Een frisse lente in Pristina

Na vier jaar onafhankelijkheid blijft in Europa’s jongste staat, de Republiek Kosovo, de vertwijfeling over de toekomst groot. Net als buurland Servië, is Kosovo verdeeld tussen een toekomst binnen de Europese Gemeenschap en een verleden van nationalistische sentimenten. In welke richting de wijzer uitslaat hangt voornamelijk af van het economische perspectief dat aan de Kosovaren kan worden aangereikt.

  • Thomas Auman De vlaggen aan de universiteitsbibliotheek van Pristina hangen netjes op volgorde. Een Europese vlag is nauwelijks zichtbaar in Pristina. Cyprus, Griekenland, Roemenië, Slowakije en Spanje zijn nog steeds niet van plan om Kosovo als onafhankelijk land te erkennen. Thomas Auman
  • Thomas Auman Achter de rug van Bill Clinton ijvert de links-nationalistische beweging Vetëvendosje! (Zelfbeschikking!) voor minder buitenlandse bemoeienissen en meer inspraak van de eigen bevolking. Vetëvendosje! wil onder meer een referendum over een unie met Albanië en een boycot van Servische goederen zolang Servië dat doet met Kosovaarse goederen. Thomas Auman
  • Thomas Auman De Dukagjini Group, die zowat de ganse Kosovaarse economie in handen heeft, bouwt aan het eind van Bill Clinton Boulevard een World Trade Center. 'De zakelijke aantrekkingskracht van Kosovo is dat we beginnen bij nul en we alles nodig hebben. Exporteurs, importeurs, retailers, noem maar op.' Voorbarig wordt honderd meter verder gebouwd aan wat de hoogste skyscraper van de Balkan moet worden. Nog vijf soortgelijke megaprojecten staan op stapel. Thomas Auman
  • Thomas Auman Oppositie en meerderheid vinden elkaar in de straten van Pristina. “Kosovo werkt voor zichzelf, niet voor de EU” verklaarde premier Hashim Thaci begin mei na een kille ontvangst te Brussel. 'Het gehele Europese hervormingsproces in Kosovo is er niet om de EU te dienen, maar om van Kosovo een Europees land te maken.' Thomas Auman
  • Thomas Auman Vetëvendosje! beschouwt de EULEX-missie als een experimentele safari van de EU waarbij de bevolking de gevolgen draagt van de mislukkingen die EULEX opstapelt. Thomas Auman
  • Thomas Auman Op het Merelveld herinneren duizenden nationalistische Serviërs samen met leden van de Servische regering en de Servisch-Orthodoxe kerk, de Albanese Kosovaren er jaarlijks aan dat Kosovo 'het hart van Servië' is. Ook een Russische delegatie vindt de weg. Rusland vindt dat Servië geen reden heeft om Kosovo als land te erkennen. Thomas Auman
  • Thomas Auman Op een boogscheut van het Servische gedenkmonument bevindt zich de tombe van Sultan Murad’s vaandeldrager. Tijdens de mythische strijd op het Merelveld verloren zowel de Servische Tsar Lazar als de Ottomaanse Sultan Murad I het leven. Thomas Auman

Gedwongen vrijheid

21 mei, 2012. Tegen de verwachtingen in wint Tomislav Nikolić na een tweede ronde de Servische presidentsverkiezing. Nikolić, een voormalig lid van de Servisch Radicale Partij, was tijdens de oorlog om Kosovo de rechterhand van Slobodan Milošević. Er gaan geruchten dat Nikolić deelnam aan paramilitaire operaties tijdens de oorlog met Kroatië. Hij was destijds wel in Oost-Kroatië, geeft hij toe, ‘maar burgers laten doodschieten, dat heb ik niet gedaan.’ Aldus de nieuwe Servische president.

In 2011 nog trachtte Nikolić de regering van zijn rivaal Boris Tadić tot verkiezingen te dwingen door in hongerstaking te gaan. Nikolić ziet zichzelf als ‘een gematigd nationalist.’ In Servië wordt de nieuwe president uitbundig gevierd. In Brussel krabt men zich in de haren, in Pristina haalt men de schouders op. ‘Tadić of Nikolić, wat maakt het uit.’ Over Kosovo waren beide kandidaten het roerend eens. ‘Kosovo erkennen als land: nooit.’

Een frisse lente in Pristina

Ik besluit een wandeling door de stad te maken, richting Het Merelveld. Het episch centrum van de politieke aardbevingen die dit stukje Europa al eeuwen door elkaar schudt. Op het Merelveld leed het Servische leger een nederlaag tegen de Ottomanen met als gevolg 500 jaar Ottomaanse overheersing in Zuidoost-Europa.

Ook in de Servische enclaves in Kosovo liet de internationale gemeenschap toe dat er werd gestemd voor de presidentsverkiezingen. Desondanks benadrukte de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) dat de stemming van de Servische gemeenschap in Kosovo geen enkele invloed mag en zal hebben op de uitslag. Een voorzichtige en onduidelijke strategie om de integratie van de Servische Kosovaren in hun land te bewerkstelligen. Paradoxaal genoeg wordt de segregatie tussen Serviërs en Albanezen door deze strategie verder bestendigd.

Niks nieuws onder de zon

Tijdens de zware etnische rellen in 2004 stonden KFOR-soldaten letterlijk te kijken hoe Servisch erfgoed in de fik werd gestoken. Door het onduidelijke en beperkt mandaat dat UNMIK (United Nations Mission in Kosovo) kreeg, kon men van nul af aan beginnen.

De graffiti in het straatbeeld van Pristina liegt er niet om: EULEX met een groot kruis door. Niet iedereen is gelukkig met de aanwezigheid van EULEX, de Europese politiemacht die van Kosovo een goed werkende rechtsstaat tracht te maken. Nochtans, de zwaarbewapende en in bivakmuts getooide agenten die me voorbij razen gaan heus niet achter een snelheidsduivel aan.

‘EULEX, product of Serbia’, luidt een andere graffiti. Vooral in Noord-Mitrovica raakt men de criminaliteit maar niet de baas. Tijdens hun laatste actie arresteerde EULEX zes Kosovaarse Albanezen die lid zijn van een criminele organisatie geleid door Zvonko Veselinović. Een Serviër. Criminaliteit kent geen etnische grenzen, enkel wanneer men er baat bij heeft.

Het sporadisch geweld in Noord-Mitrovića vindt meer inspiratie bij criminele organisaties dan bij etnische kwesties. Criminele organisaties hebben er alle baat bij dat Noord-Mitrovića een stukje niemandsland blijft waar geen enkele overheid vat op krijgt. De parallelle structuren in de enclaves, het krampachtige vasthouden aan de Servische munt, de eigen nummerplaten enzomeer, worden bekostigd door Belgrado. Een vergiftigd geschenk voor de Servische en Albanese man in de straten van Mitrovica.

Groot-Albanië

Zonder de tienduizend medewerkers van EULEX, UNMIK, de OVSE en nog een handvol andere organisaties redt Kosovo het niet. En daar wringt nu net het schoentje. De droom van een groot-Albanië is volgens sommige waarnemers springlevend. De demografische tendens bij de Albanese bevolking helpt die droom verder.

‘Kijk naar Macedonië’ zegt Raymond Detrez, verbonden aan de Universiteit Gent en de Katholieke Universiteit Leuven als autoriteit in de geschiedenis en actualiteit van Zuidoost-Europa. ‘Daar zullen de Albanezen vanaf 2025 de overhand hebben.’ In maart kwam het opnieuw tot rellen tussen de Albanese minderheid en de, voorlopig, Slavische meerderheid.

‘EULEKSPERIMENT’, spot een andere grafitti. En inderdaad, Kosovo voelt aan als een gekunstelde constructie. Een tussenstap naar de groot-Albanese droom. Het Albanees nationalisme valt niet te stuiten.

Veilig

Ik wandel voorbij het hoofdkwartier van UNMIK in hartje Pristina. ‘Civilians clear your weapons here.’ Een overbodige uitnodiging. Pristina is veiliger dan pakweg Stockholm, een van de veiligste plaatsen van Europa. In België haalde Kosovo nipt de vernieuwde ‘lijst van veilige landen’. Dat zijn landen waarvan asielzoekers vanaf nu weinig kans maken op asiel. Een kabinetsmedewerker van Laurette Onkelinx ‘voelde zich er niet veilig’. Mogelijk maakte hij kennis met de verkeerschaos in Pristina.

Een wagen van de Tobacco Company haalt op het voetpad een aftandse stadsbus in. Die doen hier gouden zaakjes. Jongeren slenteren voorbij UNMIK, onderweg naar de universiteit terwijl een auto met diplomatieke nummerplaat grondig wordt gecontroleerd op springtuig.

De jongeren zijn het beu. Ze willen studeren en reizen. Naar Duitsland, of als het even kan, naar de Verenigde Staten. Ze verkiezen hiphop boven de opzwepende tallave-muziek van hun ouders. In België verdien je al gauw tweeduizend euro in de maand, denken ze. ‘Tja, ik niet’, werp ik tegen. ‘Ik ben geen international.’ Ongeloof maakt plaats voor verwondering wanneer ik zeg dat ik gewoon een bezoeker ben.

Big politics, little economy

Een KFOR-soldaat haalt het machinegeweer van de schouder en ploft neer op een terras in de Moeder Teresastraat, de slenterstraat van de stad. ‘Een viersterren missie hebben wij hier’, hoor ik in de bar waar de vetbetaalde internationalen elkaar ontmoeten. De huurprijzen zijn door hun aanwezigheid te hoog voor de bevolking. Driehonderd euro huur is veel als je het moet rooien met een gemiddeld maandloon van 250 euro. Een flat delen is voor velen de enige oplossing.

Een taxichauffeur zegt dat hij met tweehonderd euro zeven mensen moet onderhouden. ‘Big politics, little economy. Geen economische strategie, geen sociaal plan en wie het kan, is corrupt.’ Ik betaal de man met een flinterdun vijf euro-biljet. Het geld is oud en versleten en met een biljet groter dan 20 euro is het hier maar moeilijk betalen.

Behalve een hoop hotels, bars en winkels die de internationale gemeenschap moet bedienen is hier geen duurzame economie. Nochtans bracht het IMF positieve groeicijfers. De internationale crisis heeft Kosovo niet aangetast. Relatief, dat goed nieuws. Kosovo blijft een gesloten land. Aan de stadsrand wordt gewerkt aan megalomane bouwprojecten. Privé-initiatieven die de bevolking niet ten goede zullen komen. De rest van de stad is uitgehold.

Elke steen van de voetpaden die ik bewandel is kapot. Het verleden herstellen, dat doet men hier niet zo gauw. Een man vertelt, zoals zovelen hier, jaren in Duitsland te hebben gewerkt. Zijn kinderen zijn daar geboren en hebben een Duits paspoort. Toch laat Duitsland hen niet toe als resident. ‘Europa wil ons niet, we zullen er nooit bijhoren. Een verdeeld Europa of een verenigd Albanië, wat zou het best zijn voor ons denkt u?’

Eeuwig treuren om Het Merelveld

Ik laat de stad achter me, op zoek naar het monument op het Merelveld waar Milošević in 1989 een miljoen Serviërs verzamelde en hen er aan herinnerde dat de strijd van de Serviërs nog niet is gestreden. Ik bedenk me hoe Milošević het klaarspeelde om hier gelijktijdig een superioriteitsgevoel en die eeuwige Servische slachtofferrol aan de Serviërs te doen slikken. Een geniaal maar waanzinnig recept. 

Het Merelveld zuigt je letterlijk op. De natte kleibodem blijft loodzwaar aan de schoenen kleven. Milošević’ preekstoel is verlaten. De kat van de twee Servische bewakingsagenten denkt er even aan zich tegen m’n voeten te vleien, ziet de modder en bedenkt zich. Ik kijk met de bewakers over Het Merelveld. ‘Mooi’, zeg ik. ‘Peaceful’. De agent kijkt me aan met een bedenkelijke blik.

Tijdens mijn verblijf nog, staken Albanezen in Drenovac twee huizen in brand van Serviërs die eraan dachten terug te keren naar hun thuis. ‘Serviërs hier niet welkom’, staat op de smeulende ruïne te lezen. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken uitte onlangs nog zijn ‘grote bezorgdheid over de mensenrechten in Kosovo.’ Ondertussen baten ze in het zuidoosten van Kosovo hun belangrijkste legerbasis in Europa uit. Geostrategische redenen wegen zwaarder dan de Kosovaarse kwestie. De Verenigde Staten zijn er meermaals van beschuldigd het kamp te gebruiken als een verlengstuk van Guantanamo. In Kosovo leest men ook de krant.

Ik probeer het nog eens. ‘ik bedoel, mooie natuur hier… in België kennen we dit soort ruimte niet meer. Alles staat vol industrie, huizen en de rest is snelweg’. De agent wijst naar de zware donkere rook die opstijgt uit een elektriciteitscentrale. ‘Ja, natuur genoeg, maar dit is de enige industrie die wij hebben. Jullie hebben werk, geld, een leven. Mijn leven bestaat eruit om 12 uur per dag dit verdoemde monument te bewaken.’

Toevallig loop ik later een ingenieur van de centrale tegen het lijf die maandelijks 560 euro verdient in de maand. Niet slecht als je geen vier studerende kinderen moet onderhouden. Ik hoop samen met de agenten dat de toekomst beter voor ze wordt. Nog een jaar of tien, hopen de meesten. Maar ze twijfelen.

Ik nader terug de stadsrand. Bill Clinton wuift me welkom. Een paar legervoertuigen, die zo lijken weggelopen uit de cultfilm Mad Max snellen me voorbij op de snelweg naar Mitrovica. Enkele helikopters maken cirkeltjes boven de KFOR-basis. Duur speelgoed.

Rechts zie ik een uitgebrande Servische kerk. Enkel de doden bleven achter in een overwoekerd kerkhof. Een Roma-jongen raapt tussen de restanten van de kerk wat oud ijzer bij elkaar. Redden wat er te redden valt. Hier heft allang geen hond meer de kop voor op. Links van me een megalomane bouwwerf. Een business- en shoppingmall moet het worden. Tenminste, als het project ooit beëindigd wordt. Een vrachtwagen met Servische nummerplaat levert betonplaten. Zonder elkaar redden ze het niet. Gedoemd om met elkaar te leven.

Eén enkele zonnestraal prikt door de donkergrijze wolkenmassa. Een frisse lente in Pristina.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.