Miren Etxezarreta over de Spaanse crisis en de beweging van de indignados
Tussen hoop en angst
De Spaanse crisis heeft volgens Miren Etxezarreta veel te maken met de positie van Spanje als periferieland binnen de Europese Unie. Maar evengoed is de crisis een uitdrukking van de contradicties binnen het neoliberale kapitalisme, contradicties die steeds sterker worden. Etxezarreta is professor Economie aan de Universitat Autònoma de Barcelona maar ze is vooral gekend om haar activiteiten in TAIFA, een groep deskundigen die een kritische visie op de economie formuleren. Ze maakt ook deel uit van het netwerk European Economists for an Alternative Economy.
Hoe is Spanje in die schuldenberg terecht gekomen? Een aantal jaren geleden kende het land een boomende economie.
Spanje is een land met een zwak productief systeem, wij zijn Duitsland niet. Onze economie draait op de bouwsector, het toerisme en de auto-industrie, sectoren die het niet bepaald goed doen. Spanje is traditioneel ook een land met een deficit in de handelsbalans: het land importeert meer dan het exporteert. Dat is traditioneel zo maar in de jaren van economische boom hebben de Spaanse banken zich diep in de schulden gestoken. De toetreding tot de euro maakte die schulden ook nog eens hoger. Maar geld was goedkoop, er was werk en men droomde van allerlei grote projecten. Door de crisis, in gang gezet in de VS, konden die schulden niet meer afbetaald worden. Het gegeven dat de inkomsten lager zijn dan de uitgaven, is een fenomeen dat zich heeft voorgedaan in alle landen in de periferie: Spanje, Portugal, Italië, Griekenland en ook Ierland.
Moest Spanje dit zo lijdzaam ondergaan?
Men kan aan de Spaanse overheid verwijten dat men voorzichtiger had kunnen zijn in het accumuleren van die schulden. Er is in zekere zin een probleem van wanbeleid. Men had ook kunnen opteren voor een meer sociaal beleid. Maar de oorsprong van de crisis is globaal. Precies de neoliberale globalisering heeft hoge schulden gestimuleerd.
Het is dus niet enkel een financiële crisis, de wortels liggen dieper.
Het is in mijn visie ook een zware crisis van de vraag. Sinds de jaren zeventig is er een dalende trend in de lonen van de arbeiders ten opzichte van de jaren voordien. Of liever: de lonen blijven nagenoeg stabiel maar de relatie tussen wat naar het kapitaal en wat naar arbeid gaat, verschuift. Het deel dat naar arbeid gaat, wordt kleiner, waardoor de koopkracht van de werknemers gestaag krimpt. Er vindt een negatieve herverdeling van de winst plaats. Aanvankelijk leverde dit geen probleem op, aangezien krediet goedkoop was. In 2006 is in Spanje de vraag groot, naar huizen en andere goederen, omdat er makkelijke toegang tot geld was. Mensen hadden ook werk om de leningen terug te betalen.
Met de crash in 2008 werd het geld duurder en vertaalde de financiële crisis zich in een economische crisis.
Men heeft het altijd over “overmatige uitgaven” maar ik denk dat het eerder een “gebrek aan inkomsten” is. De uitgaven zijn inderdaad zeer groot geweest omdat men in 2008-2009 heel veel middelen naar de financiële sector heeft overgeheveld. Men heeft ook heel veel moeten uitgeven aan werkloosheid. In Spanje treft die vijf miljoen mensen, op een actieve bevolking van 21 miljoen en een totale bevolking van 45 miljoen.
In 2009 zijn de inkomsten 18 tot 19 procent gedaald en in 2010 nog meer. Dit hangt ook samen met het neoliberale model waarin de belastingen sinds de jaren tachtig ook daalden.
Is het een oplossing uit de eurozone te stappen?
Uit de eurozone stappen zou alleen een devaluatie mogelijk maken, terwijl onze schuld in euro moet betaald worden. Er is geen makkelijke uitweg uit het mondiale kapitalisme. Het systeem is op een punt gekomen dat zijn contradicties steeds groter worden. Samir Amin noemt dit een “seniel kapitalisme”. Eén van die contradicties in de rijke landen is dat de koopkracht daalt. Ook Duitsland voelt dit maar het succes van Duitsland is dat het kan exporteren. Het land heeft echter een heel hoge publieke schuld.
In tegenstelling tot Spanje.
De Spaanse staatsschuld behoort tot de laagste van Europa. Wij hebben vooral private schuld, bij particulieren, bedrijven en banken. In het kapitalisme is het echter zo dat op een bepaald moment de publieke sector verantwoordelijkheid moet opnemen voor die private schuld. De schuld is privaat, maar de verantwoordelijkheid is van het hele land.
Maar ook het land zelf is niet bij machte een uitweg te formuleren.
De crisis is systemisch en kan niet op nationaal vlak opgelost worden, hoewel er wel een zekere beweegruimte is om een specifiek beleid te voeren. Zo heeft men miljoenen euro’s veil gehad om de financiële sector te redden, maar men is helemaal niet tegemoet gekomen aan de mensen die zonder huis achterbleven.
Wat ook opvalt is dat we in heel deze crisis voortdurend horen: “Merkel heeft dit gezegd, Sarkozy heeft dat beslist” en heel soms treden ook eens Baroso en Van Rompuy op de voorgrond. Maar nooit horen we iets over het Europees Parlement. Waar is de democratie?
Gelooft u nog in Europa?
In welk Europa? Sinds 1995 geven we met onze werkgroep elk jaar een memorandum uit over welk Europa we willen. In de kapitalistische globalisering waarin we ons vandaag bevinden, maakt Europa niet zoveel verschil uit. Het zou meer verschil kunnen maken als het zich zou scharen achter een progressief beleid maar nu hebben we een Unie die een neoliberaal programma stimuleert. Men zegt ook voortdurend: “we moeten een gezamenlijk beleid voeren”. Maar als je ziet wat dat beleid is, zou ik soms toch willen pleiten voor minder gezamenlijkheid.
U herkent zich dus wel in het protest van de indignados?
Als we geen progressieve alternatieven naar voor schuiven en het kapitalisme komt echt in de problemen, dan vrees ik dat fascisme het antwoord zal zijn.
Deze beweging maakt me heel blij. Ze komt natuurlijk niet uit de lucht gevallen. Het is het resultaat van talloze bestaande bewegingen. Tot de jaren ’90 werd er aan politiek gedaan via de politieke partijen, vanaf dan is er een groeiend ongenoegen over de manier waarop beleid gemaakt wordt. De partijen vertegenwoordigen niet meer wat de bevolking wil en er is een permanente zoektocht naar andere uitdrukkingsvormen van politiek bedrijven, van communicatie en van uiting van sociale ontevredenheid. Die zoektocht gebeurt niet bewust. Het gaat ook eerder om de praxis en om een netwerk van groeperingen: feministen, ecologisten, 15M. Dat is de voorbije maanden heel duidelijk geworden en is ook heel sympathiek. Mei ’68 heeft de wereld niet veranderd, maar het heeft wel sporen nagelaten.
Men verwijt hen vaak een gebrek aan ideologie
Dit is geen gebrek aan ideologie. Het is een progressieve ideologie, met ruimte voor diversiteit: nooit rechts, vaak links georiënteerd en soms ook heel radicaal in hun opstelling, bijvoorbeeld met een radicale keuze voor geweldloosheid en een radicale keuze om samen te werken in de diversiteit. Met een manifestatie alleen verander je de wereld niet, maar de capaciteit om over heel de wereld op hetzelfde moment zo’n activiteit te organiseren, is wel heel belangrijk. Dat is een kwalitatieve sprong voorwaarts van heel grote waarde.
U ziet hierin een teken van hoop voor de toekomst?
De wereldgemeenschap gaat vooruit, stap voor stap. Wereldwijd nemen vandaag duizenden groepen initiatieven voor een andere wereld. Ze hebben ook nieuwe vormen gevonden om dat te organiseren. Die mondiale verbondenheid is bij vroegere revoluties nooit gebeurd. In Nicaragua maakten de Sandinisten een revolutie (1979 nvdr) met de steun van het volk maar dat volk was niet revolutionair; mensen wilden gewoon een beter leven. En vanaf het moment dat ze merken dat het niet snel vooruit gaat of dat de revolutie niet de verwachte resultaten oplevert, zijn ze ontgoocheld en stemmen ze voor de rechter zijde.
Vandaag loopt het anders. Alle kleine initiatieven die vandaag her en der plaats vinden, doen het tegenovergestelde: ze vertrekken vanuit de basis. Het zijn nieuwe initiatieven die nog geen eengemaakte politieke uitdrukking vinden en het is ook nog niet zo duidelijk hoe die politieke uitdrukking er zal uit zien. Maar het is heel belangrijk die diversiteit te bewaren!
Hoe ziet u de beweging verder evolueren?
Ik vind die beweging zeer hoopvol, maar het fenomeen maakt me ook heel bang. De wereld van het kapitaal is elke dag wreder en zet mensen steeds meer onder druk. Als deze tegenbeweging zich doorzet, gaat dit nog tot zeer ernstige conflicten leiden want het kapitalisme laat dit niet toe. Dan kan het echt geweld gebruiken om de beweging de kop in te drukken.
De republiek in Spanje was ook een vooruitgang, maar daar is door de staatsgreep van Francisco Franco in 1939 ook een hardhandig antwoord op gekomen. Ook in Chili werd het sociaal progressief beleid beantwoord met een staatsgreep. Indien in de VS de democraten echt voor een progressief beleid zouden kiezen, weet ik niet wat daar zou gebeuren. Ik ben echt heel bang dat dit protest tot geweld leidt want ik ben ervan overtuigd dat het kapitalisme niet gauw een stap zal terugzetten. Er is wel degelijk een uitweg uit de crisis voor het kapitalisme, namelijk het fascisme. Daar ben ik heel bang voor.
Als we geen progressieve alternatieven naar voor schuiven en het kapitalisme komt echt in de problemen, dan vrees ik dat dit het antwoord zal zijn. Het is al merkbaar hoe extreem rechts zich versterkt in de VS, in Europa, ook hier in Cataluña.
De socioloog Immanuel Wallerstein stelde dat het kapitalisme zal bezwijken aan zijn eigen contradicties
Inderdaad, maar niet uit zichzelf. In oktober ’89 was ik in Rusland en niemand dacht toen dat de Muur zo snel zou vallen. Die Muur is ook niet uit zichzelf gevallen. De VS en Duitsland en nog andere krachten hebben geholpen.
Is 20 november een beslissend moment?
Niet echt. Mensen gaan stemmen, maar de politieke partijen zijn volledig in diskrediet geraakt. PP zal de verkiezingen winnen, en die zal niets doen om de situatie van de arbeiders te verbeteren, maar de PSOE deed dit ook niet. Er is geen leiderschap bij traditioneel links.
Buiten die gekende arena, is er een andere politieke klasse in wording, geen van partijpolitiek maar van politiek leiderschap. Er liggen ook tal van ontwerpen klaar. In onze groep TAIFA bestuderen we die maar we raken er niet door, zo’n aanbod is er.
Op papier
Dat is het probleem. Wat er ontbreekt is hoe we die overgang realiseren, hoe we van de huidige situatie bij het nieuwe model komen. Je kan dat moeilijk uittekenen, het gaat eigenlijk om zuivere praktijk, stap voor stap.
Lees ook:
De Spaanse Indignados: van verontwaardiging naar hoop, de reportage vanuit Barcelona en Madrid, die verscheen in MO*magazine van december 2011
Europa, de euro en de Spaanse schuldenlast over hoe de euro Spanje toeliet zich dieper in de schulden te steken
Portret van Ana en Jorge, indignados