'Stille Oceaan moet voedselcrisis als kans aangrijpen'

“Er is een groot potentieel voor landbouw”, zegt Biman Prasad, ontwikkelingseconoom aan de Universiteit van de Stille Zuidzee. “Maar dan moet er wel steun zijn voor betere infrastructuur en betere marketing om de productie en de exporten te versterken. Plattelandsinkomens zullen dan stijgen en de voedselzekerheid zal verbeteren.”
Importvoedsel
Terwijl sommige atollen, met hun arme grond, niet veel verder kunnen komen dan broodvrucht, taro en kokosnoot, zijn er ook grotere vulkanische landen met vruchtbare bodem en veel water. Maar de bewoners zijn in de laatste decennia volledig afhankelijk geworden van geïmporteerde rijst, bloem en noedels, stelde het secretariaat van de Pacifische Gemeenschap op de Wereldvoedseltop in Rome vorige week. In combinatie met de enorme afstanden zijn de bewoners erg kwetsbaar geworden voor stijgingen van de voedsel- en olieprijs. Ook groente en fruit wordt steeds meer geïmporteerd. Daardoor is de teelt van lokale vruchten in het slop geraakt.
De Aziatische Ontwikkelingsbank (AOB) voorspelde onlangs dat een additionele 5 procent van de bevolking, zo’n 50.000 mensen, door de prijsstijgingen in armoede geraakt. Dat is nog conservatief geschat, zegt Prasad, want alleen al in Fiji loopt 30 procent van de bevolking het risico op armoede, naast de 28 Fijiërs die nu al in de categorie ‘arm’ vallen. “En Fiji is nog het meest ontwikkelde land in de hele regio. Als regeringen niets doen, zullen veel mensen in armoede vervallen.”
De afhankelijkheid van importvoedsel heeft ook de gezondheidssituatie verslechterd, zei president Manny Mori van de Federale Staten van Micronesië onlangs. Er is heel veel diabetes en obesitas. “Onze kinderen hebben te lang geleefd op rijst omdat dat handig was. We hebben gefaald in het bijbrengen van waardering voor ons eigen voedsel.”
Kans
Volgens Prasad bieden de stijgende prijzen in Australië en Nieuw-Zeeland een kans. “Landen als Fiji, Papua Nieuw-Guinea, Solomoneilanden en Vanuatu – en in mindere mate ook Samoa en Tonga – kunnen fruit, groente, rijst, suiker, gember, taro en tapioca exporteren naar deze landen.” Er moet een strategie komen waarin wordt aangewezen in welke goederen de regio een comparatief voordeel heeft.
“De focus moet komen te liggen op landbouwexport. Voedselproductie kan zowel de binnenlandse consumptie als de export doen groeien. Alleen dat garandeert een duurzame landbouwproductie”, aldus Prasad.
Mahendra Chaudhry, interimminister van Financiën van Fiji, riep de AOB tijdens een bijeenkomst in Madrid op om zich ook te richten op de ontwikkeling van de landbouw, met het oog op het beteugelen van inflatie door hoge olieprijzen. “Voedselzekerheid moet centraal komen te staan in de ontwikkelingsdoelen van onze landen. Daar moet de Bank bij helpen”, zei hij.