Regering-Bush holt milieuwetgeving verder uit

Sinds enkele maanden is het in de VS niet meer verplicht om een
milieueffectenrapport op te stellen en een openbaar onderzoek te doen als
een bedrijf een concessie vraagt om te rooien of te boren in een openbaar
bos. Het is volgens de Amerikaanse Natural Resources Defence Council één
van de honderd streepjes op de kerfstok van de Amerikaanse regering. Het
is niet de eerste keer dat de milieubescherming in Amerika op de helling
staat, maar nooit is de uitholling van milieuwetgeving zo verreikend,
heimelijk en destructief geweest als onder de regering-Bush en het nieuwe
Congres, zegt Gregory Wetstone, de onderdirecteur van de NRDC. Volgens de
NRDC is het geen toeval dat het aantal dubieuze benoemingen en
bemoeienissen is toegenomen sinds november, toen de Republikeinen hun
meerderheid in de Senaat herstelden.

De uitholling gebeurt vaak op subtiele wijze, zegt Wetstone. Belangrijke
wijzigingen in het beleid worden nog wel officieel bekend gemaakt, maar de
EPA, de Amerikaanse Dienst voor Milieubescherming, doet dat nu op
vrijdagnamiddag of bijvoorbeeld als er een nationale verlofdag op komst is.
Zo werden wijzigingen in de Clean Air Act aangekondigd vlak voor
Thanksgiving en oudejaar. De wijziging van die milieuwet was ongetwijfeld
de meest omstreden beslissingen van het afgelopen jaar. De Clean Air Act
verplichte energiebedrijven die hun installaties willen vervangen of willen
uitbreiden om de modernste zuiveringsinstallaties te plaatsen. Eind vorig
jaar werd de verplichting (opgelegd door een paragraaf die bekend staat als
de New Source Review) afgeschaft. Sindsdien hebben meer dan 13.000 burgers
en 1.000 geneesheren verzet aangetekend. Volgens de milieubeweging wil Bush
nu ook de Clean Water Act uithollen door de definities voor moerassen,
meren en rivieren te herzien.

Op een persconferentie vorige week donderdag in Washington beklaagden
diverse prominente wetenschappers zich over de politieke bemoeienissen bij
de aanstelling van de (honderden) wetenschappelijke panels die de federale
regering adviseren op het vlak van volksgezondheid en milieu. Aan het
Nationale Gezondheidscentrum voor Ecologische Gezondheid bijvoorbeeld,
werden 15 van de 18 leden van een comité dat advies verstrekt over de
impact van chemische chemicaliën, vorig jaar gewipt. Eén van de nieuwe
leden is de voormalige voorzitter van de het Toxicologische Instituut van
de Chemische Industrie.

Achter die weinig zeggende titels en onbekende namen gaat een stille
revolutie schuil. De regering-Clinton deed dit niet, zegt Lynn Goldman
van de Bloomberg School of Public Health aan de Johns Hopkins Universiteit.
Ze sluiten mensen uit op basis van een soort van lakmoesproef.

David Michaels van de George Washington Universiteit voor Volksgezondheid
vergelijkt de houding van de regering-Bush met die van de tabaksindustrie.
Als er beslissingen moeten genomen worden over de volksgezondheid, doet de
regering steeds één ding: de schouders ophalen en zeggen dat het
wetenschappelijk bewijs (over een bepaald gezondheidsrisico) niet sluitend
is. Vervolgens wordt elke beslissing uitgesteld.