Mexicaanse vakbond in oorlog met regering over pensioenen

De hervorming van de Mexicaanse sociale zekerheid was een verkiezingsbelofte van de conservatieve president Vicente Fox, maar intussen zijn al vijf van zijn zes ambtsjaren verstreken zonder dat er iets van in huis kwam. Hij kan nochtans rekenen op de steun van het parlement, dat vorig jaar een wet goedkeurde om het Mexicaanse Instituut voor Sociale Zekerheid te hervormen zodat het betaalbaar blijft op lange termijn. De pensioenen van de werknemers van dat instituut kostten de staatskas in 2004 meer dan 1 miljard 600.000 euro; dat is meer dan wat de staat jaarlijks uitgeeft voor de werking van de ruim 1900 ziekenhuizen, 442 sportcentra en 260 funeraria van het instituut zelf. Volgens de autoriteiten is het Instituut voor Sociale Zekerheid bankroet en staat de hele Mexicaanse sociale zekerheid op instorten.

De vakbond van het instituut staat met geslepen messen klaar. Ze wil niet weten van de geplande bezuinigingen, en eist in de plaats een loonopslag van 10 procent. Als ze hun stakingsdreiging uitvoeren, treffen ze de 16 miljoen Mexicanen en hun families die de op de instellingen van het instituut een beroep doen.

Momenteel dragen de werknemers van het instituut drie procent van hun loon af voor hun pensioen. Ze kunnen na 28 dienstjaren met pensioen gaan, hoe oud of jong ze dan ook zijn en hun pensioen blijft mee stijgen met het loon van de werknemers. De gemiddelde pensioenleeftijd is 53 jaar en het gemiddeld pensioen bedraagt meer dan 830 euro per maand.

Dat staat in schril contrast met de meerderheid van de Mexicaanse gepensioneerden. Die kunnen niet voor hun 65e op pensioen en krijgen dan niet meer dan 170 euro per maand.

Als de hervormingen er komen, zullen nieuwe werknemers van het instituut minder vroeg met pensioen kunnen en zelf meer moeten bijdragen aan hun pensioen, dat ook nog eens lager zou liggen. De vakbond vindt dat totaal onbespreekbaar. Toen de directeur van het instituut, Santiago Levy, zich vorige maand bereid toonde aan enkele voordelen te tornen, schilderden vakbondsleden Levy, joods varken en Als Hilter nog leefde zou Levy niet bestaan op de muren van een van de instituutsgebouwen in de hoofdstad. In een poging de vastgelopen onderhandelingen weer vlot te trekken, heeft de Mexicaanse regering Levy intussen vervangen door een nieuwe directeur.

De regering-Fox zal toegeven aan de druk van de vakbond, omdat ze aan het eind van haar ambstermijn is gekomen en geen belang heeft nu sociale onrust te zaaien, voorspelt financieel analist Sergio Palacios. (ADR)