Iran en Israël hanteren steeds meer oorlogstaal

Afgelopen week waarschuwde de Iraanse president Mahmoud Ahmedinejad voor een Israëlische aanval op Syrië en Libanon. Hij zwoer dat Iran de beide landen zou bijstaan. Een paar weken geleden besprak hij een mogelijke oorlog toen hij op bezoek was bij zijn Syrische collega Bashar Assad.

Hezbollah

Syrië wordt over het algemeen gezien als de belangenbehartiger van Iran. Assad heeft gesprekken gehad met leiders van Hezbollah in Libanon en Hamas in Gaza, die beide militaire en financiële steun krijgen uit Iran en beide openlijk spreken over een mogelijke oorlog met Israël. “Dat zou de aandacht goed kunnen afleiden van de gesprekken over sancties tegen Iran”, heeft de Amerikaanse adviseur voor nationale veiligheid, James Jones, gezegd.

Bovendien, zo melden Israëlische media, heeft Syrië het sjiïtische Hezbollah versterkt met draagbaar luchtafweergeschut, geavanceerdere wapens dan ooit tevoren. Syrië ontkent dit.

Intussen vindt in het zuiden van Libanon een uitgebreide militaire opbouw plaats, waarschuwt het Israëlische leger. Volgens defensieminister Ehud Barak beschikt Hezbollah over 45.000 raketten, veel meer dan eerder geschat.

Uitdagen

Intussen verplaatst Iran zijn complete arsenaal laagverrijkt uranium bovengronds, een actie waar analisten zich het hoofd over breken. Volgens Teheran is het uranium slechts bedoeld voor een kleine reactor die medische isotopen maakt. Volgens andere experts heeft Iran gewoon niet genoeg opslagplaatsen voor verrijkt uranium. Of is het toch een manier om Israël uit te dagen?

Israël heeft eerder nucleaire installaties gebombardeerd, zoals in Irak in 1981 en in Syrië in 2007, en op dit moment is het leger druk bezig met gelijksoortige oefeningen.

“We moeten de oorlogstaal van Ahmedinejad serieus nemen”, waarschuwt beleidsadviseur Dan Diker van het Centrum voor Publieke Zaken in Jeruzalem. “Hij is een Messiaanse ideoloog van een stroming die zelfs ayatollah Khomeini te extreem vond. Bovendien heeft het Internationale Atoomagentschap bevestigd wat Israël al vijftien jaar zegt: dat hij vastberaden is om kernwapens te maken. Zelfs veel Arabische regeringen geloven dat alleen militaire actie kan helpen tegen de macht van Iran.”

De partijen bestoken elkaar nog niet met raketten, maar wel met beschuldigingen. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu vergeleek de nucleaire ontwikkeling van Iran dinsdag met een “ontspoorde trein” en de internationale gemeenschap met een “auto op de rand van instorten”.

Volgens journalist Aluf Benn van de Israëlische krant Haaretz spelen beide leiders hoog spel. Wanneer diplomatie en sancties op niets uitlopen, zal Israël Iran daadwerkelijk moeten aanvallen, of moeten toegeven dat de dreiging van Iran is overschat. Volgens Benn geloven beide leiders dat maar een van hen een confrontatie zal overleven.