Honger in de wereld neemt weer toe

De wereld lijkt de strijd tegen de honger te verliezen. Na een duidelijke daling in de eerste helft van de jaren 90 is het aantal hongerlijders in de tweede helft van het voorbije decennium met 18 miljoen gestegen. Dat blijkt uit de nieuwste editie van ‘State of Food Insecurity in the World’, een rapport van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) dat vandaag (dinsdag) gepubliceerd wordt.





Volgens de recentste cijfers van de FAO lijden nu 798 miljoen mensen in de ontwikkelingslanden chronisch honger. In de industrielanden (voornamelijk in de voormalige landen van het Oostblok) kampen nog eens 42 miljoen mensen met voedselgebrek. De FAO legt er wel de nadruk op dat dit schattingen zijn op basis van gegevens die vaak onvolledig of moeilijk te verkrijgen zijn. De gegevens hebben betrekking op de periode 1999-2001.

Zorgwekkend is vooral de trendbreuk: tussen 1990-1992 en 1995-1997 daalde het aantal hongerlijders in de wereld nog met 37 miljoen, maar tussen 1995-1997 en 1999-2001 steeg het aantal opnieuw met 18 miljoen. De aangroei vond vooral plaats in de ontwikkelingslanden. Op die manier wordt de doelstelling om het aantal wereldburgers dat chronisch ondervoed is tegen 2015 te halveren - één van de Millennium Development Goals die de internationale gemeenschap in 2000 formuleerde - uiteraard onhaalbaar. De FAO rekent voor dat daartoe elk jaar nu al 26 miljoen mensen uit de hongerstatistieken zouden moeten verdwijnen.

De strijd tegen de honger wordt bemoeilijkt door de bevolkingsgroei in de ontwikkelingslanden. In relatieve termen is de honger er nog altijd op de terugweg. In de periode 1990-92 leed 20 procent van de bevolking in de ontwikkelingslanden honger, in de periode 1999-2001 was dat aandeel geslonken tot 17 procent.

Het hongerprobleem werd het afgelopen decennium erger in Afrika en het Midden-Oosten. In Latijns-Amerika en Azië levert de strijd tegen de ondervoeding meer succes op, al zijn er ook hier tegenslagen. India stagneert bijvoorbeeld: de eerste helft van de jaren 90 daalde het aantal hongerlijders er met 20 miljoen, maar in de vijf jaar daarna kwamen er weer 19 miljoen probleemgevallen bij. India telt nog altijd 214 miljoen inwoners die te weinig te eten hebben.

China kan de beste resultaten voorleggen; het telde in 2001 58 miljoen hongerlijders minder dan in 1990. Het ritme van die afname wordt de laatste jaren wel langzamer. Naast China deden slechts 18 ontwikkelingslanden over heel het voorbije decennium een dalende lijn optekenen. Voorbeelden uit die lijst zijn Vietnam, Thailand, Sri Lanka, Peru, Brazilië, Ghana en Namibië.

In 26 landen werden de statistieken het voorbije decennium gestaag slechter. Het gaat vooral om landen waar conflicten woeden: Afghanistan, de DRC, Liberia en Irak bijvoorbeeld. Maar ook de Filipijnen en de Kenia brachten het er slecht af.

Landen waar de situatie in de eerste helft van de jaren 90 beter werd maar waar de honger nu weer in opmars is, zijn naast India ook bijvoorbeeld Pakistan, Indonesië, Nigeria, Colombia en Sudan. Omgekeerd zijn onder meer Bangladesh, Cambodja, Haïti, Nicaragua, Mozambique en Uganda nu op de goede weg nadat de honger er de eerste helft van de jaren 90 nog toenam.

In de transitielanden werd de honger in de jaren 90 teruggedrongen in de Baltische landen en Oost-Europa, terwijl de voedseltekorten in veel voormalige Sovjet-staten duidelijk toenamen. Landen als Azerbeidzjan, Kazachstan, Oezbekistan en Georgië tellen 20 tot 34 procent ondervoede burgers, terwijl het aandeel in Armenië en Tadzjikistan nog hoger zou liggen.

De overhaaste en chaotische omschakeling naar de markteconomie is de belangrijkste oorzaak van de problemen in de transitielanden. Op de andere continenten zorgen conflicten en ongunstige weersomstandigheden voor de meeste hongerellende. In Afrika bezuiden de Sahara houdt is ook de aids-epidemie een belangrijke factor. Landen waar meer dan vijf procent van de bevolking seropositief is, zagen het aandeel hongerlijders in hun bevolking stijgen van 25 procent in 1980 tot ongeveer 37 procent in 2001. In Afrikaanse landen waar minder mensen met HIV geïnfecteerd zijn, daalde het aandeel ondervoede burgers tot ongeveer 26 procent.

De FAO vindt dat de regeringen in de probleemlanden dringend een echt anti-hongerbeleid moeten gaan voeren. Ze moeten meer investeren in de landbouw en in landhervormingen, meer banen creëren voor arme mensen en snel met noodhulp reageren op beginnende voedselproblemen. Het ‘Nul Honger Project’ van de Braziliaanse regering krijgt in dat opzicht van de FAO een positieve vermelding.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.