Kenia discussieert over hek rond wildreservaat

Het Nairobi National Park is 118 vierkante kilometer groot en een van de weinige wildparken waar de bezoeker bijna zeker is dat hij een zwarte neushoorn in zijn natuurlijk habitat kan zien. De noord-, west- en oostkant van het park zijn al omheind. Het zuiden van het wildpark geeft uit op de Athi-Kapiti-vlakte en Kitengela-corridor waarnaar de dieren tijdens het regenseizoen kunnen uitwijken en een doorgang hebben naar andere parken.

Vastgoedboom

Maar de vastgoedmarkt in de streek bloeit als nooit te voren en er komen steeds meer mensen te wonen in Ongata Rongai en Athi River, twee nederzettingen in het gebied. Ze vinden er werk in de bloementeelt en vrijhandelszones. De meerderheid van de meer dan 40.000 landeigenaars in de streek spelen in op de vastgoedboom en verkopen hun land. Amper 120 eigenaars gingen in op de vraag van de Vrienden van het Nairobi National Park en de Amerikaanse natuurbeschermingsorganisatie Wildlife Trust om in ruil voor een premie hun land in de streek niet te laten bebouwen.
Het grootste deel van de corridor en de vlakte is nu toch al zo goed als onbeschikbaar voor wilde dieren, zegt Simon Makallah. Hij is een van de auteurs van een studie in opdracht van de Oost-Afrikaanse Wildlife Society, een invloedrijke organisatie in Kenia, die al in 2003 vaststelde dat conflicten tussen mens en dier er dagelijkse kost waren geworden.
De Wildlife Society vindt dat het park maar best zo snel mogelijk helemaal afgesloten wordt om aan die conflicten een einde te maken. “Als we een natuurvriendelijke ontwikkeling hadden aan het zuiden van het park, zou een hek misschien niet nodig zijn. Maar omdat er geen realistische actie komt, moeten we wel”, zegt ook Paul Omondi, sociaal wetenschapper aan de Moi-universiteit in Eldoret, uit het noordwesten van Nairobi.

Ngorongoro

Het belangrijkste Keniaanse dierenbeschermingsagentschap, de Kenya Wildlife Service, wil van geen hek weten. Directeur Julius Kipng’etich suggereert dat de de overheid het land zou moeten overnemen. Maar dat zou zelfs volgens terughoudende schattingen zo’n 2 miljard euro kosten.
De beroemde natuurbeschermster Daphne Sheldrick gelooft dat als het programma om landeigenaars te overtuigen in elkaar stuikt, het park wel een hek moet krijgen voor de mens het helemaal wint van de dieren. “Wat binnen die beperkingen van een afgeschermd park kan overleven, zal overleven. De rest zal sterven.”
Ze verwijst naar het voorbeeld van de wereldberoemde Ngorongoro-krater in Tanzania, die op zijn breedste punt een diameter van 25 kilometer heeft. “Trekdieren als wildebeesten, zebra’s en gazellen trekken daar van de ene plek naar de andere in een eindeloze cirkel. Het is dus mogelijk een waardevol wildpark te hebben in een afgesloten ruimte.”