De schone kleren van de ministers

‘We zijn een klein land met een grote bevolking.’ Met die oneliner opent Dipu Moni, minister van Buitenlandse Zaken in Bangladesh, een gesprek waarin ze de grote uitdagingen voor haar land recht in de ogen probeert te kijken. Ook minister van Informatie en Cultuur Abul Kalam Azad herhaalt die mantra meer dan eens tijdens een gesprek.

Bangladesh is alleen klein als je het met andere landen dan België vergelijkt. En in dat geval is de bevolking niet groot maar immens. Viermaal de oppervlakte van België en vijftienmaal het aantal inwoners, dat zorgt ervoor dat Bangladesh gemiddeld meer dan duizend inwoners per vierkante kilometer heeft, een wereldrecord.

Het land kampt ook al zeer lang met wijdverspreide armoede, meer dan een derde van de bevolking leeft onder de absolute armoedegrens. Volgens het Wereldvoedselprogramma is één op twee kinderen chronisch ondervoed en gaan twee op vijf mensen elke avond met honger naar bed. De overheid van dit Zuid-Aziatische land heeft dan ook al lang begrepen dat er geen ruimte is voor ongeremde gezinsuitbreiding. In 1970 was de gemiddelde vruchtbaarheid per vrouw in Bangladesh nog 6,4 kinderen, tegen 2007 was dat al teruggebracht tot 2,9.

Rooskleurig?

Beide ministers, de directeuren-generaal van hun administraties en andere topambtenaren die gisteren en vandaag het verhaal van Bangladesh schetsten, deden dat in opvallend rooskleurige termen. Minister Moni, bijvoorbeeld, benadrukte dat de huidige regering erin geslaagd is Bangladesh bijna honderd procent zelfvoorzienend te maken op voedselvlak. In realiteit betekent dat natuurlijk dat er in het land bijna evenveel voedsel geproduceerd wordt als er geconsumeerd wordt.

De minister vertelt er niet bij dat de helft van de bevolking veel te weinig voedsel consumeert omdat ze gewoon de koopkracht mist om het geproduceerde voedsel te kopen. Het Wereldvoedselprogramma meldt in elk geval dat het in 2010 104.250 metriek ton voedsel verdeeld heeft om de meest acute noden te lenigen.

Hedayetullah Al Mamoon, directeur-generaal van het ministerie van Informatie, benadrukt desgevraagd dat de regering niet alleen probeert de voedselprijzen onder controle te houden, maar dat er ook rechtstreekse steun is voor armen, onder andere door rijst gratis ter beschikking te stellen, door het garanderen van schoolmaaltijden in het lager onderwijs, door het ondersteunen van de beschikbaarheid van meststoffen, …

Goed bezig

Bangladesh doet een aantal zaken duidelijk juist. Dat schreven Amartya Sen en Jean Drèze eind vorig jaar in de MO*paper Is India goed bezig?: ‘De voorbije twintig jaar is het gemiddelde inkomen in India veel sneller gegroeid dan in Bangladesh. In 1990 lag het inkomen per inwoner in India 60 procent hoger dan in Bangladesh, in 2001 was het verschil 98 procent (dus bijna het dubbele!). Maar tegelijk heeft Bangladesh veel meer vooruitgang geboekt op het vlak van de sociale indicatoren: levensverwachting, overlevingskans van een kind bij de geboorte, vruchtbaarheidsgraad, percentage gevaccineerde kinderen en zelfs sommige (niet alle) onderwijsindicatoren, zoals het gemiddeld aantal jaren scholing. In 1990 bedroeg de gemiddelde levensverwachting in India vier jaar meer dan in Bangladesh, maar in 2008 lag ze drie jaar lager. In 1990 lag de kindersterftegraad in Bangladesh 24 procent hoger dan in India, in 2009 lag die 24 procent lager.’ 

Minister Dipu Moni benadrukt de ambitie van de overheid om tegen 2021, de vijftigste verjaardag van de onafhankelijkheid, de groep van de Minst Ontwikkelde Landen te verlaten en te behoren tot de Midden Inkomens Landen. In dat verband wijzen de Bengalezen graag op de snelle groei van telefonie als communicatiemiddel om die groei mogelijk te maken, maar ook als symbool van de ommekeer die plaatsvindt. In 1993 beschikte 1 op 500 inwoners over een telefoonaansluiting, vandaag zijn er zo’n zestig miljoen gsm-gebruikers, ongeveer 1 op 4 inwoners.

Textiel

Als het gesprek op het onderwerp van de textielsector, goed voor drie miljoen banen en 75 procent van het inkomen uit export, belandt is minister Moni tegelijk enthousiast en terughoudend. Enthousiast over het feit dat Bangladesh de tweede belangrijkste uitvoerder van afgewerkte kleding, terughoudend als de vraag gesteld wordt of de lonen in die sector niet snel naar een menselijk en rechtvaardiger niveau moeten gaan.

‘Als de loonkost te snel stijgt, vertrekken de fabrieken en hebben de arbeiders nog minder dan vandaag’, antwoordt ze. Vindt ze dan acties zoals de Schone Kleren Campagne een hulp om internationaal tot betere arbeidsvoorwaarden te komen? ‘Als zulke acties oproepen tot het boycotten van goedkoop geproduceerd textiel, zijn ze een slechte zaak voor het land en voor de arbeidsters’, zegt Moni. ‘Maar als die acties er bijvoorbeeld voor zouden kunnen zorgen dat de invoertarieven in de Verenigde Staten, die kunnen oplopen tot 25 procent, omlaag gaan, dan zouden de acties inderdaad ruimte kunnen creëren voor een betere verloning van de arbeidsters.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • MO*journaliste Olivia Rutazibwa en ex-MO*journalist Stefaan Anrys presenteren op Filmfestival MOOOV in Turnhout en Brugge een selectie van de strafste documentaires uit binnen-en buitenland.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.