Wereldbank en WWF stellen samen internationale regels op voor duurzame bosbouw

Tegen 2005 willen de Wereldbank en het Wereld Natuurfonds (WWF) 50 miljoen hectare bossen klasseren als beschermd gebied waar bosbouw verboden is. Daarnaast willen de twee vooraanstaande organisaties het beheer van nog eens 50 miljoen hectare bossen verbeteren. Daarnaast wil de alliantie strengere regels introduceren om een duurzame houtkap af te dwingen.

Dat is de kern van een alliantie die vorige week werd toegelicht op een gezamenlijke persconferentie. Het WWF en de Wereldbank onderstrepen met hun alliantie dat bescherming en economische exploitatie van bossen twee kanten van dezelfde medaille zijn.

“Het duurzame economische gebruik van bossen is controversieel” voor een deel van de ecologische beweging, zegt Ian Jonhnson, de vice-directeur voor duurzame ontwikkeling van de Wereldbank. “Ecologische puristen zien enkel heil in een strikt conservatiebeleid, maar die visie miskent dat bossen ook een economisch goed zijn dat levensnoodzakelijk is voor miljoenen mensen. Het inkomen van meer dan 400 miljoen mensen hangt er rechtstreeks of onrechtreeks van af. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie ILO is de houtsector goed voor 450 miljard dollar en 47 miljoen arbeidsplaatsen.

De Wereldbank en het WWF willen nieuwe regels invoeren voor een duurzaam bosbeheer. Die regels laten bijvoorbeeld toe dat per hectare één boom geveld worden, zegt WWF-voorzitter Claude Martin. Een ander regel is dat regionale overheden rekening houden met het feit dat bossen 30 tot 35 jaar nodig hebben om te herstellen van de houtkap.” Het WWF wil een onafhankelijk controleagentschap oprichten dat het economisch beheer van bossen op de voet volgt.

Zowel de Wereldbank als het WWF zien de alliantie als een werk van lange adem, want het zal nog jaren duren voordat de regels op het terrein toegepast worden.
Slechts 20 miljoen hectare bos worden op dit moment duurzaam beheerd. Aan het eind van de rit moeten de regels op 200 miljoen hectare gerespecteerd worden.

De alliantie heeft vijf gebieden afgebakend waar het bosbeheer op een internationale leest geschoeid moeten worden: de Amazoneregio in Brazilië, het Congobekken in Centraal- en West-Afrika, de tropische wouden in China en Papoea-Nieuw-Guinea en een gebied in de Himalayaketen.

In Brazilië wordt het Programma voor de Bescherming van de Amazoneregio (ARPA) uitgebouwd; tegen 2012 moet het beschermingsgebied van ARPA verdrievoudigen tot 50 miljoen hectare - een gebied ter grootte van Spanje. In het Congo-bekken (het op één na grootste oerbos ter wereld) ligt de lat op 30 miljoen hectare. De inspanningen worden daar over zes landen gespreid. In de regio van Azië en Oceanië willen de Wereldbank en het WWF 15 miljoen hectare in Papoea-Nieuw-Guinea klasseren. In China willen ze de beschermde oppervlakte tegen 2010 optrekken van 130 tot 160 miljoen hectare. In de Himalaya moeten groene corridors in Nepal en India hersteld worden.