Natuur beschermen om armoede te bestrijden in Ecuador

Bijna een derde van Ecuador is waardevol bos. Maar misschien niet lang meer: de ontbossing grijpt er verwoestend om zich heen. Om die in te dijken en tegelijk iets aan de armoede te doen, zette de regering Socio Bosque op, een programma dat mensen financieel vergoedt voor het beschermen van waardevolle natuur.

  • Zach Cava Een slogan op een bord voor het Socio Bosque project: 'Onze bossen hebben je nodig. Doe mee!' Zach Cava

Ecuador heeft ruim 100.000 vierkante kilometer waardevolle bossen, met een flora en fauna die het evenaarsland tot een broeinest van biodiversiteit maken. Tegelijk is de ontbossingsgraad er een van de hoogste van Latijns-Amerika. Dat is het gevolg van grote ontwikkelingsprojecten, maar ook arme gezinnen en gemeenschappen helpen er, noodgedwongen, aan mee. De regering van Rafael Correa heeft die problematiek opgenomen in het Plan Nacional para el Buen Vivir, het Nationaal Plan voor het Goede Leven, dat zich tot doel stelt om tussen 2009 en 2013 de ontbossing met 30 procent terug te dringen en tegelijk de armoede te bestrijden. Het programma Socio Bosque, dat afhangt van het ministerie van Milieu, moet een en ander concretiseren.

Geld voor natuurbehoud

Met Socio Bosque wil Ecuador 36.000 vierkante kilometer (= 1,2 maal België) waardevolle natuur beschermen, niet alleen bossen maar ook hoogwaardige ecosystemen zoals graslanden van de Andes-hoogvlakten. Dat betekent de biodiversiteitsrijkdom behouden, de bodem beschermen en zorg dragen voor de watercyclus. Jagen is alleen toegestaan om in de eigen voedselbehoefte te voorzien, evenals het verzamelen van de vruchten van het woud, zonder bomen te kappen.

Zowel individuele gezinnen als gemeenschappen met collectieve gronden mogen zich aansluiten, als ze althans eigendomsbewijzen kunnen voorleggen. Ze kiezen zelf hoeveel hectare van hun eigendom ze in het programma inbrengen. Wie zich aansluit, moet zich houden aan een reeks criteria voor duurzaam beheer en een engagement aangaan voor twintig jaar, om op die manier echt duurzame bescherming te garanderen. Het ministerie wil hiermee vijfhonderdduizend tot anderhalf miljoen mensen bereiken.

De vergoeding voor dit duurzame beheer is vastgelegd op 30 dollar (22 euro) per hectare per jaar voor de eerste vijftig hectare, 20 dollar (14,75 euro) voor de volgende 50, en zo degressief voort. Iemand die 75 hectare beschermt, kan bijvoorbeeld rekenen op 2000 dollar (1475 euro) per jaar. Elke deelnemer moet een “sociaal investeringsplan” voorleggen, waarin hij aangeeft hoe hij het geld denkt te besteden. Bij gemeenschappen en gemeenschappelijke gronden moet er gezamenlijk overlegd worden waar het geld naartoe gaat en moet ook de overlegprocedure meegedeeld worden: controle om ervoor te zorgen dat het geld de gemeenschap ten goede komt en niet één individu met de buit gaat strijken. Gemeenschappen krijgen opleidingen om aan al die criteria te kunnen voldoen.

Geld voor klimaatbeleid

Al het geld voor die premies komt uit de staatskas. Voor de eerste twee jaar trok de regering 8,5 miljoen dollar uit. Het initiatief past in Ecuadors klimaatbeleid, concreet de nationale REDD+-strategie (Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation). Door nu al een concreet model uit te werken, hoopt Ecuador in de toekomst in aanmerking te komen voor fondsen van het REDD+-programma in het kader van de VN-Klimaatconventie. De voorwaarde daarvoor is dat het gaat om bossen of natuur met een hoge ecologische waarde die echt bedreigd zijn en die zonder die financiële tegemoetkoming zouden verdwijnen. Concreet gaat het om bossen en waardevolle natuur langs wegen of waterlopen.

De financiële tegemoetkoming moet ook de armoede verlichten. Wie in de categorie van de armen valt, wordt ook gedefinieerd volgens een index van “niet voldane basisbehoeften”. Op basis van deze criteria is in kaart gebracht welke regio’s allemaal in aanmerking komen voor Socio Bosque.

Het programma heeft in 2008 een snelle start genomen en omvat momenteel een 50.000 vierkante kilometer, de overgrote meerderheid collectieve gronden. Sommige gemeenschappen halen op deze manier 35 .000 dollar (26.000 euro) per jaar binnen. Dat geld wordt gedeeltelijk geïnvesteerd in productieve activiteiten, zoals landbouw, boslandbouw, aquacultuur of ecotoerisme. Een deel van het bedrag gaat ook naar toezichters, opleidingen, het afbakenen van de gebieden, de aanleg van waterleiding, sanitair, basisgezondheidszorg, elektriciteit en schoolinfrastructuur. Individuele gezinnen besteden het bedrag voor veertig procent aan voedsel, kleding, scholing en gezondheid, slechts een kwart gaat naar productieve activiteiten als microbedrijven, ecotoerisme of boslandbouw.

Proefproject

Socio Bosque is een soort proefproject om na te gaan of monetaire stimuli kunnen helpen om natuur te beschermen en tegelijk armoede te bestrijden. Het project loopt nu vier jaar en is meermaals doorgelicht en geanalyseerd door bosbouwingenieurs, economen en ontwikkelingsdeskundigen. Uit hun onderzoek blijkt dat het programma zeker succesvol is qua geografisch bereik en betrokkenheid van gezinnen en gemeenschappen. Toch staan er heel wat hinderpalen tussen het theoretische ontwerp en de praktische uitvoering. Afgelegen gemeenschappen blijken bijzonder moeilijk bereikbaar; het is vaak ook moeilijk om te communiceren met de inheemsen en om te garanderen dat iedereen van de gemeenschap betrokken is bij het programma of weet waar het precies over gaat. Een structureel struikelblok is de voorwaarde dat er een eigendomsbewijs van de grond overgelegd moet worden. Mensen hebben dat niet altijd omdat ze er gewoon al altijd woonden. Socio Bosque kan wel een pressiemiddel zijn om korte metten te maken met die regulering. Voor vele inheemse gemeenschappen wordt het programma ervaren als van bovenuit opgelegd, met een vreemde logica en organisatiestructuur.

Andere critici stellen dan weer dat niet de ontbossing door de armen het probleem is, maar de kaalslag die de oprukkende mijnbouw en olieontginning aanrichten. ‘Als de regering echt de natuur wil beschermen, moet ze die laatste een halt toeroepen,’ vinden de inheemse gemeenschappen, die daarover vaak conflicten met de regering hebben.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.