'Hij vraagt voortdurend waarom we hem niet komen halen'

Analyse

Familie getuigt over opsluiting van verstandelijk beperkte jongen

'Hij vraagt voortdurend waarom we hem niet komen halen'

'Hij vraagt voortdurend waarom we hem niet komen halen'
'Hij vraagt voortdurend waarom we hem niet komen halen'

Mohammed Abdulhadi al-Shakar is 22 jaar en zit sinds 16 september in een Bahreinse cel. Waarom hij daar zit weet hij niet. Evenmin begrijpt hij dat zijn broer hem niet komt halen. Mohammed heeft een verstandelijke beperking. MO* sprak in oktober met zijn broer en tante.

Mohammed Shakkar werd na 45 dagen in de cel voor de rechter gebracht. Die stelde het proces uit. Zijn familie wacht. Ze zijn niet op de hoogte gebracht waarvan Mohammed beschuldigd wordt. Vermoedelijk is dat ‘illegale samenscholing’, en dat is bij wet verboden in Bahrein.

Mohammed werd begin september al eens gearresteerd. Hij was toen meegelopen met jongens die gingen demonstreren en werd opgepakt toen de oproerpolitie het dorp binnenkwam.

‘De volgende dag kregen we een telefoontje waar hij in de gevangenis zat’, vertelt Mohammeds tante. Ze vertelt hoe haar neef een jongen is die niet tegen te houden is, hoe hij altijd meeloopt met de jongens die hij tegenkomt. ‘We hebben geen controle over hem. Mohammed is niet zelfstandig. Dat staat ook in een medisch rapport, afgevaardigd door het ministerie van Gezondheid.’

Na twee dagen in een politiecel werd Mohammed toen vrijgelaten. ‘Hij had duidelijk slagen gekregen, zijn oog was rood en gezwollen’, vertelt zijn broer.

Twee weken later was het opnieuw zover. ‘Mohammed ging op 16 september naar de begrafenis van een martelaar in Sitra’, vertelt de tante. ‘Het laatste dat we hoorden, was dat hij een huis binnengerend was. Drie dagen lang wisten we niet waar hij was, hadden we geen idee of hij opgepakt was, of zich ergens verstopte.’
Toen kregen ze een telefoontje van de Bahreinse politie dat Mohammed was opgepakt. ‘Na twee hele weken pas mocht hij bellen. Het was een heel kort telefoontje, genoeg om te weten dat hij bang was.’

‘Na dit telefoontje gingen we dagelijks naar de gevangenis om hem te zien. Telkens werden we geweigerd. Zijn medische fiche werd niet aanvaard.’

Angst

Een week later kreeg de familie toch toelating om Mohammed te zien. ‘We mochten hem maar een paar minuten zien en we konden wat spullen afgeven’

‘Mohammed keek alleen naar de politieman, niet naar mij’, vertelt Mohammeds broer. ‘Vorige week mochten we hem tien minuten zien. Hij wou niet spreken, hij is mentaal al geen normale jongen. Zijn geestelijke toestand is enorm achteruitgegaan.’

‘Mohammed is heel bang alleen. Hij wil altijd bij iemand zijn. Hij blijft de hele tijd vragen waarom we hem niet komen halen. We kunnen hem daar niet eens een antwoord op geven dat hij begrijpt.’

‘De politie zegt telkens dat ze zullen bellen maar geven er dan geen gevolg aan. Ik heb geen idee waarom maar ze willen niet dat we hem te zien krijgen.’

‘We zijn bang dat hij seksueel misbruikt is. Op de duur ga je alles denken.’

‘Een celgenoot zei me gisteren dat hij zich echt in een zeer slechte geestelijke toestand bevindt. Ik ben er een uur geweest om hem te zien, maar kreeg alweer geen toelating. Ze weten dat hij ziek is –dat zie je zo. Waarom maken ze het hem en ons dan zo moeilijk? Ze willen nieuwe papieren over zijn geestelijke toestand, de andere zijn verouderd, zeggen ze. Maar hoe kan je een nieuw dossier verkrijgen, als niemand bij hem mag?’

‘Richten ze hun pijlen op een geestelijk gehandicapte jongen omdat hij een gemakkelijk doelwit is?’, vraagt de tante. ‘We begrijpen het echt niet. Natuurlijk is Mohammed politiek niet actief, dat is absurd. Wel volgt hij iedereen en doet hij alles wat mensen hem vragen.’

‘Ondanks dit leed steunen we de revolutie’, antwoordt ze overtuigd als ik haar vraag of ze willen dat de protesten ophouden of doorgaan. ‘We willen de stilte van onze moeders en vaders niet herhalen. Ik begrijp dat elke generatie af te rekenen heeft met een eigen tijdsgeest en een wil die daaraan ophangt. Maar genoeg is genoeg. We kunnen niet stoppen met protesteren, we moeten sterk blijven en doorgaan, onze rechten opeisen.’

Lees ook