Singapore moet crisis uitzitten

Singapore, dat geen natuurlijke rijkdommen heeft, zal hard getroffen worden door de economische crisis. Volgens de Ontwikkelingsbank van Singapore zullen 99.000 mensen ontslagen moeten worden dit jaar, op een bevolking van amper vier miljoen.

Reddingsplan

Voor het eerst sinds de oprichting van het land in 1965 zal Singapore moeten putten uit zijn reserves aan buitenlandse deviezen. Singapore heeft in januari al een reddingsplan van meer dan tien miljard dollar aangekondigd. “Dergelijke maatregelen zullen bedrijven helpen om te overleven, maar we moeten goed begrijpen dat we de impact van de crisis enkel kunnen bufferen”, zei eerste minister Lee in een interview met de BBC. “We zullen de storm moeten uitzitten.”
Voor de crisis kon Singapore enorm profiteren van de wereldeconomie, maar toen de economieën van de handelspartners in het Westen het begaven, was het land één van de eerste Aziatische Tijgers die meegesleurd werd. De overheid denkt dat het 2 tot 3 jaar zal duren voor de economie zich zal herstellen.
Volgens de Asian Wall Street Journal is de wereldwijde crisis een waarschuwingssignaal voor Singapore, dat erg afhankelijk geworden is van de export. “De economie van Singapore zou veel veerkrachtiger zijn als ze evenwichtiger was”, schrijft de krant.
Het ministerie van Financiën weerlegt die kritiek. Woordvoerder Chin Sau Ho zei dat het economische model van Singapore beantwoordt aan de realiteit van een klein land dat een moderne natie wil zijn. “Onze economie is gediversifieerd tussen productie en diensten, maar beide zijn in hoge mate blootgesteld aan de internationale markten”, zegt hij. “In een stadstaat met een bevolking van amper vier miljoen mensen, loont het bedrijven veel meer om internationale markten te bedienen dan lokale consumptie.”
Toch is de impact van de financiële crisis zo groot dat Lee het ondenkbare opperde en zei dat Singapore moet nadenken over die exportstrategie. “Er moet meer evenwicht gezocht worden omdat we niet kunnen verwachten dat de Amerikanen blijven consumeren wat overal ter wereld voor ze geproduceerd wordt”, zegt hij. “En dat de rest van de wereld verder kan sparen om dat geld aan de Amerikanen te lenen waarmee ze dan die producten kopen.”
Lee gaf toe dat daarmee het exportgedreven model van de Aziatische economie in vraag gesteld wordt. Enkele maanden geleden zou een dergelijke uitspraak nog als godslastering beschouwd zijn. Het economische succes van het land wordt immers toegeschreven aan de open economie waarbij ongeveer drie kwart van het nationale inkomen afkomstig is van buitenlandse handel en investeringen.

Schuilen voor de storm

Sommige Singaporese bedrijven bloeden nu al. Om de crisis te overleven wil Singapore Airlines  zeventien vliegtuigen aan de grond houden en wereldwijd negenduizend medewerkers ontslaan. De overheid heeft grote sommen geld opzijgezet voor de omscholing van ontslagen arbeiders zodat die in de toekomst elders aan de slag kunnen. Daarbij lijkt de nadruk te liggen op de kennisindustrie, in plaats van productie.
In protectionisme gelooft Singapore alvast niet. Op de recente ASEAN-top in Thailand pleitte het land precies voor het omgekeerde: een meer open markt in de regio en de oprichting van een Aziatische economische unie tegen 2015. De tien landen die lid zijn van de Associatie van Zuid-Aziatische landen vertegenwoordigen 560 miljoen mensen, maar die verschillen enorm wat koopkracht betreft. Leden als Laos, Birma en Cambodja behoren tot de armste landen ter wereld. Ze hebben wel als voordeel dat hun economieën relatief gevrijwaard gebleven zijn van de wereldwijde financiële crisis. Andere leden, zoals Maleisië, Thailand, Indonesië, Brunei en de Filippijnen, zijn in verschillende mate getroffen.