'Machthebbers willen geen individuen die nadenken'

Rabih Mroué is een Libanese theatermaker en performer die op verschillende plaatsen in Europa heeft opgetreden. In het kader van het Moussem Kunstenfestival brengt hij op 23 november in het cultuucentrum Berchem Make me stop smoking, een intrigerende voorstelling van een lokale kunstenaar met een globale taal. Op 27 november staat Mroué op de planken in de Beursschouwburg.
Is hij moslim of christen, druus of maroniet, rijk of arm? Dat zijn vragen die Rabih Mroué liever niet beantwoordt. In plaats daarvan verwijst hij naar het essay van Roland Barthes La mort de l’auteur. Daarin pleit de Franse filosoof om de literaire tekst uitsluitend via het geschreven woord te benaderen en abstractie te maken van de auteur, van zijn afkomst, van zijn persoonlijkheid, van zijn ideologie en van de omstandigheden waarin hij leefde.
De schrijver moet plaats maken voor de lezer. De lezer herschrijft dan de tekst voor zichzelf. ‘Dat helpt om met meer ernst met de tekst om te gaan’, zegt Rabih Mroué, en dat is juist wat hij met zijn voorstellingen wil bereiken. ‘Het is niet belangrijk wie ik ben of wat ik meegemaakt heb’, zegt hij. ‘Belangrijker is wat de toeschouwer ervan maakt’.
Uiteraard vertelt Rabih Mroué veel over zijn leven. De situatie in zijn land Libanon en de burgeroorlog zijn prominent aanwezig. Maar het is niet de bedoeling om emoties op te roepen. ‘Als ik een stuk over de burgeroorlog maak, is het niet mijn bedoeling dat de mensen met mij meevoelen’, zegt hij. ‘Want theater is geen plaats om over verdriet en vreugde te vertellen. Dat zijn negatieve gevoelens die het nadenken afremmen. Ik wil dat mijn voorstellingen vragen bij de mensen oproepen en hen tot nadenken aanzetten. Ik wil dat ze de link met hun eigen sociale, politieke en filosofische omgeving maken. Dit is nuttiger en gezonder.’
***
In Make me stop smoking stelt de performer zijn eigen archief voor, samengesteld uit verschillende anonieme en persoonlijke documenten. Teksten, krantenknipsels, opsporingsberichten, projecten die niet af zijn, ideeën, interviews, materiaal dat hij gedurende meer dan tien jaar zorgvuldig verzameld heeft. ‘Het tonen van het eigen archief is slechts een voorwendsel om de zin van het archief uit elkaar te halen en te analyseren’, zegt Mroué. En dit is zijn manier om iets over de politieke en de intellectuele situatie van zijn land Libanon te vertellen.
‘Make me stop smoking is een vraag over het archief, over het document’, zegt hij. ‘Wat maakt van een stuk papier een document en wie beslist wanneer een stuk papier document wordt? Wie heeft beslist dat een bepaald document bewaard moet worden en een ander document weer niet? Welke documenten en gebeurtenissen verdienen het om de geschiedenis in te gaan en welke niet? Dat zijn vragen die de verantwoordelijkheid van de historicus aantonen en de invloeden blootleggen die hij kan ondergaan’, zegt Mroué.
‘Wanneer de historicus een archief onder zijn hoede neemt en beslist wat wel en wat niet verdient de geschiedenis in te gaan, dan trapt hij in een val. En dus zijn er gaten. Tussen document en document is er een document dat ontbreekt of een document dat door een bepaalde macht weggemoffeld werd.’ Voor Rabih Mroué verdienen alle documenten het om met dezelfde zorg en interesse behandeld te worden. Er is geen document dat belangrijker is dan een ander en er is geen gebeurtenis die belangrijker is dan een andere.
Alle gebeurtenissen zijn even belangrijk en ze verdienden allemaal de geschiedenis in te gaan. En hier ligt de verantwoordelijkheid van de historicus. Het is aan de historicus om de gaten te vullen, om naar alle documenten te zoeken en alle gebeurtenissen te achterhalen’.
In het archief dat Mroué in Make me stop smoking voorlegt, mengt hij reële documenten met aangemaakte documenten. Hij doet dat op zo’n manier dat de grens tussen het persoonlijke en het onpersoonlijke, tussen het reële en het kunstmatige, niet meer zichtbaar is. Zo zit er tussen de krantenknipsels een opsporingsbericht van ene Rabih Mroué, een kind van vijf dat op 2 februari 2000 spoorloos verdwenen is.
Op een ander krantenknipsel is dan weer een foto van Rabih Mroué de volwassene te zien. ‘Ik wil de toeschouwer in de war brengen. Hem zich laten afvragen wat nu realiteit is en wat fictie. Maar de echte vraag is niet wat in mijn voorstelling realiteit is en wat fictie is. De echte vraag is wat in de geschiedenis realiteit is en wat fictie is. Is de geschiedenis gebaseerd op werkelijkheid of op fictie? En als dat zo is, hoe gaan we met de geschiedenis om?’
Die vraagstelling heeft uiteraard met de situatie in Libanon te maken. Het land was jarenlang verwikkeld in een verschrikkelijke burgeroorlog. Ook vandaag nog is de spanning tussen de verschillende bevolkingsgroepen enorm groot. De oorlog heeft sporen nagelaten en was ellendig voor iedereen. ‘Maar elke oorlog bereidt voor op een nieuwe oorlog’, zegt Rabih Mroué.
‘Het minste wat we kunnen doen, is nadenken over het verleden en de fouten die toen gemaakt zijn. De politieke machthebbers in Libanon en in de Arabische wereld willen geen burgers. Ze willen geen individuen die nadenken. Ze willen de massa, volgelingen die naar de leider luisteren. Het is ook onze plicht als kunstenaars om dat recht om individu te zijn, om burger te zijn, en de vrijheid van denken op te eisen. Het is de wet die moet regeren, niet de leider of het humeur van de leider.’
***
Rabih Mroué neemt zelf geen standpunt in. Hij stuurt geen ideologisch gedachtegoed of politiek engagement de wereld in. ‘Mijn bedoeling is niet om ideeën wel of niet te veranderen. Mijn eerste zorg als kunstenaar is dat ik op de eerste plaats mezelf bevraag, dat ik met mezelf in discussie treed, dat ik mezelf provoceer en daarna het publiek, dat ik moeilijke en taboevragen aan mezelf stel. Het is veeleer een poging tot zelfkritiek. Een kritiek op de ideeën die we gewoon zijn, die we van kleins af aan ingelepeld krijgen. Een kritiek op de vanzelfsprekendheden die we op school, de universiteit, of in de geloofsgemeenschap meegekregen hebben. Het is een poging om de clichés en de tradities in vraag te stellen.’
Niet dat de performer Mroué snel tot die vraagstelling is gekomen. Er was een bepaalde evolutie in zijn denken en in zijn werk. Het was in ‘96, na afloop van de burgeroorlog, dat hij begon na te denken over wat gebeurd was. En geleidelijk aan is hij tot bepaalde inzichten gekomen. Inzichten die ook buiten Libanon van toepassing zijn.
‘Er zijn verschillende niveaus in het artistieke werk’, zegt Mroué. ‘Er zijn vragen die belangrijk en dringend zijn. Eén van die vragen is bijvoorbeeld of het nodig is om theater te maken. Als dat het geval is, hoe werkt theater dan? Is het noodzakelijk dat er een acteur of een performer is? En als dat het geval is, hoe moet die dan op de planken staan? Het zijn vragen die gemakkelijk en eenvoudig lijken, maar die erg ingewikkeld zijn en waarover er hard en diep nagedacht wordt. Het zijn vragen die betrekking hebben op de politiek. Wat is de relatie tussen kunst en politiek? Is er kunst zonder politiek engagement?
Zonder dat we op die vraag moeten antwoorden: belangrijk voor mij is dat de vragen de toeschouwer prikkelen zodat hij zelf vragen begint te stellen en tot onderzoek overgaat. Alleen al het nadenken over die vragen kan ons aanzetten om ons erfgoed te herbekijken en om ijtihad te doen.’ Met die laatste term verwijst Mroé naar een eeuwenoud en hevig debat binnen de islamitische wereld over de vraag of de gelovige de teksten en de overlevering zélf moet interpreteren, of gewoon de uitspraken van de religieuze leiders moet toepassen in zijn leven.
***
De vragen die Mroué zichzelf stelt, overstijgen religie, land of streek. Ze zijn overal van toepassing. Daarom is er ook met kunstenaars in Europa een goede verstandhouding en uitwisseling. ‘Er zijn gemeenschappelijke zorgen’, zegt hij. ‘Ik heb overal vrienden en ik raak met kunstenaars in discussie. Er zijn onderwerpen die geglobaliseerd zijn en gemeenschappelijk zijn geworden. De vraag rond theater, of over de relatie met de politiek of met het beeld, is gemeenschappelijk. Er is ook de kwestie van de ander. Wie is de ander en wie ben ik? Een vraag die Arabische kunstenaars maar ook Europese kunstenaars stellen.’
Ook in het omgaan met het publiek hanteert Rabih Mroué dezelfde kritische benadering. ‘Er is een publiek dat mijn werk volgt’, zegt hij. ‘Maar mijn doel is niet een groot en breed publiek te hebben of tot stand te brengen. Mijn doel is veeleer een ontmoeting te hebben met een publiek dat samengesteld is uit individuen. En dat is heel belangrijk. Het publiek is niet één lichaam.
Het vormt geen geheel, en zo komen we bij kritiek op het religieuze en sektarische discours dat vandaag overheerst in Libanon. Een discours dat de mensen benadert als groepen die tot een strekking of een religie behoren, en niet als individuen die tot de instellingen van de staat behoren, die dezelfde rechten hebben waaruit plichten vooruitvloeien. Individuen die geregeerd worden op basis van wetten die voor iedereen van toepassing zijn, onder de paraplu van de staat.’
Rabih Mroué stelt de relatie tussen de staat en het individu in vraag en trekt op die manier de aandacht op de problematiek van het individu in de samenleving. ‘Het individu in onze regio bestaat’, zegt hij. ‘Maar het ziet af in deze omgeving waarin geloofgemeenschappen het voor het zeggen hebben.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.