Investeren in kennis

INVESTEREN IN KENNIS Wetenschap, technologie en innovatie zijn voor de Minst Ontwikkelde Landen geen luxe, ze zijn pure noodzaak voor een duurzame economische groei. Volgens een nieuw VN-rapport kunnen gerichte kennishulp, gecontroleerde braindrain en een minder strikt regime van intellectuele eigendomsrechten de landen daarbij helpen.

 ‘ONTWIKKELINGSHULP HERORIËNTEREN’
De economische vooruitgang in de vijftig armste landen ter wereld wordt afgeremd door hun technologische achterstand. Dat stelt de VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) in zijn nieuw rapport Kennis, technologisch onderwijs en innovatie voor ontwikkeling. De kenniskloof tussen arme en rijke landen is immens. Het aantal inschrijvingen voor universiteiten en hogescholen ligt in rijke landen maar liefst twintig keer hoger dan in de Minst Ontwikkelde Landen. De regeringen besteden er hooguit 0,3 procent van hun begroting aan onderzoek en ontwikkeling, acht keer minder dan in rijke landen. ‘Nochtans zijn wetenschap, technologie en innovatie noodzakelijk voor duurzame economische groei’, zegt Dr. Padmashree Gehl Sampath, onderzoekster aan de VN-universiteit in Maastricht en medewerker aan het VN-rapport. ‘Om uit hun armoedeval te ontsnappen moeten de Minst Ontwikkelde Landen een nieuw beleid ontwikkelen om de technologiekloof te overbruggen.’ Investeringen in infrastructuur, menselijk kapitaal en financiële systemen zijn daarbij vitaal. Maar volgens UNCTAD zullen de vijftig armste landen ter wereld het kennisprobleem nooit in hun eentje kunnen oplossen. Het klassieke argument dat meer openheid voor internationale handel en investeringen vanzelf nieuwe technologie introduceert in ontwikkelingslanden, gaat volgens UNCTAD niet op voor de Minst Ontwikkelde Landen. De VN-organisatie vraagt rijke landen dan ook hun ontwikkelingsbudgetten meer te oriënteren naar kennispromotie.
‘Ontwikkelingshulp is minder efficiënt dan ze zou kunnen zijn omdat ze de essentiële rol van technologie in economische groei niet erkent’, aldus UNCTAD. ‘De meeste geïndustrialiseerde landen hebben programma’s om hun nationale innovatiecapaciteit te versterken. Maar in hun ontwikkelingshulp ontbreken wetenschap, technologie en innovatie vaak.’ Concreet: in de periode 2003-2005 werd honderd keer meer ontwikkelingshulp besteed aan programma’s die goed bestuur promoten dan aan investeringen in landbouwtechnieken. UNCTAD: ‘Hoewel goed bestuur absoluut belangrijk is, is het moeilijk te begrijpen hoe een land goed bestuur kan bereiken wanneer het geen levende economie heeft die leefbare inkomens genereert voor zijn burgers.’ Nog een voorbeeld: van al het geld dat internationale donoren in de periode 2003-2005 aan de Minst Ontwikkelde Landen hebben gegeven, was maar 3,6 procent bestemd voor onderzoek en de ontwikkeling van gespecialiseerde vaardigheden. UNCTAD roept donorlanden op in de eerste plaats hun hulpbudgetten voor  landbouwonderzoek en -ontwikkeling in de Minst Ontwikkelde Landen op te drijven. Die zijn op vijf jaar tijd immers met de helft verminderd. (kc)


BRAIN CIRCULATION IN PLAATS VAN BRAINDRAIN
Hooggeschoolde arbeidskrachten uit de Minst Ontwikkelde Landen kunnen in het buitenland tot twintig keer meer verdienen dan in hun thuisland. Bovendien rekruteren rijke landen actief geschoolde werkers uit ontwikkelingslanden voor knelpuntberoepen. De braindrain van ontwikkelingslanden naar rijke landen neemt bijgevolg nog altijd toe. ‘Verloren menselijk kapitaal kan ernstige gevolgen hebben’, waarschuwt UNCTAD in zijn recente rapport over de armste landen. ‘Het werk van hooggeschoolde professionals is een noodzakelijke voorwaarde om de productieve structuren in de Minst Ontwikkelde Landen te verbeteren en export te stimuleren. Zonder voldoende landbouwers, biologen, ingenieurs, wetenschappers, dokters, verpleegsters en IT-specialisten kunnen bedrijven en boerderijen in die landen onmogelijk technologie gebruiken om hun producten en efficiëntie te verbeteren.’ Vooral in de Minst Ontwikkelde Landen neemt de braindrain dramatische proporties aan. In de voorbije jaren is meer dan de helft van alle universitair geschoolden weggetrokken uit Haïti, Kaapverdië, Samoa, Gambia en Somalië. De Britse stad Birmingham telt meer Somalische verpleegsters dan er in heel Somalië te vinden zijn. Haïti spant de kroon: maar liefst acht op tien hooggeschoolden verlaten het land. Naar schatting 1 miljoen hooggeschoolden uit de Minst Ontwikkelde Landen –zowat één op zes– werkten in 2004 in het buitenland. In de andere ontwikkelingslanden is de braindrain maar half zo groot.
‘De migratie van geschoolde werkers zal waarschijnlijk blijven voortduren’, stelt UNCTAD. ‘Daarom moet brain circulation worden aangemoedigd: hooggeschoolden moeten op en af kunnen pendelen tussen hun thuisland en het land waar ze werken.’ De VN-organisatie vraagt de Minst Ontwikkelde Landen hun professionals betere werk- en carrièremogelijkheden te bieden. Ook geïndustrialiseerde landen moeten maatregelen nemen om braindrain af te remmen: tijdelijke rekrutering verkiezen boven permanente immigratie, terugkeerprogramma’s opzetten en via ontwikkelingshulp de werkomstandigheden in de Minst Ontwikkelde Landen verbeteren. (kc)

MOL PATENTED
Het huidige regime van intellectuele eigendomsrechten bevoordeelt patenthouders in rijke landen boven mogelijke gebruikers in de Minst Ontwikkelde Landen. Dat stelt UNCTAD in zijn nieuwe rapport over de armste landen in de wereld. De VN-organisatie pleit daarom voor een meer flexibel regime van intellectuele eigendomsrechten, ‘aangepast aan de noden van de armste landen.’ De Minst Ontwikkelde Landen hebben van de Wereldhandelsorganisatie tot 2013 uitstel gekregen om het akkoord over de bescherming van intellectuele eigendomsrechten –het zogenaamde TRIPS-akkoord– na te leven. Maar volgens UNCTAD wordt dat uitstel in de praktijk opgeheven door allerhande vrijhandelsakkoorden, bilaterale investeringsakkoorden en andere internationale handelsverdragen. UNCTAD: ‘De Minst Ontwikkelde Landen moeten zo goed als mogelijk de flexibiliteit van het TRIPS-akkoord gebruiken, en de erosie van toegang tot intellectuele eigendom als gevolg van vrijhandelsakkoorden vermijden.’ De belangrijkste aanbeveling van UNCTAD is de arbitraire deadline van 2013 op te heffen, en de Minst Ontwikkelde Landen de tijd te geven tot ze echt een ‘gezonde en leefbare technologische basis’ hebben. Gezien de huidige trends zou dat tegen 2013 onmogelijk zijn.
Vanuit de vijftig armste landen ter wereld worden jaarlijks gemiddeld 121 patentaanvragen ingediend. Ter vergelijking: de rijke landen vragen jaarlijks meer dan 1 miljoen nieuwe patenten aan. Meer dan de helft van het totale bedrag dat wereldwijd aan royalty’s op intellectuele eigendomsrechten wordt uitbetaald, ging in 2002 naar de Verenigde Staten. (kc)



Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.