Noodhulp beschermt Afrikanen niet tegen volgende catastrofe

Het laatste decennium werd de Hoorn van Afrika vier keer getroffen door een droogtecrisis. Internationale hulporganisaties en overheden richtten waarschuwingssystemen en actieplannen op die de regio beter tegen een volgende droogte zouden beschermen. De huidige crisis doet twijfelen aan de efficiëntie van die voorzorgsmaatregelen.

  • Andy Hall / Oxfam Een familie verzamelt brandhout nabij een vluchtelingenkamp in Dadaab, Noordoost-Kenia. Andy Hall / Oxfam

Eind 2010 trok het waarschuwingssysteem Famine Early Warning System Network (Fews Net) een eerste keer aan de noodbel: regen zou uitblijven, de voedselprijzen stijgen, het inkomen en voedselreserves van de boeren dalen. Pas eind juni 2011, kwam de internationale hulp op gang. Dat is niet veel beter dan tijdens een vorige hongersnood in 2005-2006. Toen kwam de internationale hulpverlening pas vijf maanden na de eerste waarschuwing op gang. ‘In sommige gebieden rond de grens tussen Somalië en Kenia, was toen al veertig procent van het vee gestorven’, schrijft de Britse denktank Overseas Development Institute in haar analyse naar de hulpverlening tijdens die crisis. De afwezigheid en een gebrek aan coördinatie van interventieplannen en een slechte samenwerking op regionaal, nationaal en internationaal niveau, zijn een aantal oorzaken waarom het toen mis liep.

Volgens Marc-Olivier Herman, beleidsmedewerker voor de Europese Unie (EU) bij Oxfam Internationaal, is er vooral een gebrek aan politieke wil. ‘Zelfs nu de crisis zo prominent aanwezig is in de media, is het nog steeds moeilijk om fondsen te werven die nodig zijn om goede hulp te bieden. In de aanloop van de crisis was het nog veel moeilijker om geld te verzamelen. Toen hadden de media weinig aandacht voor het probleem en was er geen publieke druk om hulp te bieden.’

‘We hebben nog maar de helft van de 700 miljoen euro die we nodig hebben om voldoende voeding naar de Hoorn van Afrika te sturen’, vertelde Valerie Amos, noodhulpcoördinator en ondersecretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN), op een ministriële top in Rome.

Maar niet enkel politieke desinteresse belet een goede preventie en snelle reactie op de crisis. ‘In Somalië verhindert vooral het aanhoudende conflict de hulpverlening. In Djibouti, Kenia en Ethiopië zijn er structurele problemen’, vertelt Marc-Olivier Herman. Vooral de kleine boeren en rondtrekkende veehouders krijgen al jaren te weinig steun van de internationale en nationale overheden. ‘In Kenia is tachtig procent van de bevolking afhankelijk van landbouw, maar er gaat maar zes tot zeven procent van het budget voor ontwikkelingshulp naar deze sector’, weet Herman.

‘We moeten nu druk uitoefenen voor onmiddellijke noodhulp aan de slachtoffers, maar we moeten ook sensibiliseren voor langetermijn-ontwikkelingswerk’

Kleine boeren en veehouders

‘Om de lokale gemeenschap weerbaarder te maken voor een volgende crisis, is het essentieel dat de overheid kleinschalige boeren en rondtrekkende veehouders ondersteunt’, vertelt Marc-Olivier Herman. Door het steeds vaker optreden van de droogteperiodes, herstellen de kuddes niet voldoende om een volgende crisis op te vangen.

Om te voorkomen dat het vee zo vermagert dat de boeren en herders de dieren niet meer kunnen verkopen, koopt de overheid of een hulporganisatie het vee op vóór de acute crisis, het zogenaamde “destocking”-porgramma. ‘Hierdoor sparen veehouders geld waarmee ze na de droogtecrisis nieuw vee kunnen kopen’, vertelt Joep van Mierlo, directeur van de ngo Dierenartsen Zonder Grezen (DZG) die veehouders in acht Afrikaanse landen ondersteunt. De laatste tien jaar probeerde DZG deze techniek in te voeren bij rondtrekkende veehouders, de Turkanagemeenschap, in Noord-Kenia. Volgens van Mierlo zal pas de volgende generatie echt helemaal mee zijn met het “destocking”-principe. ‘Die techniek druist in tegen de traditie van veehouders die luidt “hoe meer vee hoe beter”. Bij een vorige droogte in 2008, waren er al meer veehouders die hun dieren op voorhand verkochten, maar het principe zal pas echt succesvol zijn wanneer de lokale markt en overheid de organisatie overnemen van hulporganisaties’, aldus Van Mierlo.

Internationale verantwoordelijkheid

Ook de internationale gemeenschap kan een rol spelen in het voorkomen van volgende crisissen. Niet enkel in de klimaatveranderingen, maar ook op de voedselmarkten spelen de beleidskeuzes van rijke landen een invloedrijke rol. ‘Het energiebeleid van de Europese Unie bijvoorbeeld zet sterk in op biobrandstoffen. De grondstoffen van biobrandstof, maïs en soya, kunnen al niet meer gebruikt worden voor voeding, de teelt van deze grondstoffen neemt kostbare landbouwgrond in en de voedselprijzen zijn zeer onvoorspelbaar. Dat beïnvloedt ook nu de hulpverlening. Door de hoge voedselprijzen, kunnnen hulporganisaties minder voeding aankopen’, aldus Herman.

‘De acute crisis is op dit moment het belangrijkste. We moeten druk blijven uitoefenen voor onmiddellijke noodhulp aan de slachtoffers, maar we moeten ook sensibiliseren voor langetermijn-ontwikkelingswerk’, Besluit Marc-Olivier Herman.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.