De dynamiek achter internationale migraties

Rond de tijd dat dit cahier van de persen rolt, nadert de ‘bevolkingsteller’ van de VN stilaan de zes miljard. Op 16 juni 1999 zouden er volgens het bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA) zes miljard mensen op deze wereld zijn. Twaalf jaar heeft de wereldbevolking erover gedaan om van vijf naar zes miljard te gaan.
Een stijgend migratiepotentieel

Het aantal mensen dat op de wereld rondloopt, zal naar verwachting blijven toenemen tot 6,25 miljard in 2000, 8,5 miljard in 2025 en 10 miljard in 2050. Daarna zal de groei waarschijnlijk nog een eeuw doorgaan tot ongeveer 11,6 miljard in 2150. (1) Mogelijk worden deze cijfers nog iets of wat getemperd omdat, voor het eerst sinds in 1959-1961 de hongersnood in China 30 miljoen mensenlevens eiste, de mortaliteit in een aantal ontwikkelingslanden weer is toegenomen en zodoende de groei van de wereldbevolking afremt (2).

De wereldbevolking is blijven stijgen, en als afgeleide daarvan ook het aantal (internationale) migranten. Niet alleen omdat er meer mensen zijn. Vergeleken met enkele decennia geleden is de mobiliteit van de mensen sterk toegenomen. Het aantal internationale migratiebewegingen neemt toe. Het is een wereldwijd fenomeen, waaraan vrijwel geen enkele regio ontsnapt. In de slotverklaring van de bevolkingsconferentie in Caïro in 1994 is er sprake van 125 miljoen internationale migranten, dat is ongeveer evenveel als de bevolking van bijvoorbeeld Frankrijk en Groot-Brittannië samen (3). Het 10de hoofdstuk van dit document is integraal gewijd aan internationale migratie. De Verenigde Naties leggen hierin een verband tussen internationale migratie en de economische onevenwichten, armoede, de achteruitgang van het leefmilieu, de afwezigheid van vrede en veiligheid, mensenrechtenschendingen en het verschillende ontwikkelingsniveau van juridische en democratische instituties.

Vrijwel letterlijk stelt dit hoofstuk: ‘Alhoewel de meeste internationale migratiebewegingen een buurland als bestemming hebben, is de interregionale migratie, vooral deze naar de rijkere landen, blijven aangroeien. Het aantal internationale migranten, vluchtelingen inbegrepen, wordt halverwege de jaren negentig op meer dan 125 miljoen geschat, waarvan goed de helft in de ontwikkelingslanden verblijft. De afgelopen jaren verwelkomden de belangrijkste onthaallanden in de geïndustrialiseerde wereld jaarlijks ruwweg 1,4 miljoen mensen, waarvan twee derde oorspronkelijk in de derde wereld verbleef.

Migratiestromen die in de hand gehouden worden, kunnen een dubbel positief effect hebben, waarbij de onthaallanden de benodigde arbeid ontvangen, en de emigratielanden de transfers van hun burgers die in het buitenland vertoeven. Internationale migratie maakt ook kennisoverdracht mogelijk en kan cultureel verrijkend werken.

Maar internationale migratie betekent ook hersenvlucht uit de landen van oorsprong en stijgende politieke, economische en sociale spanningen in de landen van bestemming. Een migratiepolitiek moet, om effectief te zijn, rekening houden met de economische beperkingen van het ontvangende land, met de impact van migratie op de ontvangende maatschappij en met de effecten ervan op de landen van oorsprong. Het beheersbaar houden van internationale migratie is afhankelijk van de keuze die gemaakt wordt om een land leefbaar te houden voor alle mensen. Duurzame economische groei gebaseerd op gelijkheid en een hierop geënte ontwikkelingsstrategie zijn de noodzakelijke middelen om dat doel te bereiken. (4)

Deze paragrafen schetsen in een notendop zowel de problematiek als de basis voor de oplossingen.

De migratiedynamiek

Een analyse van de (voornamelijk) Europese langeafstandsmigratie gedurende de jongste vijf eeuwen, toont aan dat er drie belangrijke krachten aan het werk zijn: (1) een economische factor, die gevormd wordt door de wereldwijde spreiding van de kansen op werk, (2) een demografische factor die betrekking heeft op de regionale verschillen in natuurlijke aangroei van de bevolking en (3) een politieke factor, die werkt door de acties en de politiek van de nationale staten (voornamelijk door oorlogvoering, migratiecontroles en weloverwogen rekrutering, uitwijzing, of hervestiging van bepaalde etnische en religieuze groepen). De meeste grootschalige migratiebewegingen van de laatste vijf eeuwen werden voornamelijk door de economische en de demografische factoren bepaald. Hieraan lagen ondermeer de expansie van het kapitalisme, de proletarisering van de Europese bevolking, de verstedelijking en de industrialisering ten grondslag. De derde factor - de acties en de politiek van de nationale staten - werd belangrijker naarmate de vijf eeuwen verder liepen. Op het einde van de twintigste eeuw lijken oorlogen en de afloop ervan de wisselwerking tussen tewerkstelling en de natuurlijke aangroei als motief voor langeafstandsmigratie naar de kroon te steken.(5) Het einde van de twintigste eeuw is ook de periode waarin een andere belangrijke kracht opduikt: de ecologische. De ecologische factor speelde in het verleden ook al mee, in de vorm van sprinkhanenplagen, droogten en mislukte oogsten die tot grootschalige bevolkingsstromen leidden. Maar met het verloop van de jaren lijkt de vernietiging van het leefmilieu zo’n omvang aan te nemen dat de ecologische factor misschien wel de belangrijkste kracht zal worden die aanleiding geeft tot grensoverschrijdende bevolkingsstromen.

Hoe de krachten achter de migratiedynamiek werken, kan geïllustreerd worden aan de hand van een theoretisch model, dat aanleunt bij het zogenaamde push-pull-model (duw-trekmodel). Er zijn economische, demografische, politieke, ecologische, … factoren in het land van oorsprong die de (potentiële) migrant wegduwen (push) en er zijn factoren in het land van bestemming die de migranten aantrekken (pull). Beide werken in op de beslissing te migreren. Daarnaast zijn er obstakels zoals de te overbruggen afstand of de uitgangs- en toegangsregels die de migratie kunnen bemoeilijken, en zijn er factoren die dit vergemakkelijken, zoals de technische verbetering van transportmiddelen en de steeds goedkoper wordende luchtvaarttarieven. Verder kan ervan uitgegaan worden dat landen waartussen gemigreerd wordt een invloed op elkaar hebben, door bijvoorbeeld de handelsverhoudingen, leningen en schulden, wapenhandel, ontwikkelingssamenwerking, diplomatieke verhoudingen, enzovoort. Tussen bepaalde landen kan er een zekere affiniteit bestaan, wegens een veelheid van redenen zoals culturele, religieuze, taalkundige of historische banden. Dit kan mede bepalend zijn voor de keuze van de bestemming. De International Organisation for Migration (IOM) meende reeds in 1992 te kunnen vaststellen dat in de emigratiedynamiek de pull factoren in de landen van bestemming meer en meer plaats moeten ruimen voor de push factoren in de landen van oorsprong.(6) Een combinatie van armoede, van een te snelle bevolkingstoename, van gewelddadige conflicten en van aantasting van het leefmilieu, creëert condities die een verbetering van de situatie op korte termijn voor heel wat mensen weinig geloofwaardig maakt, en die migratie aanmoedigt.

Armoede

Al slaagden vele ontwikkelingslanden erin in de eerste jaren van hun onafhankelijkheid een groei te realiseren, toch liep het ene ontwikkelingsdecennium na het ander op een fiasco uit. Het begon nochtans allemaal nog niet zo slecht, maar een onaangepaste economische structuur, een vanaf het begin van de jaren zeventig slabakkende wereldeconomie en oplopende schulden hebben geleid tot een verdere verspreiding van de armoede. In heel wat landen van de Derde Wereld gaan de levensstandaard en de tewerkstellingsmogelijkheden nog steeds achteruit. Tot vóór de Aziatische crisis vormde Oost-Azië hierop een uitzondering. Ondanks de vooruitgang die de laatste decennia geboekt werd, leven meer dan een miljard mensen in extreme armoede. De armste 20 % van de wereldbevolking moet het stellen met amper 1,4 % van het wereldinkomen. Zij worden in groeiende mate bedreigd door nauw verbonden en elkaar versterkende problemen: armoede, bevolkingsgroei en de aantasting van het leefmilieu. De exportgeleide ontwikkelingsstrategieën die in zoveel derdewereldlanden opgeld maakten, de schuldenlast, de overbevolking, armoede en werkloosheid, werken emigratie blijvend in de hand. Er wordt verwacht dat de migratiedruk zowel binnenlands (platteland-stad), als internationaal nog zal toenemen. Ten gevolge van de globale ongelijkheid zijn er geen tekenen die erop wijzen dat de migratiedruk in de komende jaren zal afnemen. De huidige economische structuren versterken de ongelijkheden zelfs.

Bevolkingsgroei

De wereldbevolking groeit jaarlijks met negentig à honderd miljoen zielen, waarvan ongeveer 95% in de Derde Wereld. Transatlantische migratie- en vluchtelingenstromen kunnen niet teruggeschroefd worden zonder dat het Zuiden, met internationale steun, zijn bevolkingsgroei onder controle krijgt (7) Het is wel belangrijk te beseffen dat niet de bevolkingsaangroei op zich tot emigratie leidt, maar wel de foute - niet duurzame - ontwikkeling. De aanhoudende bevolkingsgroei zorgt er wel voor dat de al kleine koek, onder steeds meer mensen verdeeld moet worden. Een Italiaans onderzoeksinstituut bestudeerde de band tussen de bevolkingsgroei en het aantal arbeidsplaatsen. Tegen 2010, zo berekenden de vorsers in 1991, zou het arbeidspotentieel in de derdewereldlanden aangegroeid zijn met 733 miljoen eenheden. Het totaal aantal arbeidsplaatsen in de geïndustrialiseerde wereld werd (nog vóór de recessie in Europa) geschat op 586 miljoen (8). Om de lokale arbeidsmarkt het grootste gedeelte van het arbeidsoverschot te laten absorberen, moesten de ontwikkelingslanden dus op twintig jaar tijd een groter aantal werkplaatsen creëren dan het totaal van de arbeidsplaatsen die de huidige geïndustrialiseerde wereld telt. (9)



In een OESO-rapport komen Golino, Righi en Bonifazi tot het volgende besluit: ’ De grote bevolkingsgroei, vooral van de stedelijke bevolking, een te verwachten overaanbod van werkkrachten, een verminderde toegang tot internationale hulp en tot de voordelen van internationale handel, de blijvende of zelfs nog breder wordende kloof tussen Noord en Zuid en een beter besef van de situatie vanwege de bevolking van het Zuiden, zou in het Zuiden tot een sterke sociale en politieke beroering kunnen leiden en tot wijdverbreide emigratiebewegingen op zoek naar betere levenscondities (10).

Leefmilieu

Ecologische vluchtelingen zijn het resultaat van een verstoring van het leefmilieu en van een (ecologisch onaangepaste) bevolkingstoename. De huidige tendensen lijken zich in de komende decennia nog te zullen voortzetten, tenzij de internationale gemeenschap plots acties zou ondernemen die het tij een beetje zouden doen keren. Meer en meer land zal onbruikbaar of onbewoonbaar worden, door woestijnvorming, door niet-natuurlijke rampen of door toxische besmetting. Het groeiend aantal ecologische vluchtelingen van vandaag is reeds een ruwe indicator van de ernst van de ecologische neergang. (11) Ter gelegenheid van de United Nations World Day to Combat Desertification op 17 juni 1998, liet het milieuprogramma van de VN (UNEP) weten dat de verwoestijning zich nu al over meer dan 3,6 miljard hectare uitspreidt en de bestaansmiddelen van een miljard mensen treft. De kennis en de technische vaardigheden om het probleem aan te pakken zijn nochtans voorhanden.

Ecologische problemen zijn sinds kort ook politiek relevant geworden. Ondanks ronkende verklaringen in Rio, blijven de resultaten eerder mager. Toch lijkt ‘het milieu’ hét belangrijkste thema van de veiligheidspolitiek in de eenentwintigste eeuw te zullen worden. De politieke en strategische gevolgen van de onstuitbare bevolkingsgroei, van de om zich heen grijpende ziekten, van de ontbossing en bodemerosie, van de toenemende waterschaarste, de luchtvervuiling en van de mogelijke stijging van de zeespiegel nabij overbevolkte spanningsgebieden zoals de Nijldelta en Bangladesh, lijken bij de belangrijkste opgaven van het buitenlands beleid te horen. (12) Het merendeel van de conflicten ontbrandt om een veelvoud van redenen en niet om één enkele. Tot op vandaag hebben ecologische problemen alleen, nog maar zelden het vuur aan de lont gestoken. Maar de leefbaarheid van de planeet vermindert en vitale goederen zoals water, vruchtbare grond, vismogelijkheden en bossen worden schaarser. Daarbij ontvluchten miljoenen families hun geboortegronden wegens het sterk aangetaste leefmilieu. Het lijkt erg waarschijnlijk dat in de toekomstige conflicten het belang van de ‘ecologische aanleiding’ gaandeweg zal toenemen.

Conflicten

Als gevolg van conflicten verliezen heel wat mensen hun thuis. Het aantal mensen dat naar het buitenland vluchtte, verdubbelde tussen de helft van de jaren tachtig en de eerste helft van de jaren negentig. Eind 1997 konden er wereldwijd zo’n 12 miljoen vluchtelingen geteld worden. Het gaat dan enkel over vluchtelingen die voldoen aan de eerder strenge definitie van de Conventie van Genève. (13) Dat is zowat het laagste cijfer dat de afgelopen tien jaar opgetekend werd. In 1992 verbleven er nog zo’n 17,6 miljoen vluchtelingen in het buitenland. ‘In het buitenland vertoeven’ is één van de noodzakelijke voorwaarden om te voldoen aan de Conventie van Genève en om als vluchteling ‘erkend’ te worden. Het totaal aantal personen die op de vlucht zijn en waarvan de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN (UNHCR) zich het lot aantrekt, bedraagt meer dan 22 miljoen.

Oorlogen en geweld verstoren de normale levenssituatie en vormen een belangrijke, zo niet de belangrijkste belemmering voor verdere ontwikkeling. Oorlog vernietigt de materiële infrastructuur, verwoest de natuur, doet de sociale structuren in elkaar stuiken en kost handenvol geld, dat op een andere manier had kunnen aangewend worden. Oorlog is eveneens verantwoordelijk voor het ongedaan maken van de resultaten van soms decennia ontwikkelingswerk. Onderontwikkeling kan tot oorlog leiden, maar het omgekeerde lijkt heel wat waarschijnlijker: oorlog leidt tot armoede en hongersnood.

Het gros van alle conflicten na de Tweede Wereldoorlog die vluchtelingen veroorzaakten, waren interne conflicten en niet zozeer conflicten tussen landen. Recentelijk zijn burgeroorlogen een meer voorkomend en meer vernietigend fenomeen geworden. Door de sterke wapenproliferatie en de beschikbaarheid van gesofisticeerd wapentuig, ook voor arme landen, worden meer conflicten met wapens beslecht. De kwetsbare staat en de infrastructuur zijn snel vernietigd als overgegaan wordt tot het gebruik van geweld. De bevolking is daarvan het voornaamste slachtoffer. Steeds meer onschuldige burgers verliezen het leven of worden gegijzeld door het (potentiële) geweld. Negentig procent van de dodelijke slachtoffers valt onder de burgerbevolking. Het is, gezien de hoge tol die burgers in conflicten betalen, niet verwonderlijk dat de meest gewelddadige conflicten van de afgelopen decennia eveneens de grootste leveranciers van vluchtelingen waren. De grote meerderheid van de hedendaagse vluchtelingen is, net zoals in het verleden, niet op de loop voor individuele vervolging, maar voor geweld in het algemeen dat alle burgers bedreigt en het dagelijkse leven verstoort.

Oplossingen en perspectieven ?

De armoedeproblematiek blijft naast, of samen met, de mensenrechtenschendingen één van de belangrijkste drijfveren van grootschalige emigratie. Om de oorzaken van internationale migratie aan te pakken, dient misschien wel in eerste instantie de armoede weggewerkt te worden. De relatie tussen economische ontwikkeling en migratie is echter niet eenduidig. Op korte termijn lijken noch de huidige ontwikkelingshulp, noch de veranderende internationale handel, noch de investeringen in de derde wereld een situatie te kunnen creëren die tot minder migratie zou leiden. Ontwikkeling is op korte termijn geen alternatief voor emigratie.

De relatie tussen economische ontwikkeling en internationale migratie is niet alleen uiterst complex, ze bevat bovendien enkele paradoxen (14) De belangrijkste paradox ligt in de tegenstelling tussen de kortetermijneffecten en de langetermijneffecten van economische ontwikkeling op de geneigdheid te migreren, de zogenaamde J-curve paradox. Ervaringen in het verleden van een aantal Europese landen zoals Duitsland, Engeland, Groot-Brittannië en Zweden, maar ook van bijvoorbeeld Japan, leren dat de drang om te migreren op korte termijn getemperd werd door o.a. een groter jobaanbod, een vermindering van de loonspanning tussen het eigen land en de landen waar naar toe getrokken werd en de toegenomen financiële middelen van de overheid die een uitbouw van de gezondheidszorg en het onderwijs mogelijk maakte. Er kan echter naar andere, zelfs recentere historische voorbeelden gewezen worden om aan te tonen dat de geneigdheid om te migreren wel eens zou kunnen toenemen door een (te) snelle economische ontwikkeling. Een snelle economische ontwikkeling werkt veelal ontwrichtend voor de bestaande sociale en economische orde. Rurale ontwikkeling en modernisering van de landbouwtechnieken impliceert een toename van de productiviteit, maar gaat evenzeer gepaard met de vernietiging van bestaande sociale netwerken en van economische verhoudingen, met een vlucht naar de steden, of soms zelfs onmiddellijk naar het buitenland, als gevolg. De snelle groei van de steden leidt tot een verzadigde arbeidsmarkt, vergroot de toegang tot informatie en creëert veelal niet-gerealiseerde verwachtingen. Bovendien nemen de kosten van het internationale transport, mede door de toenemende internationale concurrentie, gestadig af. Samen met de stijgende inkomens schept dit voor velen een voordien niet bestaande mogelijkheid om internationale migratie te overwegen. Op korte termijn lijkt economische ontwikkeling internationale migratie veeleer te zullen versterken in de plaats van af te remmen.

Figuur 1 De veronderstelde extra migratie na economische herstructurering. Bron Philip Martin (15)

Meer open handelssystemen, buitenlandse investeringen en een opgevoerde ontwikkelingshulp zullen niet zozeer de migratie indammen, maar kunnen wel bijdragen tot het scheppen van omstandigheden die het geloof in de toekomst versterken, zodat niet-migreren ook een optie blijft. De beheersbaarheid van internationale migratie in de toekomst hangt in grote mate af van de aanwezigheid van de optie om in eigen land een behoorlijk leven te kunnen leiden. Om dit te realiseren moet geïnvesteerd worden in de landen van oorsprong, volgens aangepaste regio-specifieke langetermijnstrategieën waarin zowel betere handelsverhoudingen en verhoogde ontwikkelingsbijdragen als schuldenlastvermindering opgenomen zijn. De nadruk zou op duurzame ontwikkeling moeten liggen, waarbij voorrang gegeven wordt aan de menselijke noden, aan tewerkstellingscreatie, het bannen van de armoede, aan opleiding en gezondheid (16) Er kunnen bijdragen gebeuren vanuit de geïndustrialiseerde wereld, maar heel wat antwoorden liggen in de ontwikkelingslanden zelf: zijn zij bereid een mensenrechtenpolitiek, een sociale politiek, een economische politiek en een ecologische politiek te voeren die de mensen er niet langer toe aanzet hun heil elders te zoeken?

De (internationale) migratiepolitiek die hieraan tegemoet kan komen, moet om effectief te zijn, rekening houden met de economische noden en bekommernissen van zowel de landen van oorsprong als die van bestemming, met de impact van migratie op de ontvangende maatschappij en met de effecten op de emigratielanden. Dat is slechts mogelijk wanneer het beleid een mengeling is van politiek op nationaal, op regionaal en op internationaal gebied. Het Westen (zowel Europa als de Verenigde Staten) lijkt hierbij in de volgende eeuw twee alternatieven te hebben: ofwel dragen de geïndustrialiseerde landen bij tot een meer leefbare Derde Wereld, zodat mensen aldaar niet meer hoeven te emigreren, ofwel moeten zij zich opmaken om de ontwikkelingslanden thuis te ontvangen, met mogelijk nog grotere sociale spanning dan vandaag als resultaat. De keuze is eenvoudig: ofwel wordt het Zuiden geholpen, ofwel krijgen we te doen met een Derde Wereld die een deel van zijn problemen naar de geïndustrialiseerde wereld exporteert. Maar de j-curve paradox blijft gelden: het aanpakken van de oorzaken die leiden tot niet-gewenste migratie, de enige politiek die migratie op lange termijn kan indammen, zorgt op korte termijn naar alle waarschijnlijkheid voor meer migratie

Noten

1. UNFPA, Wereldbevolkingsrapport 1993, UNFPA, New York, 1993

2. Inter Press Service, 11 April, Gestegen Mortaliteit remt bevolkingsgroei af.
ips

3. United Nations, Report on the International Conference on Population and Development, Cairo, 5-13 september 1994, United Nations, A/Conf. 171/13

4. Idem

5. Charles Tilly, ‘Migration in Moden European History’, in William H. McNeil and Ruth S. Adams (Eds.), Human Migration : Patterns and Policy, Indiana University Press, Bloomington and London, 1978,. p. 62

6. IOM, Migration and Development : Report on the Seminar, Tenth IOM seminar on migration, 15-17 september 1992, Geneva

7. Gil Loesher, Beyond Charity: International Cooperation and the Global Refugee Crisis, Oxford University Press, New York/Oxford, 1993, p. 171

8. Golini, A. Gerano, A. Heins, F., ‘South-North migration with special reference to Europe’, International Migration, Vol. XXIX, No. 2, June 1991

9. Toch is er wel één en ander mogelijk. Sinds jaren de ‘70 en is het aantal formele jobs op wereldschaal gestegen van rond de 400.000.000 (formele) jobs naar 583 miljoen in het begin van de jaren negentig.

10. Antonio Golini, Alessandro Righi en Corrado Bonifazi, , ‘Population Vitality and Decline : the Nort-South Contrast’ in OECD, The Changing Course of International Migration, OECD, Paris, 1993, p. 32

11. Bread for the World Institute on Hunger & Development, , Hunger 1993 : Uprooted People, Bread for the World Institute on Hunger & Development, Washington, 1992, p. 71

12. Robert D. Kaplan, ‘The Coming Anarchy’, The Atlantic Monthly, February 1994

13. De grootste groep wordt volgens het UNHCR nog steeds gevormd door de Afghaanse vluchtelingen, waarvan er 2 647 600 verspreid leven in voornamelijk Iran en verder Pakistan, India en West-Europa De Afghanen worden qua omvang gevolgd door de Irakezen (630 700), Bosniërs (620 000) de Somaliërs (524 400), Burundezen (515 800) en Liberianen (486700). Met ook nog Soedan, Kroatië, Sierra Leone en Vietnam, waaruit telkens meer dan 300 000 mensen vluchtten, is het rijtje van de 10 grootste vluchtelingenpopulaties rond.
De Palestijnse vluchtelingen zijn met hun 3,7 miljoen, wel omvangrijker dan de Afghanen, maar zij vallen niet onder het mandaat van UNHCR.

14. Stanton Russel Sharon & Teitelbaum Michael, Potentials, Paradoxes and Realities: Economic Development and the Future of International Migration, paper voor het UC Comparative Immigration and Integration Program ‘Managing Migration in the 21st Century’ voorgesteld op het Hamburg Seminar, April 27-29, 1997

15. PHILIP MARTIN, Trade and Migration : NAFTA and Agriculture, Institute for International Economics, Washington aangehaald in PHILIP MUUS, De wereld in beweging : Internationale migratie, mensenrechten en ontwikkeling, Uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht, 1995., p. 53

16. S. Jessen-Petersen, International Migration and Security : a pragmatic Response, in K.A. Hamilton, Migration and the New Europe, Center for Strategic and International Studies, Washington, 1994, p. 10

De auteur is politiek en sociaal wetenschapper, verbonden aan het Hoger Instituut voor de Arbeid van de KULeuven. Hij houdt zich sinds het begin van de jaren negentig bezig met o.a. de analyse van de oorzaken van grootschalige migratie- en vluchtelingenstromen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.