Colombiaanse oppositie scoort in lokale verkiezingen

Bogota wordt straks bestuurd door Samuel Moreno Rojas. Hij is een boegbeeld van het linkse Polo Democrático Alternativo (PDA), de belangrijkste politieke formatie die de regering van president Álvaro Uribe weerwerk biedt. Uribe had de kiezers opgeroepen niet voor Moreno Rojas te stemmen. Het burgemeesterschap van de miljoenenstad Bogota is de op één na belangrijkste politieke functie in het land en een mogelijk opstapje voor de presidentsverkiezingen van 2010.
Ook op veel andere plaatsen hebben de liberalen en de conservatieven, de twee partijen die decennialang de dienst uitmaakten in Colombia, terrein verloren. Alonso Salazar van de Alianza Social Indígena, een alliantie tussen inheemse groepen, boerenorganisaties en linkse stromingen, wordt burgemeester van Medellin, de tweede stad in het land. Iván Ospina, de zoon van de gelijknamige leider van de voormalige rebellenbeweging M-19, krijgt het voor het zeggen in Cali, de grootste stad ten zuiden van Bogota. Op veel andere resultaten is het nog enkele dagen wachten.
De machtswissel tussen de traditionele partijen en de nieuwe politieke bewegingen heeft misschien een nieuwe tijdperk in de Colombiaanse politiek ingeluid. Toch kwamen volgens de autoriteiten minder dan de helft van de stemgerechtigden opdagen.
In Bogota was het op sommige plaatsen wel drummen om bij de stemlokalen te komen. Datzelfde was het geval in enkele steden in Caquetá en Putumayo, twee zuidelijke provincies die erg onrustig zijn door de aanwezigheid van linkse rebellen en drugsproducenten en de militaire acties tegen die twee groepen.
In het zuiden van het land hadden de ordediensten 25.000 soldaten op de been gebracht om de verkiezingen rustig te doen verlopen. Minister van Binnenlandse Zaken Carlos Holguín toonde zich “in het algemeen” tevreden over de verkiezingsdag. Toch kwam het op een aantal plaatsen tot confrontaties tussen het leger, linkse rebellen en rechtse paramilitaire groepen. De rebellen van de linkse guerrillabeweging FARC bliezen ook verscheidene hoogspanningmasten op. In verscheidene provincies in het noorden van het land werden dan weer mensen gearresteerd op verdenking van fraude.
Ook de aanloop naar de verkiezingen was zoals altijd gewelddadig. Tijdens de campagne werden tachtig gemeenteraadsleden en zes burgemeesters vermoord, sommigen door linkse rebellen, anderen door paramilitairen. Andere kandidaten ontsnapten op het nippertje aan aanslagen. Net voordat de stemlokalen opengingen, ontploften er op verscheidene plaatsen bommen die ook nog eens een zestal doden en zwaargewonden maakten.
Met spanning kijken de Colombianen uit naar de resultaten van politici die banden hebben met de geduchte paramilitaire doodseskaders die de voorbije decennia verantwoordelijk waren voor de meeste mensenrechtenschendingen in Colombia. Een groot deel van die paramilitairen heeft intussen de wapens neergelegd, maar hun invloed blijft groot. Sinds 2003 proberen ze ook macht te verwerven via de politiek.
Negentien burgemeesters en vier gouverneurs zitten in de gevangenis omdat ze banden bleken te hebben met die illegale groepen. Maar van nog veel andere politici wordt gezegd dat ze aan de kant van de paramilitairen staan. De eerste resultaten lijken aan te geven dat in het noorden van het land heel wat van die kandidaten weggestemd zijn.