Conflict over energie kost activisten het leven

Het conflict tussen het gasbedrijf en de niet-gouvernementele organisatie FRENA (Frente de Resistencia en Defensa de los Recursos Naturales y Derechos de los Pueblos de Guatemala), liep zo hoog op, dat de regering tussen december 2009 en februari 2010 verschillende constitutionele rechten opschortte. Het recht op bewegingsvrijheid en vrijheid van meningsuiting en vergadering werd ingeperkt en de politie kreeg meer macht.
De moorden op mensenrechtenactivisten leidden alom tot verontwaardiging. ” De IACHR, de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten, dringt er bij de staat op aan om de misdrijven zo snel mogelijk op te lossen en de daders te veroordelen”, zei de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) onlangs in een persverklaring.

Extra risico

Uit een rapport van mensenrechtenorganisatie Udefegua blijkt dat in 2009 zestien mensenrechtenactivisten werden vermoord. In datzelfde jaar werden 353 aanvallen op activisten uitgevoerd, een toename van 36 procent vergeleken met 2008 en 83 procent meer dan in 2000.
Het Centraal-Amerikaanse land met dertien miljoen inwoners kent het hoogste aantal moorden ter wereld: 47 per 100.000 inwoners in 2007, staat in een VN-rapport uit 2008 (Development Programme Statistical Report on Violence).
In 2009 werden 6451 moorden gepleegd, bijna 18 per dag. Slechts 230 zaken kwamen voor de rechter. Mensenrechtenactivisten lopen al veel langer extra risico in Guatemala.