanden meer te zeggen krijgen. Maar waarnemers waarschuwen dat het gaat om een doorzichtige poging om de oprichting van een Aziatisch monetair fonds te verhinderen en toch de Amerikaanse dominantie te behouden.

Vietnam is woedend over de beslissing van de Amerikaanse regering om een dam op te werpen tegen de handel in Vietnamese meerval. De smakelijke vis was de laatste jaren uitgegroeid tot hét exportproduct van Hanoi. Vorig jaar verkochten Vietnamese bedrijven voor 55 miljoen dollar meerval in de VS, goed voor een derde van de totale visexport van Vietn ...