Biodiesel uit soja?

‘A gente acredita na força do solo gaúcho/De mensen geloven in de kracht van de Gaúcho-grond’ Dit geloofsartikel prijkt op de opslagtanks van Cesa, coöperatieve van de deelstaatoverheid Rio Grande do Sul. Ze waken over de stad Erechim.

In de buurt van Sutraf (plaatselijk syndicaat, verbonden met Fetraf-Sul/Cut) stoot ik op een muurschildering van een sojaveld, met handen vol soja en bij opkomende zon. Soja zou deze samenleving voorspoed geven. Een Aurora, een Dageraad, als nooit tevoren. Ironie: Fetraf gebruikt dat symbool van de handen ook, maar dan met vruchtbare grond en een frêle, ontluikend plantje.

Biodiesel, dé oplossing voor de gezinsboeren met soja?

Ik ben nooit fan geweest van het idee om biodiesel in te zetten als oplossing voor onze wereldwijde energiebehoefte. Zie mijn ‘Open brief’ (2) van 2004 aan Altemir Tortelli, indertijd algemeen coördinator van Fetraf-Sul. Het is sociaal, ecologisch en economisch niet duurzaam te noemen, alle greenwashpraat ten spijt. Zeker deze weken vóór Rio+20 wordt het duurzaamheidskleedje weer gretig aangetrokken. De sexy rok heet nu ‘groene economie’. In het Portugees is het duidelijker: ‘capitalismo verde’. Groen kapitalisme.

Sinds de bewuste brief zijn we 8 jaar verder en kan gesteld worden dat in Rio Grande do Sul het leeuwendeel van de sojaolie voor biodiesel bestemd is. Eigenlijk is het een ‘propere’ oplossing, want sojaolie is hier in feite maar een bijproduct. 18 % van de boon bestaat uit olie of amper 500 tot 570 liter per hectare. Soja wordt hier vooral geteeld voor het sojameel, dat bestemd is voor veevoer. In discussies met de landbouwsector in België/Europa werd ons jarenlang toegeworpen: “Wees maar blij dat onze varkens, kippen en runderen soja’schroot’ eten. Het is toch maar een restproduct.” Telkens en telkens opnieuw. In een poging om Wervel de mond te snoeren.

Hier in Erechim wordt mij op een dienblaadje het antwoord gegeven: “De soja wordt hier geteeld voor het veevoer. Olie en nu dus biodiesel is maar een nevenproduct. Bovendien is sojaolie een niet zo goede olie voor menselijke consumptie.” Ik word er stil van, na 22 jaar opboksen tegen de flagrante leugen dat het meel maar ‘schroot’ zou zijn.

Erfenis van de Groene Revolutie

Fetraf-Sul/CUT, de vakbond van familiale boeren waar Wervel al 10 jaar mee verbonden is, heeft zich altijd tegen de opmars van soja (ggo’s incluis) verzet. Maar … de wonderboon (3) is nu eenmaal sinds de jaren ‘60 een erfenis van de Groene Revolutie. Momenteel wordt ongeveer 6 miljoen hectare soja in deze deelstaat ingezaaid, tegenover 32.000 ha koolzaad. 95 % is ggo-soja, het omgekeerde van deelstaat Rondônia, ontbost Amazonegebied, met 5 % ggo-soja. De olie van koolzaad is van betere kwaliteit en geeft meer opbrengst per hectare. Toch houden de meeste boeren vast aan hun vertrouwde soja. Bovendien is de koolzaadteelt vooral in handen van grootgrondbezitters.

We bezoeken Olfar (4), een fabriek van ‘alimento en energia/voeding en energie’. De fabriek begon in 1988 met de productie van olie voor menselijke consumptie en meel voor veevoer, maar de laatste vijf jaar schakelde ze volledig over op de productie van biodiesel, gekoppeld aan meel voor veevoeding. Olfar heeft een capaciteit van 2000 ton per dag, maar momenteel wordt er 1000 ton soja per dag verwerkt. Binnenkort wordt dat 2000 ton omgezet in 600 ton biodiesel.

Ter promotie van het biodieselprogramma en om de gezinslandbouw-met-soja in dit proces te integreren, vaardigde de federale regering een wet uit die bepaalt dat 30 % van de soja van de Agricultura Familiar (AF) moet komen. Gemiddeld hebben zij 12 hectare soja, terwijl de groten honderden, zo niet duizenden hectaren monocultuur soja hebben. Fazendeiros zetten massaal soja op terreinen die vlot mechaniseerbaar zijn. Waar dat niet kan, zetten ze plantages eucalyptus.

De boeren uit de AF hebben een contract met een afgesproken prijs. Voor 2012 is dat 54,50 reais voor een zak van 60 kg. Om de inschakeling van de gezinslandbouw mogelijk te maken, rekent de regering hun product minder belasting aan. Zo kan de fabriek 1 real extra geven per zak soja, afkomstig van de AF. Ook leveren ze de boeren technische assistentie, los van de leveranciers van zaden, pesticiden en meststoffen.

300 m3 eucalyptus per dag

Overal in het land zie je opslagplaatsen voor granen. De soja komt er meestal aan met tussen 15 à 17 % aan vochtigheid. Is de vochtigheid hoger, dan heeft de boer heel wat verlies, want de soja wordt er gedroogd tot op 13 % vocht. Het verschil wordt afgetrokken van de prijs die hem betaald wordt. In de fabriek wordt de soja nog eens gedroogd tot 9 % om de boon chemisch te crushen (= olie en meel uit elkaar halen). In beide gevallen is de energiebron eucalyptushout. In het geval van deze fabriek komt dit hout deels van de AF. Dagelijks zal voor het drogen van 2000 ton soja 300 kubieke meter verzet worden of ongeveer één hectare bos per etmaal. De fabricatie van biodiesel zelf is gebaseerd op elektriciteitsverbruik.

Als ik het hout zie binnenrijden, kan ik niet nalaten enkele vragen te stellen: “Ik kan begrijpen dat het voor deze regio en voor AF een meerwaarde is, maar als je het energieverhaal op globaal vlak ziet, betwijfel ik of dit een oplossing is. Hoe zit het met de energiebalans? Is die positief of negatief?”

Energiebalans?

In het gesprek wordt erkend dat het geen globale oplossing kan zijn voor het prangende energievraagstuk. Bovendien is deze wijze van produceren de vrucht van de Siamese tweeling auto-vlees. Het hoofdproduct is sojameel; biodiesel is een bijproduct dat op zich niet erg efficiënt is. Vergelijk de 500 liter/hectare met een hectare suikerriet dat tot 6000 liter ethanol kan opbrengen. In een suikerrietwoestijn wel te verstaan.

Op de negatieve energiebalans krijg ik niet meteen antwoord. Wel dat je het geheel moet bekijken: olie voor biodiesel en meel voor de veevoeding. Maar laat juist de ‘vleesomzetting’ bijzonder energie-inefficiënt zijn. Voor het zover is, heb je de teelt met diverse machinebewerkingen, kunstmest en pesticiden (beide energieslurpers), driemaal vervoer van de soja per vrachtwagen, twee maal de bonen drogen met eucalyptushout, heel het proces van verwerking tot uiteindelijk de ‘milieuvriendelijke’ biodiesel.

Waar weinig over gesproken wordt, is het waterverbruik. En juist in deze streek zijn er jaar op jaar grote verliezen, omwille van de grote droogten. Sommigen zijn dit jaar tot 80 % van hun soja kwijt; anderen 50 %. En is eucalyptus daarbovenop geen grote waterslurper? (5) In Erechim is er al geruime tijd waterrantsoenering.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • MO*journaliste Olivia Rutazibwa en ex-MO*journalist Stefaan Anrys presenteren op Filmfestival MOOOV in Turnhout en Brugge een selectie van de strafste documentaires uit binnen-en buitenland.

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.