Dure olie vloek en zegen voor milieu

Hoge olieprijzen zijn goed, zeggen milieubeschermers. Ze zetten consumenten aan zuiniger om te gaan met energie en maken hernieuwbare energiebronnen financieel aantrekkelijker. Maar een nieuw VN-rapport noemt schommelende energieprijzen slecht voor duurzame ontwikkeling, zelfs in landen die olie of andere energiebronnen exporteren.
Olie blijft het smeermiddel van de wereldeconomie, stellen de auteurs van ‘Trends in Sustainable Development’, een studie van het Departement van Economische en Sociale Aangelegenheden (DES) van de VN. De grootste economieën moeten steeds meer olie importeren. China voerde in 2000 30 procent in van de olie die het land verbruikte, en in 2004 was dat al meer dan de helft. In de Verenigde Staten steeg het aandeel al tot 59 procent.

Stijgende olieprijzen hebben een effect op het verbruik, en dat is meestal het eerste merkbaar in de armste landen, zegt David O’Connor van de Afdeling voor Duurzame Ontwikkeling van het DESA. Maar er spelen veel factoren mee, onder andere de mogelijkheid om op andere energiebronnen over te schakelen.

De armste landen zijn eigenlijk nog niet zo sterk afhankelijk van aardolie. Van de meer dan 6 miljard mensen op deze planeet, koken en verwarmen er nog altijd 2,4 miljard mensen met hout, houtskool, oogstafval en mest. Meestal is dat traditionele gebruik van biomassa inefficiënt, en in sommige landen leidt het ook tot ontbossing. Bovendien veroorzaken al die open vuurtjes in de keuken veel gezondheidsproblemen.

Landen die rijker worden, schakelen over op fossiele brandstoffen. Veel handiger en lokaal minder vervuilend. In alle ontwikkelingslanden krijgen ook steeds meer mensen elektriciteit in huis. In Zuid- en Oost-Azië loopt het gebruik van biomassa daardoor sinds de jaren 80 scherp terug. Afrika bezuiden de Sahara hinkt nog ver achterop, en in absolute aantallen moeten ook in Zuid-Azië nog enorm veel mensen het zonder stroom of fossiele brandstoffen redden.

Wereldwijd zullen fossiele brandstoffen - naast aardolie ook aardgas en steenkool - de energievoorziening de komende decennia blijven domineren. Olie alleen al zal nog altijd meer dan een derde van de primaire energie blijven leveren, voorspellen de VN. Vooral de transportsector zal nog jarenlang steeds meer benzine en diesel blijven verbruiken.

De ontwikkelingslanden, waar het verbruik nog het meest zal toenemen, zullen moeten zien dat ze die facturen kunnen blijven betalen. Landen die zelf olie produceren, kunnen minder van die kostbare grondstof exporteren, wat ook problemen met zich meebrengt. Prijsschommelingen maken het landen nog moeilijker om een goed investerings- en diversificatiebeleid te voeren.

Ook de luchtvervuiling die het massale verbruik van fossiele brandstoffen met zich meebrengt, stelt ontwikkelingslanden voor problemen. De VN wijst er wel op dat die landen kunnen profiteren van de technologische en stedenbouwkundige ontwikkelingen die rijke landen hebben toegelaten het probleem gedeeltelijk onder controle te krijgen.

De studie looft onder meer het verkeersbeleid in Singapore, dat via variabele tolheffingen op elk tijdstip en op elke dag van de week een overvloed aan voertuigen op zijn wegen probeert tegen te gaan. Ook Londen heeft tolsysteem ingevoerd om de verkeersaders van de stad niet te laten dichtslibben. (PD/ADR)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.