Zes EU-landen blokkeren handelsverbod blauwvintonijn

De blauwvintonijn wordt in Europa vooral in de Middellandse Zee gevangen, maar lijdt sterk onder de overbevissing. Visserijdeskundigen vragen daarom al jaren om strenge visquota en zelfs een volledig verbod op de vangst. Ze hameren erop dat de visbestanden op het punt staan ineen te klappen, maar stuiten telkens op tegenkanting van de landen rond de Middellandse Zee, die vrezen voor de economische gevolgen van dergelijke maatregelen. Intussen leidt de toenemende schaarste tot sterk stijgende prijzen, waardoor vissers sneller in de verleiding komen illegaal extra vis te vangen.
De situatie is inmiddels zo ernstig geworden, dat de Europese Commissie ervoor ijvert om de vlauwvintonijn toe te voegen aan de Cites Appendix 1, een internationale lijst van soorten die met uitsterven bedreigd zijn en niet langer verhandeld mogen worden. Op een bijeenkomst van het Europese beheerscomité voor Cites gisteren (maandag) kwamen 21 landen tot het akkoord dat tonijn beantwoordt aan de specificaties van Cites Appendix 1 en dat de EU daarom moest voorstellen om de soort op te nemen in de lijst.

Kortzichtig

De zes EU-landen rond de Middellandse Zee (Frankrijk, Griekenland, Italië, Spanje, Malta en Cyprus) blokkeerden echter een gemeenschappelijk EU-standpunt. “Het is opnieuw de grootschalige visindustrie ronde de Middellandse Zee die het opneemt tegen de overleving van de Atlantische blauwvintonijn op lange termijn, een soort die al duizenden jaren vissersgemeenschappen in stand houdt”, zegt Aaron McLoughlin van de milieuorganisatie WWF. “Het is erg ontgoochelend dat de mediterrane EU-lidstaten zo kortzichtig zijn.”
Een gemeenschappelijk EU-standpunt is van groot belang, benadrukt WWF, omdat de EU-landen altijd in blok stemmen op Cites -bijeenkomsten. De Europese ministers van Leefmilieu kunnen nog tot een vergelijk komen op de Europese ministerraad in oktober en december voor de volgende Cites -bijeenkomst in Doha in maart 2010. De 175 Cites -lidstaten beslissen dan welke dier- en plantensoorten niet meer verhandeld mogen worden.