Terreur keert terug naar Oaxaca

De dinsdag vermoorde activisten reisden met een konvooi van 25 personen, dat onderweg was om eten en andere voorraden af te leveren bij de ‘autonome’ inheemse Triqui-gemeenschap van San Juan Copala, 600 kilometer ten zuidenoosten van de Mexicaanse hoofdstad.

De twee mensen die vermoord werden, waren Beatriz Alberta Cariño, directeur van het lokale niet-gouvernementele Centro de Apoyo Comunitario Trabajando Unidos (Cactus) and Jyri Jaakkola, een waarnemer uit Finland. Ze werden in het hoofd geschoten. Twee anderen uit het konvooi raakten gewond.

De vermiste activisten David Venegas en Noé Bautista wisten de stad Juxtlahuaca te bereiken. Daar meldden ze gisteren (donderdag) dat twee journalisten van het Mexicaanse magazine Contralínea nog leven. Een van hen is in de voet geschoten. Ook Martin Sautan, een Belgische vredesactivist die als waarnemer meereisde met het konvooi, wist zichzelf in veiligheid te brengen.

Blokkade

Het magazine Contralínea is zeer kritisch over de federale regering en het bestuur in de staat Oaxaca, dat geleid wordt door gouverneur Ulises Ruiz van de Institutionele Revolutionaire Partij (PRI).

De regio staat onder controle van de Unie voor het Welzijn van de Triqui Regio (Ubisort), een paramilitaire groep die banden zou onderhouden met de PRI.
 
Het konvooi was onderweg om eten, water en andere basisbenodigdheden te vervoeren naar San Juan Copala, dat sinds januari te maken heeft met een paramilitaire blokkade. De paramilitairen sloten ook het water en de elektriciteit af en laten niemand in of uit de stad.
 
Volgens de overlevenden stuitte het konvooi even buiten La Sabana, dat onder controle van Ubisort staat, op een blokkade van rotsblokken op de weg. Op het moment dat de voertuigen probeerden om te keren, werden ze beschoten vanuit de bosjes.

Demonstratie

 
Mensenrechtenactivisten vrezen dat de overheid de schietpartij aangrijpt om zich intensiever met de regio te bemoeien. “We zijn bang dat de regering dit incident gebruikt als voorwendsel om de regio de militariseren”, zegt Eduardo Almeida van Nodo de Derechos Humanos, een plaatselijke mensenrechtengroep.

Van mei tot oktober 2006 bezette een plaatselijke afdeling van de nationale onderwijzersvakbond en de Volksvergadering van Oaxaca (Appo), een overkoepelende organisatie van zo’n driehonderd plaatselijke organisaties, het belangrijkste plein van de stad Oaxaca. Ze eisten het vertrek van gouverneur Ruiz.
 
De demonstranten beschuldigden de gouverneur van corruptie, autoritarisme en het intimideren van de oppositie.

Het maandenlange protest werd uiteindelijk beëindigd door federale troepen, gestuurd door president Vicente Fox (2000-2006). 

Tijdens de protesten werden twintig mensen, voornamelijk demonstranten, gedood. Ongeveer 370 mensen raakten gewonden er werden 350 arrestaties verricht. In 2007 flakkerde het protest weer even kort op.