Meer Afghaanse burgerslachtoffers

Volgens het rapport “The Human Cost: The Consequences of Insurgent Attacks in Afghanistan” was 2006 het dodelijkste jaar voor de Afghaanse burgers sinds 2001. Bijna 700 burgers werden gedood in minstens 350 aanvallen, waarvan de meeste ‘speciaal gericht waren op burgers.’ In de eerste twee maanden van 2007 zijn er al 52 burgerlijke slachtoffers gevallen bij aanvallen van de Taliban.
‘De rebellen voeren steeds meer aanvallen uit met burgers als rechtstreeks doelwit. En zelfs wanneer ze militaire doelwitten proberen te treffen, zijn hun aanvallen zo onnauwkeurig dat de Afghaanse burgers als grootste slachtoffers eindigen’, zegt Joanne Mariner, de terrorisme en anti-terrorisme directrice van HRW.
Volgens het rapport zijn ook steeds meer hulpverleners, journalisten, religieuze leiders en werknemers van burgerlijke overheden het slachtoffer van aanvallen van de Taliban, omdat ze als spionnen of overlopers gezien worden.

Amerikaanse troepen

Het rapport vermeldt dat ook militaire operaties van de Afghaanse regering en internationale hulptroepen het leven gekost hebben aan meer dan 200 burgers. ‘Er is geen bewijs dat de coalitietroepen zich specifiek op de burgers richten, maar in bepaalde gevallen hebben de internationale troepen onzorgvuldige aanvallen uitgevoerd of hebben ze geen adequate voorzorgen genomen om de burgers te beschermen.’
Ook in Amerika is er dit weekend een rel ontstaan rond een officieel rapport over de dood van Afghaanse burgers door Amerikaanse troepen. In een recent rapport concludeert de Afghaanse mensenrechtencommissie dat Amerikaanse soldaten op 4 maart overdreven reageerden op een hinderlaag, waardoor 12 Afghaanse burgers om het leven kwamen en nog 30 anderen gewond raakten.
De soldaten zeiden dat ze mensen met wapens zagen, maar het onderzoek dat ondertussen door het Amerikaanse leger gestart is, vond geen bewijs van de aanwezigheid van vuurwapens, meldde de Amerikaanse krant Washington Post zondag.

Aanhoudend geweld

Ondertussen blijft het geweld in Afghanistan aanhouden. Nadat de Taliban in maart een woest lenteoffensief met duizenden zelfmoordaanslagen aankondigde, namen de aanvallen van Talibanstrijders de voorbije weken toe.  Ook deze week zijn er in Afghanistan verschillende bomaanslagen geweest, die vooral gericht waren op de lokale politie en buitenlandse militairen.
Maandag werden er in het noorden van Afghanistan meer dan tien politiemensen gedood door een zelfmoordaanslag. Het noorden van Afghanistan is nochtans rustig en aanslagen komen er zelden voor.
Zondag kostte een bomaanslag in het zuiden van het land het leven aan zeven NAVO-militairen. Dezelfde dag vielen strijders van de Taliban politiekantoren en lokale overheidsgebouwen aan in de provincie Kapisa, op 70 kilometer van de Afghaanse hoofdstad Kaboel. Het is voorlopig nog onduidelijk hoeveel slachtoffers er vielen. 

Minder woest dan verwacht

Ondanks de recente aanslagen zegt NAVO-commandant Dan McNeill dat het aangekondigde lenteoffensief van de Taliban minder woest is dan verwacht.
Hij suggereerde dat de rebellen niet aan hun eigen wrede verwachtingen kunnen voldoen omwille van de militaire acties van de Internationale Macht voor Veiligheidbijstand (ISAF), de 36.000-koppige NAVO-troepenmacht. Gedurende verschillende weken hebben de troepen veiligheidsacties onder de naam “Operatie Achilles” uitgevoerd in het zuiden van Afghanistan om de Talibanstrijders te ontwapenen.
McNeill verwacht dat de rebellen van tactiek zullen veranderen en meer zelfmoordterroristen zullen inzetten.  Hij zei dat de troepen alert moeten blijven voor eventuele nieuwe aanslagen.