Meerdere auteurs
Kinderrechten verdedigen is geen keuze, maar een plicht
“‘‘Internationale solidariteit is geen liefdadigheid, maar een plicht’’

© UNICEF Ethiopia / Demissew Bizuwerk (CC BY-NC-ND 2.0)

© UNICEF Ethiopia / Demissew Bizuwerk (CC BY-NC-ND 2.0)
Op de 31ste verjaardag van het Kinderrechtenverdrag valt er weinig te vieren, schrijven drie vertegenwoordigers van de Vlaamse Jeugdraad. Eén op zes kinderen groeit op in een conflictgebied. Elk vier minuten sterft een kind door geweld. En terwijl genocides plaatsvinden in Palestina, Soedan en Congo, bespaart België op ontwikkelingssamenwerking. Zwijgen is medeplichtigheid. Kinderrechten verdedigen is geen keuze, maar een plicht.
Op de 31ste verjaardag van het Kinderrechtenverdrag, valt er weinig te vieren. België ondertekende het akkoord samen met bijna alle landen ter wereld, als belofte om kinderen te beschermen tegen geweld, armoede en onrecht. Maar vandaag klinkt die belofte hol. Te veel kinderen groeien nog steeds op in onzekerheid, conflict en wanhoop.
Terwijl de wereld brandt, doven kinderrechten in de schaduw van politieke belangen. En wij – jongeren – kunnen niet stilzwijgend toekijken. Zwijgen is geen optie.
Reality check
Eén op zes kinderen groeit op in een conflictgebied. Eén miljard leeft in regio’s met een hoog klimaatrisico. 333 miljoen kinderen leven in extreme armoede. Elke vier minuten sterft een kind door geweld. Het aantal kinderrechtenschendingen steeg in 2024 met 25 procent. Het is een realiteit die we niet kunnen negeren, maar zelden echt voelen.
Ze lijken ver weg, maar via nieuwsberichten en sociale media komen ze onze huiskamers binnen. Toch staan we zelden stil bij wat deze voortdurende blootstelling aan geweld met kinderen doet – niet alleen fysiek, maar ook mentaal. En nog minder gaan we met kinderen in gesprek over wat de staat van onze wereld betekent voor hen én hun toekomst.
Terwijl deze cijfers blijven stijgen, vinden ondertussen genocides en oorlogen plaats in onder andere Palestina, Soedan, Congo en zoveel andere plekken die onderbelicht blijven. Het zijn tragedies die nauwelijks in de westerse media verschijnen, terwijl kinderrechten daar dagelijks worden geschonden.
Kinderen verliezen hun recht op leven, veiligheid, onderwijs en een toekomst en groeien op tussen puin, angst en honger. Dit terwijl beleidsmakers vaak wegkijken of er simpelweg niet over spreken. Dit zijn geen toevallige rampen, maar gevolgen van een wereld die bepaalt wiens lijden zichtbaar mag zijn en wiens niet. Wat we niet zien, wordt vergeten en juist daar herhaalt de geschiedenis zich.
Niet enkel elders
Wie denkt dat kinderrechtenschendingen een ver-van-ons-bed fenomeen zijn, vergist zich. Ook in België krijgen kinderen te maken met armoede, instabiele woonomstandigheden, lange wachttijden in de jeugdhulp en toenemende prestatiedruk en verwachtingen. De problemen verschillen van die in conflictgebieden, maar wortelen in dezelfde realiteit: beleidskeuzes bepalen rechtstreeks hoeveel bescherming een kind krijgt.
De verwevenheid van mondiale en lokale problemen dwingt ons om verantwoordelijkheid te nemen. Internationale solidariteit mag niet worden gezien als een vrijblijvende keuze of een daad van goedheid, maar als een plicht. Niet uit medelijden, maar uit rechtvaardigheid. Want zwijgen of wegkijken maakt ons medeplichtig aan het voortbestaan van onrecht.
Als samenleving moeten we de vraag durven stellen: beschermen we de kinderrechten écht, of laten we politieke en economische belangen voorgaan?
‘Als je neutraal blijft in situaties van onrecht, kies je de kant van de onderdrukker.’Desmond Tutu
Beleidsmakers gooien met woorden en symbolische gebaren, maar deze staan niet in balans met hun daden. Daar waar hoop en toekomst ontnomen wordt van kinderen, worden ze gereduceerd tot cijfers en headlines. Stilte en onverschilligheid voeden elkaar. Jong en oud komen op straat, delen beelden, schrijven petities. Toch lijkt er weinig te veranderen op het politiek toneel. Gebieden worden gebombardeerd, kinderen raken verminkt en verdwijnen onder het puin, terwijl in onder andere Palestina, Soedan en Congo genocides zich herhalen voordat er wordt gehandeld.
Elk gebrek aan reactie heeft een menselijke prijs. We mogen niet wennen aan het normale van onrecht. Kinderen verdienen het niet om speelbal te zijn in een politiek schaakbord, maar hebben recht op bescherming, veiligheid en vooral de kans om kind te zijn. Stilte mag nooit een optie zijn.
Politici dragen een duidelijke verantwoordelijkheid. Empathie zonder politieke keuzes blijft louter symbolisch. Het Kinderrechtenverdrag herdenken heeft alleen zin als we bereid zijn het ook te handhaven. Toch besloot de federale regering dit jaar om 25 procent te besparen op ontwikkelingssamenwerking, uitgerekend in een tijd waarin de wereld geteisterd wordt door oorlog, genocides, klimaatverandering en humanitaire crises.
Dat net internationale solidariteit onder druk staat, zegt veel over onze prioriteiten. Deze besparing maakt namelijk weinig verschil in het dichten van het begrotingstekort, maar heeft voelbare gevolgen voor kwetsbare bevolkingsgroepen wereldwijd. Bovendien staat deze keuze haaks op het draagvlak binnen de samenleving, waarbinnen de meerderheid streeft naar een sterke internationale samenwerking.
Burgerschapseducatie, de sleutel tot verandering
Om die praktijk duurzaam te maken, moeten we kinderen de ruimte geven om te leren wat solidariteit betekent. Burgerschapseducatie is daarbij cruciaal. Als jongeren moeten we kunnen nadenken over macht, rechtvaardigheid en onze rol in de wereld. We moeten de kans krijgen om vragen te stellen, om te reflecteren over nieuwsbeelden en om oplossingen te bedenken. Dat vraagt om toegankelijke informatie over democratie, mensenrechten en internationale samenwerking.
Bovendien moet elk kind ongeacht afkomst, regio of sociaal milieu evenveel toegang hebben tot burgerschapseducatie en participatie. Enkel zo kunnen we een generatie vormen die begrijpt dat solidariteit geen gunst is, maar een verantwoordelijkheid. Maar jammer genoeg lijkt ook dit geen prioriteit te zijn van de regering.
Internationale solidariteit is geen liefdadigheid, maar een plicht. Kinderrechten zijn universeel en ondeelbaar. Zolang één kind lijdt onder oorlog, armoede of onderdrukking, is er werk aan de winkel. Dat vraagt meer dan de jaarlijkse herdenking van een verdrag. Het vraagt politieke keuzes, publieke aandacht en maatschappelijke moed.
Vandaag zouden we geen verjaardagskaarsjes moeten uitblazen, maar een belofte vernieuwen: dat we niet zwijgen en wegkijken, maar handelen. Niet uit medelijden maar uit plicht.
Noura Kaddaoui is jongerenadviseur voor onder andere gelijke kansen en internationaal bij de Vlaamse Jeugdraad, Nicole Cabezas Loja en Femke Dreezen zijn VN-jongerenvertegenwoordiger Kind en Jeugdrechten bij de Vlaamse Jeugdraad.
De meningen en standpunten in deze opiniebijdrage zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs die van de MO*redactie.
Lees ook
Niets missen?
Abonneer je op (één van) onze nieuwsbrieven.




