Case 2: De grote olympische greenwash-actie van Rio Tinto
CATAPA
17 juni 2013
Eind juli 2012 vonden de Olympische Spelen in Londen plaats. Samen met de hele wereld bereidde Londen zich voor op de ‘groenste spelen ooit’, waar 4700 medailles, die gemiddeld 6 gram goud bevatten, werden uitgedeeld. Het goud, zilver en brons dat hiervoor nodig was, werd voor het overgrote deel geleverd door mijnbouwgigant Rio Tinto.
Dit artikel maakt deel uit van het
dossier Is uw gsm goud waard?
Lees ook:
Case 2: De grote Olympische greenwash-actie van Rio Tinto
Voor de Olympische Spelen werd een beroep gedaan op twee van hun allesbehalve groene mijnen: de Kennecott-goud- en kopermijn in Utah en de nieuwe Oyu Tolgoi goud- en kopermijn in Mongolië.
Het organiserende comité van de Olympische Spelen in London 2012 (LOCOG) communiceerde het groene engagement als volgt: “Leveranciers en licentiehouders moeten ervoor zorgen dat de producten en diensten worden ingekocht en geproduceerd volgens een reeks internationaal aanvaardbare ecologische, sociale en ethische richtlijnen en normen.” Rio Tinto behoort tot de top vijf van grootste mijnbouwbedrijven ter wereld, met sites verspreid over meer dan vijftig landen van Noord-Amerika tot Australië. Maar Rio Tinto is ook eigenaar van enkele van de meest vervuilende mijnbouwsites op aarde met een grote ecologische impact en een enorm hoge CO2-uitstoot, boven de toegelaten waarden. De mijnen van Rio Tinto veroorzaken heel wat milieuproblemen zoals luchtvervuiling, waterschaarste, daling van de grondwaterspiegel, grondwatervervuiling, vervuiling van het milieu met zware metalen, … Bovendien worden de lokale gemeenschappen niet geïnformeerd over de blootstelling aan chemicaliën, het vervuilde water en de vervuilde lucht.De mijnen brengen de volksgezondheid in gevaar en schenden de mensen- en milieurechten. Er lopen meer dan 8000 klachten van de lokale bevolking tegen Rio Tinto over onder meer verkrachting, geweld, brandstichting, verdrijving van de bevolking, militaire repressie en bedreiging.
Rio Tinto voldeed dus niet aan de duurzaamheidscode van de Olympische Spelen 2012 en toch werd het bedrijf geselecteerd als sponsor voor de levering van goud, zilver en brons voor de medailles, het belangrijkste symbool van de Olympische Spelen. Rio Tinto voerde propaganda en beweerde algemeen erkende waarden te hanteren zoals respect, teamwerk, personeelsondersteuning, lange termijnvoordelen voor de lokale bevolking, transparantie en een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk. De Responsible Jewellery Council (RJC), een overkoepelend orgaan uit de conventionele sector, certificeerde Rio Tinto als eerste naar aanleiding van de Spelen. Rio Tinto beschouwde de Olympische Spelen als een kans om zijn duurzame manier van werken aan de wereld te tonen. Maar in plaats van de uitgeputte mijnsites te saneren en milieu- en gezondheidsonderzoeken uit te voeren, investeerde het bedrijf als sponsor grote bedragen om zijn eigen imago op te poetsen. Vandaar de benaming: de grote olympische greenwash-actie, in plaats van groene spelen.
De verwoestende geschiedenis van mijnbouwmultinational Rio Tinto en de huidige rol van het bedrijf in Mongolië en bij de Olympische Spelen leidden tot sterke reacties vanuit het Britse middenveld. Zo lanceerde de vakbond United Steel Workers (USW) een campagne: Rio Tinto off the Olympic Podium. Daarmee wilde de bond duidelijk maken dat de werkwijze van Rio Tinto niet overeenstemt met de Olympische idealen. Het London Mining Network lanceerde de Greenwash Gold-campagne. In april 2012 vond een protestmars plaats tijdens Rio Tinto’s jaarvergadering voor het hoofdkantoor in Londen, dichtbij het Londense parlement. Via deze externe druk wilde het middenveld aandacht vragen voor de problematiek en zo het Internationaal Olympisch Comité dwingen om zijn selectieprocedure voor sponsors te veranderen.