Ontwikkeling moet spanningen onder Oeigoeren verminderen

Een jaar na de rellen tussen Oeigoeren en Han-Chinezen in de afgelegen autonome regio Xinjiang in China, de bloedigste confrontatie in tientallen jaren, is de rust weergekeerd in de hoofdstad Urumqi. Er zijn echter nog steeds spanningen en Beijing wil die met investeringen in ontwikkeling het hoofd bieden.
Op 5 juli 2009 verzamelde een groep Oeigoeren, Turkssprekende soennitische moslims die de grootste etnische groep vormen in Xinjiang, zich op het centrale plein in Urumqi om te protesteren tegen de overheid. Deze had in hun ogen te weinig actie ondernomen na een dodelijke aanval op Oeigoerse fabrieksarbeiders in de provincie Guangdong, 4800 kilometer naar oosten.
De vreedzame demonstratie werd al snel gewelddadig. Bij de rellen die volgden en waarbij Oeigoeren in botsing kwamen met Han-Chinezen, vielen 200 doden en 1600 gewonden. Volgens de regering vielen de doden vooral onder de Han.
Over de rellen is nog steeds veel onduidelijk. Mensenrechtengroepen zeggen dat Beijing het aantal Oeigoeren dat door Han-Chinezen werd vermoord, te laag inschat. Ook zouden de media het gewelddadige optreden van de politie verdoezeld hebben. Volgens de centrale regering hebben externe krachten het geweld aangezwengeld. 

Delfstoffen


De twee grootste Engelstalige Chinese kranten, China Daily en Global Times, pakten een jaar na de onlusten uit met voorpaginaverhalen. Ze kwamen echter met weinig details en vermeden Oeigoerse bronnen. Beide kranten brachten verhalen over Han-kinderen die wees werden omdat hun ouders tijdens de rellen door Oeigoeren werden gedood. Het orgaan van de Communistische Partij nam het verhaal uit China Daily over en de Engelstalige dienst van staatspersbureau Xinhua berichtte helemaal niet over de rellen van een jaar geleden.
Hoewel het momenteel rustig is in Urumqi, hebben de etnische spanningen de Chinese plannen om het westen van het land verder te ontwikkelen, aangespoord.
Het ontwikkelen van de uitgestrekte regio’ in het westen door migratie en investeringen is een prioriteit voor de communistische leiders van het land. Vorige week kondigde de centrale regering aan dat zij 79 miljard euro wil investeren in de regio.
Xinjiang, een regio rijk aan delfstoffen, speelt een centrale rol in de plannen van de overheid. De regio kreeg in de afgelopen jaren van provinciale en gemeentelijke overheden in totaal voor 464 miljoen euro hulp. Daarmee werden duizenden nieuwe banen gecreëerd, zegt Ma Dazheng, plaatsvervangend directeur van het Onderzoekscentrum voor Grensgeschiedenis en Geografie van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen.
 
Beijing heeft twee doelen in Xinjiang, zegt Ma: ontwikkeling en stabiliteit. En het een kan niet zonder het ander. Vaak wordt centraal beleid op lokaal niveau niet afgedwongen, waardoor het even kan duren voordat er resultaten zichtbaar worden, zegt hij.
“Ik kan niet voorspellen of er opnieuw geweld zal uitbarsten. De situatie is nu stabiel”, zegt hij. “Maar het is bekend dat de onderliggende spanningen nog niet zijn opgelost. Dus incidenten zijn onvermijdelijk, maar in de nabije toekomst verwacht ik geen grote onrust zoals die er vorig jaar juli was.” 

Gedwongen verhuizing


Vorige week publiceerde het Uyghur Human Rights Project (UHRP) een rapport over de onrust in Urumqi. De auteurs maakten daarbij gebruik van ooggetuigen. Het rapport gaat ook in op de economische, sociale en politieke factoren die de onrust beïnvloedden en de informatiestop die volgde.
Volgens het UHRP zou de politie zou op 5 juli het vuur geopend hebben op Oeigoerse demonstranten, er zouden Oeigoeren in elkaar geslagen zijn door burgers in juli en september en willekeurige arrestaties zouden de verdeeldheid tussen Oeigoeren en Han-Chinezen versterkt hebben.
 
Na het geweld legde de Chinese overheid het internet plat. Ook werden internationale telefoonverbindingen en tekstberichten geblokkeerd, zegt het UHRP. Het gevolg daarvan is dat er weinig bekend is over wat er gebeurde op de dag zelf en in de maanden daarna.
Critici van de Chinese regering zeggen dat Beijing bijdraagt aan de onrust door de migratie van Han-Chinezen naar het westen aan te moedigen. Dit zou leiden tot werkloosheid onder lokale etnische groepen.
“De migratie die zorgt voor een andere bevolkingssamenstelling in Xinjiang is één dimensie van het systematische Chinese beleid dat de Oeigoeren bedreigt”, schreef Carl Gershma, voorzitter van de National Endowment for Democracy in de Amerikaanse krant Washington Post.
 
“De Oeigoerse taal is vrijwel verdwenen uit schoolboeken, terwijl honderden boeken over Oeigoerse geschiedenis en cultuur verboden zijn. Het islamitische geloof van de Oeigoeren staat onder druk. Geestelijken worden gedwongen ‘patriottische heropvoeding’ te ondergaan en de bouw van moskeeën word strikt gecontroleerd.”
Om nog eens extra zout in de wonden te strooien, zegt Gershman, wordt in opdracht van de Chinese autoriteiten de oude stad Kashgar in het verre westen van Xinjiang afgebroken. Daardoor moeten 200.000 mensen (65.000 huishoudens) gedwongen verhuizen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.