María Fernanda Espinosa: ‘Het klimaat is geen thema van rechts of links, het is een overlevingskwestie’


Interview

Pleidooi voor een nieuw model van klimaatoverleg

María Fernanda Espinosa: ‘Het klimaat is geen thema van rechts of links, het is een overlevingskwestie’


Deze week gaat de klimaatconferentie COP30 van start in het Braziliaanse Belém. Maar volgens de Ecuadoraanse oud-politica en gedreven diplomate María Fernanda Espinosa zijn zulke massabijeenkomsten niet de juiste formule om de klimaatcrisis aan te pakken. ‘Op een samenkomst van 80.000 mensen kan je geen beleid uitwerken.’

‘De klimaatcrisis gaat over ons welzijn, onze veiligheid en ons voortbestaan op deze planeet.’ María Fernanda Espinosa aarzelt niet over de urgentie. ‘Het is een alomvattende problematiek die alle andere crisissen waar we momenteel in verwikkeld zijn veel erger maakt.’

Toch reist ze zelf niet af naar het Braziliaanse Belém, waar deze week de klimaatconferentie COP30 van start gaat. ‘We moeten het model voor klimaatoverleg dringend herzien’, meent ze. ‘Op een samenkomst van 80.000 mensen kan je geen beleid uitwerken.’

Espinosa is directeur van het GWL Voices (Global Women Leaders, een internationale ngo die zich inzet voor gendergelijkheid) en president van het armoedebestrijdingsnetwerk Cities Alliance. Ze heeft een lange staat van dienst in haar eigen land, Ecuador. Daar was ze tweemaal minister van Buitenlandse Zaken. Later zou ze ook dienen als minister van Defensie.

In 2018 werd ze verkozen als voorzitster van de Algemene Vergadering van de VN. Behalve gendergelijkheid en armoede ligt de focus in haar curriculum op milieu en ontwikkeling. MO* sprak Espinosa op een conferentie van Friends of Europe in Brussel en peilde naar haar verwachtingen voor de nakende COP30.

Tien jaar na het historische Parijsakkoord lijkt het klimaatthema helemaal van de politieke agenda verdwenen. De VS zetten opnieuw massaal in op olie en gas en de emissies blijven stijgen. Ziet u ergens wél vooruitgang? 

María Fernanda Espinosa: ‘Na 21 jaar onderhandelen werd in Parijs een akkoord bereikt waarin duidelijke cijfers, doelstellingen en engagementen werden afgesproken voor álle landen om de klimaatcrisis op te lossen. Het Parijsakkoord was een voorbeeld van samenwerking op multilateraal vlak.’

‘Alle 198 leden van de VN hebben een verantwoordelijkheid opgenomen, volgens het principe van de Klimaatconventie. Dat wil zeggen: een gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid. Er werd ook de doelstelling van 1,5°C afgesproken als maximale temperatuurstijging en er werden criteria vastgelegd op het vlak van adaptatie. Voor Latijns-Amerika en de Caraïben is dat heel belangrijk.’

‘Na het Parijsakkoord werd er intens gewerkt aan het Paris Rulebook. Dat bevat de spelregels voor de implementatie van het akkoord. Hoe stel je de klimaatdoelen per land (Nationally Determined Contributions, NDC’s) op? Hoe berekenen we de nodige mitigatie om de temperatuur niet boven de 1,5°C te doen stijgen? Hoe meten we adaptatie?’

‘Op latere COP’s zouden ook een Fonds voor Verlies en Schade of het Groene Klimaatfonds worden opgericht. We hebben vandaag ook veel betere indicatoren, meer hulpmiddelen en meer wetenschappelijke gegevens, aangereikt door het VN-klimaatpanel IPCC. We hebben dus werkelijk een breed en gedetailleerd kader van wat ons te doen staat, hoe we dat moeten doen en welke doelen we moeten halen. Er is alleen één groot probleem: de toepassing van alle afspraken.’

Het blijft allemaal dode letter, bedoelt u?

María Fernanda Espinosa: ‘Er zijn nog enkele belemmeringen. Je moet in de eerste plaats de nodige financiële middelen bij elkaar krijgen. Daarnaast moet je de technologie overdragen aan de landen in ontwikkeling. De industrielanden houden vooralsnog heel erg vast aan het intellectuele eigendomsrecht en aan hun concurrentiekracht. Daar liggen heel wat struikelstenen. En ten slotte moet je ook voldoende capaciteit hebben om de problemen aan te pakken. Er is een crisis in implementatie én een crisis in leiderschap.’

Het ging bijzonder vlot om de gevraagde 5% van het bbp voor de NAVO bijeen te brengen, terwijl men er nooit in geslaagd is de 100 miljard klimaatfinanciering te realiseren, zoals de industrielanden in 2009 afspraken op de COP15 in Kopenhagen.

María Fernanda Espinosa: ‘Ik begrijp deze vraag over investeringen in defensie, ja. Voor Europa is veiligheid een heel belangrijk thema. Alleen, veiligheid en klimaatbeleid zijn niet tegenstrijdig. Het is voor Europa ook belangrijk dat het zijn klimaatagenda en de Green Deal niet verwaarloost.’

’We denken nog te veel dat de klimaatcrisis een milieuprobleem is. Dat is het niet. Het gaat over ontwikkeling, veiligheid, energie, de toevoer van grondstoffen en over gezondheid en welzijn.’

‘Bovendien zijn klimaatrampen zogenaamde crisisvermenigvuldigers. Neem de migratieproblematiek of voedselveiligheid: alles is met elkaar verbonden. Als we de klimaatverstoring niet aanpakken, zal het ook veel moeilijker worden om andere problemen aan te pakken.’

Kunt u dat concreet maken?

María Fernanda Espinosa: ‘Een recent rapport, met de Europese Centrale Bank als co-auteur, kwam tot de vaststelling dat de hittegolf van afgelopen zomer Europa zo’n 43 miljard euro heeft gekost. In de komende drie jaar zal dat naar verwachting drie keer zoveel zijn.’

‘Europa moet aan de wereld de juiste signalen geven. Het straalde altijd geloofwaardigheid en ernst uit en stond erom bekend dat het zijn beloftes hield. Het respect voor de regels en voor het internationaal recht, voorspelbaarheid en betrouwbaarheid: dat is allemaal heel belangrijk om het multilateralisme goed te doen werken.’

Geen politiek debat

Vaak wordt de bezorgdheid om de klimaatverstoring gezien als een links thema. Maar u stelt: het ook gaat over veiligheid en gezondheid.

María Fernanda Espinosa: ‘Het is heel belangrijk om het klimaatthema te depolitiseren. Het is geen thema van rechts of links, het is een overlevingskwestie. In 2024 sloegen 36 miljoen mensen op de vlucht door klimaatrampen. De afgelopen tien jaar kostte extreem weer Latijns-Amerika zo’n 120 miljard dollar. Waterstress zal tegen 2050 een heel ernstig probleem zijn, terwijl megadatacentra gigantisch veel water opslokken.’

‘Het klimaatthema heeft betrekking op de economie, op ontwikkeling, op gezondheid. Wanneer je dat politiseert, fluctueert het mee met de politieke slingerbeweging. Het is geen ideologisch thema, het is gebaseerd op wetenschap en informatie, en het dwingt ons allemaal tot collectieve actie.’ 

Ontgoochelt Europa u op dit ogenblik? 

María Fernanda Espinosa: ‘Ik begrijp de druk die momenteel op Europa rust. Het continent maakt ook een ingewikkelde fiscale crisis door. Net zoals de rest van de wereld heeft het ook geleden onder de covidcrisis. Maar instellingen worden net sterker door te tonen dat ze crisissen het hoofd kunnen bieden. Dat verwachten we van Europa.’ 

‘Voor de COP30 in Brazilië zijn de verwachtingen ten aanzien van Europa hoog gespannen. Maar tot nog toe heeft het de gedetailleerde klimaatplannen per lidstaat, de NDC’s, nog niet ingediend. Het is belangrijk dat die ambitieus zijn. Ook de steun aan ontwikkelingshulp is drastisch gedaald. Toch kijken de landen van het Globale Zuiden vol verwachting uit naar partnerschappen en allianties die zich aandienen voor de toekomst.’

‘De COP30 in Belém is een kans om zulke allianties aan te gaan. Daarnaast is er op 9 en 10 november ook de CELAC-EU top in het Colombiaanse Santa Marta. Ook deze ontmoeting tussen de EU en de landen van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische staten is een kans.’ 

Is Europa nog wel belangrijk voor Latijns-Amerika? 

María Fernanda Espinosa: ‘Het omgekeerde kun je ook zeggen: Latijns-Amerika is ook niet meer belangrijk voor Europa. Toch is het heel belangrijk om de banden nauw aan te halen. We leven in een multipolaire wereld. Het is belangrijk om met iedereen relaties aan te knopen en strategische prioriteiten voor de regio vast te leggen.’

‘Neem nu de georganiseerde misdaad, ongelijkheid en armoede. Om deze problematieken aan te pakken moet je strategische allianties aangaan, met een hoge graad van multilateralisme en gezamenlijke inspanningen. Voor Europa is daarbij een belangrijke taak weggelegd. We moeten de historische banden weer aanhalen.’

Amerikaanse agressie (in de Caraïbische regio) overschaduwt de CELAC-EU-top 

De CELAC-EU-top zal helaas een samenkomst in mineur worden, zo blijkt intussen. Zowel de Duitse bondskanselier Friedrich Merz als Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zullen niet afreizen naar Santa Marta in Colombia. De reden van hun afwezigheid is de lange schaduw van president Trump. Ze vrezen zich de toorn van de Amerikaanse president op de hals te halen door een initiatief bij te wonen dat de Colombiaanse president Gustavo Petro als gastheer heeft.

Petro en zijn directe omgeving kregen recent Amerikaanse sancties opgelegd. De reden: de linkse president durfde het aan om Trump tot de orde te roepen voor de militaire agressie in de Caraïbische regio, vooral gericht tegen Venezuela maar met ook Colombiaanse doden tot gevolg. Trump beschuldigt Petro ervan ook betrokken te zijn bij de drugshandel.  

Verschillende Europese leiders vrezen dat ingaan op Petro’s uitnodiging een kink in de kabel kan veroorzaken in de Amerikaanse bijdrage aan de Europese steun voor Oekraïne. Europa leunt hiervoor nog sterk op Amerikaanse intelligence en wapentoevoer. 

Slechts vijf Europese en drie Latijns-Amerikaanse staatshoofden zullen de top bijwonen. Antonio Costa, voorzitter van de Raad van Europa, zal de EU vertegenwoordigen. De Amerikaanse agressie tegen Venezuela en Colombia en de angstige houding van de Europese leiders zorgen er zo voor dat de belangrijke thema’s op de agenda van de top, zoals klimaatactie, energietransitie en democratisch bestuur, in de crisissfeer het onderspit delven. 

Ook de bijeenkomst van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), die gepland was voor december in de Dominicaanse Republiek, werd afgelast vanwege de Amerikaanse militaire dreiging tegen Venezuela en de onderlinge verdeeldheid tussen de Latijns-Amerikaanse landen over de kwestie.  

De Braziliaanse president Lula schrapte een event van de COP, waarbij hij verwacht werd, van zijn agenda om met de Colombiaanse president en enkele Europese leiders te overleggen over de situatie. ‘We kunnen geen CELAC-EU-top houden, zonder deze crisissituatie met Venezuela te bespreken’, aldus Lula. 

Is China intussen niet interessanter voor Latijns-Amerika dan Europa? 

María Fernanda Espinosa: ‘China is sowieso een belangrijke speler. Het heeft de transitie naar groene industrie en energie heel ernstig genomen. Het is de grootste producent in de wereld van hernieuwbare energie. Een veelgehoorde commentaar is dat de NDC’s van China te laag zijn en te weinig ambitie tonen. Maar het heeft in het verleden altijd getoond dat het doet wat het zegt, het is een betrouwbare partner. Bovendien stelt China altijd zijn doelstelling lager, terwijl het eindresultaat die dan wel overschrijdt. Dat geeft de internationale gemeenschap vertrouwen.’

U bent ook voorzitter van Cities Alliance, een partnerschap dat steden helpt om duurzamer te worden. Ziet u op het lokale niveau van steden en gemeenten een sterk engagement?

María Fernanda Espinosa: ‘Zeker wel. Kijk naar de VS: ondanks het beleid van president Trump zien we dat heel wat steden en deelstaten inzetten op het verminderen van de uitstoot. Ook om de komende hittegolven af te remmen is dat cruciaal. Zoveel mensen sterven door luchtvervuiling. Het is heel belangrijk om op het lokale niveau hiervoor gepast beleid uit te werken en de nodige financiële middelen te zoeken.’

We moeten gepast beleid uitwerken, zegt u, maar de COP’s zijn volgens u daarvoor niet de gepaste plek.

María Fernanda Espinosa: ‘Begrijp me niet verkeerd, de COP’s hebben een heel belangrijke functie gehad: het samenbrengen van 198 leden, waar de belangrijkste akkoorden tot stand zijn gebracht. Maar over de belangrijkste aspecten is er al onderhandeld. We hebben een klimaatakkoord, namelijk dat van Parijs. We hebben ook het Paris Rulebook, als handleiding en voor de engagementen die ingediend moeten worden.’

COP’s met 80.000 mensen zijn niet langer werkbaar. Alle aandacht moet nu gaan naar actie, naar toepassingen. Naar het in acht nemen van de gegevens die de wetenschap ons aanreikt en het monitoren daarvan. De bespreking van de financiering wordt meestal niet op de COP’s opgelost. Dat moet gebeuren door een overlegplatform van de multilaterale ontwikkelingsbanken, door regionale of nationale klimaatfondsen in het leven te roepen.’

Ook zaken als het koolstofarm maken van infrastructuur en toeleveringsketens zijn technische aangelegenheden. Die moeten op technische bijeenkomsten worden afgesproken. Regionale en thematische COPs zijn wel zinvol. Of bijvoorbeeld een COP om de twee jaar, alleen voor de regeringsleiders.’

De Braziliaanse president Lula da Silva is gastheer van de COP30 in Belém.

Wat verwacht u concreet van de top van Belém

María Fernanda Espinosa: ‘Brazilië heeft heel wat innovaties ingevoerd en de bijeenkomsten gedecentraliseerd. De lokale overheden van steden en gemeenten zullen samenkomen in Rio de Janeiro. Vóór de COP van de wereldleiders in Belém is er in São Paulo een bijeenkomst met leiders uit de privésector.’

‘Daarnaast zullen er thematische werkgroepen zijn: van de ministers van financiën en de voorzitters van de vorige COP’s om vanuit hun ervaring na te denken hoe ze het systeem beter kunnen doen functioneren. En er is ook een werkgroep van inheemse leiders (de Peoples’ Summit, red.).’

‘Een ander aandachtspunt is de globale inventarisering van de emissies, want die gaan wereldwijd de foute kant uit. De inspanningen voor mitigatie moeten worden opgedreven. Brazilië schuift hier ook een ethische component naar voren, om veel sterker onze verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van de toekomstige generaties.

‘Daarnaast wil men dat dit de COP wordt van de implementatie van de klimaatdoelen. Ik koester wel de hoop dat met het leiderschap van de Braziliaanse president Lula de COP30 een goede afloop zal kennen. Zelfs in een internationale context die allesbehalve gunstig is.’ 

U wees ook op de noodzaak van een collectief leiderschap. Hoe ziet u dat? 

María Fernanda Espinosa: ‘Dat is een combinatie van twee dingen: leiders die de zaak vooruit willen helpen en zich engageren, en meer regionale of globale leiders, versterkt door de rol van burgers wereldwijd. De cijfers tonen immers aan dat een heel groot deel van de bevolking ervan overtuigd is dat de klimaatverstoring een prioriteit is. Ik denk dat de macht van de burgers die hun stem uitbrengen en autoriteiten kiezen die een ambitieuze klimaatagenda willen, bijzonder groot is.’ 

89% wil meer klimaatactie

Wereldwijde steun voor meer klimaatactie is groot, zo blijkt uit internationaal onderzoek van Nature Climate Change. Ongeveer 89% wil dat zijn overheid meer doet tegen klimaatverandering. Bijna 7 op de 10 mensen zijn bovendien bereid om 1% van hun loon af te staan voor meer klimaatactie. Uit het onderzoek blijkt ook dat mensen elkaar onderschatten: gedacht wordt dat maar 43% van onze medeburgers ook een deel van hun inkomen afstaan voor klimaatactie.

Ook MO* nam deel aan het zogenaamde 89 Percent Project, waarbij wereldwijd verschillende grote en kleine media een stem en gezicht gaven aan de 89% die meer politieke actie wil. Wil je hier meer over weten? Neem dan een kijkje op onze sociale media of lees onze artikels:

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in