Kindsoldaten en de preventie van conflicten

Het verschijnsel van de kindsoldaten moet gesitueerd worden in de context van de militaire conflicten die de aarde teisteren. Het SIPRI Jaarboek 2001 vermeldt vijfentwintig grote conflicten: negen in Afrika, zeven in Azië, vier in het Midden-Oosten, twee in Latijns-Amerika en één in Europa.
Bij de acht conflicten in Afrika was er slechts één traditioneel conflict tussen staten, de zeven andere werden telkens binnen de grenzen van een land uitgevochten. De voorbije veertig jaar werden in Afrika drieëndertig grote conflicten uitgevochten, waarbij tien miljoen mensen direct de dood vonden. Het is dus in de context van de interne conflicten dat het meest gebruik gemaakt wordt van kindsoldaten. Niet alleen gaan daardoor decennia van ontwikkelingsinspanningen en opbouw van staatsstructuren verloren, deze interne conflicten veroorzaken ook de vernietiging van het sociale en familiale weefsel van onze maatschappijen.

Een van de verklaringen voor deze talloze conflicten is het hoge niveau van de militaire uitgaven. De Afrikaanse landen besteden gemiddeld vijf procent van het inkomen aan het leger. Maar dit cijfer zou nog hoger liggen als rekening gehouden wordt met de uitgaven die niet in het budget voor landsverdediging zitten, met name voor lichte wapens. Hoge militaire uitgaven en lage niveaus van menselijke ontwikkeling gaan hand in hand.

Er zijn ongeveer 300.000 kindsoldaten in de wereld, en daarvan zijn er
120.000 actief in legers of gewapende groepen in Subsaharaans Afrika, vooral in Angola, Burundi, Congo-Brazzaville, de Democratische Republiek Kongo, Ethiopië, Liberia, Uganda, Rwanda, Sierra Leone en Soedan. In het gebied van de Grote Meren zijn er volgens UNICEF 20.000 kindsoldaten actief. Men moet daarbij voor ogen houden dat deze cijfers slechts een momentopname zijn. Vele kindsoldaten zetten hun ‘loopbaan’ eenvoudig verder als gewone soldaten.

DE PLAATS VAN KINDEREN IN DE PREVENTIE VAN GEWAPENDE CONFLICTEN

De strijd tegen het gebruik van kindsoldaten moet gezien worden in het bredere kader van de preventie van gewapende conflicten. Humanitaire acties hebben ontegensprekelijk veel bijgedragen tot de bewustwording van het probleem, maar het zijn de staten en de internationale politieke gemeenschap die het probleem moeten oplossen. Internationale verdragen en resoluties van de Verenigde Naties hebben de basis gelegd voor de bescherming van kinderen in crisissituaties.
“De verbrokkeling van de georganiseerde samenleving en van de juridische structuren veroorzaak een sociale en politieke chaos die tientallen jaren kan voortduren … Er blijft dan niets anders dan kinderen met geweren, die met hun wapens hun wil opleggen aan ouders en leerkrachten. Elk langdurig conflict ondergraaft de normen en veroorzaakt een verlies van beschaving.

Een oorlog schaadt niet alleen de economie maar ook de structuren van de samenleving, en die zijn moeilijk te herstellen als het conflict ten einde is”. Deze woorden van Olara Otunnu, Speciale Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor kinderen in gewapende conflicten, illustreren het belang van preventie. Als we de oorzaken van de conflicten niet aanpakken, lopen we het gevaar dat deze zich eindeloos voortzetten. Anders gezegd: een verbod op de rekrutering van kinderen beneden de achttien jaar is geen alternatief voor een reflexie over de factoren die de inzet van kindsoldaten in de hand werken.

In een recent rapport van de VN wordt een onderscheid gemaakt tussen preventie op korte termijn en preventie op lange termijn. Preventie op korte termijn richt zich op de manifestaties van een conflict: opstanden, gewelddadige sociale revoltes, enz. Preventie op lange termijn of structurele preventie is gericht op toekomstige crisissen en de sociale structuren die deze crisissen in de hand werken, d.w.z. op duurzame ontwikkeling in al zijn dimensies, zowel sociaal als economisch en ecologisch, met aandacht voor armoedebestrijding en gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

In hetzelfde rapport van de VN wordt de situatie van kindsoldaten beschreven. Het zijn meestal kinderen of jongeren zonder opleiding en zonder werk, die in armoede en marginaliteit leven. Voor krijgsheren is het dan niet moeilijk deze kinderen een ‘toekomst’ voor te spiegelen. Wie niet vrij-willig dienst neemt, wordt onder dwang ingelijfd. De strijd tegen het gebruik van kindsoldaten moet zich dus ook richten tegen de structurele oorzaken van burgeroorlogen en sociale revoltes. Armoede, werkloosheid en sociale ongelijkheid zijn de diepere oorzaken die de rekrutering van jongeren in de hand werken.

De VN heeft niet alleen aandacht voor het normatieve werk en de goedkeuring van verdragen, maar neemt ook concrete initiatieven. In recente vredesakkoorden werd aandacht geschonken aan de situatie van kindsoldaten. Dat is het geval in de akkoorden voor Noord-Ierland (Goede Vrijdag 1998) en voor Sierra Leone (akkoord van Lomé, 1999). De volgehouden inzet van de VN heeft ook in het conflict in de Democratische Republiek Kongo tot resultaten geleid. In de VN-vredesmacht zullen ook specialisten in kinderbescherming opgenomen worden. Hun mandaat werd als volgt omschreven:

- verzekeren dat de rechten en de bescherming van kinderen prioritair blijft tijdens het gehele proces van vredeshandhaving en wederopbouw van het land;
- de samenwerking tussen alle acteurs op het terrein bevorderen, d.w.z. NGOs, staten en veiligheidstroepen;
- alle nationale inspanningen ter bewustwording van het probleem van de kindsoldaten bevorderen.

Ook regionale organisaties spelen een rol in de strijd tegen het gebruik van kindsoldaten. De Europese Commissie heeft de bescherming van de rechten van kinderen opgenomen als één van de vijf prioritaire actieterreinen in het kader van het Europees Initiatief voor de Democratie en de Mensenrechten. De Parlementaire Vergadering van het samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie en de ACP landen heeft in maart 2000 een resolutie goedgekeurd en in de recente versie van het akkoord werd de strijd tegen het gebruik van kindsoldaten als een van de prioriteiten aangeduid.

De Afrikaanse staatshoofden hebben ook hun steun toegezegd en de bescherming van kindsoldaten en de strijd tegen de gedwongen rekrutering in april 2000 opgenomen in het actieplan van CEDEAO, de Gemeenschap van West-Afrikaanse staten. Het is verheugend vast te stellen dat dezelfde positieve evolutie zich in alle delen van de wereld voordoet. De G8, de Organisatie van Amerikaanse Staten en het Commonwealth, al deze organisaties hebben zich in dezelfde zin uitgesproken.

BESLUIT

Als we iets willen doen om aan het gebruik van kindsoldaten een einde te stellen, moeten we beginnen met het verschijnsel niet langer te banaliseren. We moeten ons een idee vormen van het lijden van de kindsoldaten, tijdens de conflicten maar ook tijdens de pijnlijke fase daarna, bij het vormen van een psychologische en sociale identiteit na afloop van de gevechten.
We moeten inzien dat kindsoldaten vooral verbonden zijn met de context van nieuwe types van conflicten, met burgeroorlogen en terrorisme. We moeten de staten voor hun verpletterende verantwoordelijkheid plaatsen en de onmenselijke praktijken van niet-staatse gewapende bewegingen veroordelen.

De strijd tegen de gedwongen rekrutering van kindsoldaten is nu een essentieel onderdeel van de conflictpreventie geworden. Armoede en werkloosheid worden eindelijk gezien als de voornaamste verklarende factoren voor de aantrekkingskracht van legers of gewapende groepen voor kinderen die geen normaal leven kunnen opbouwen. Strijd voeren tegen deze diepere oorzaken van oorlogen en conflicten komt neer op preventie van misbruik van kinderen als soldaten. Als we het lot van deze kinderen kunnen verlichten, zetten we ons in voor de toekomst van de landen die nu gebukt gaan onder talloze conflicten. We moeten ons er van bewust blijven dat de helft van de bevolking in deze landen jonger dan 18 jaar is, en dat de kindsoldaten tot deze jongeren blijven behoren. Het is dus van uitzonderlijk belang om in alle programma’s voor crisisbeheer een hoofdstuk ‘kindsoldaten’ te voorzien.

Natuurlijk blijft duurzame ontwikkeling de beste preventie. Vandaar dat de problematiek van de kindsoldaten nu in alle ontwikkelingsverdragen voorkomt, bijvoorbeeld in de recente overeenkomst tussen de Europese Unie en de partnerlanden in de Derde Wereld. Een waarachtige ontwikkeling, waarin iedereen gerespecteerd wordt en alle kinderen onderwijs kunnen volgen, waarin de toegang tot basisgezondheidszorg verzekerd is en realistische perspectieven op werkgelegenheid bestaan in een democratische rechtsstaat, is het beste antwoord op het schandaal van het gebruik van kindsoldaten in onze tijd.


Felix Nkudabagenzi werkt als onderzoeker bij GRIP

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.