Allemaal beesten

De Libanese oorlog brak in 1973 uit. De Libanese regeringstroepen vochten tegen de uit Palestina gevluchte PLO van Yasser Arafat. Daarnaast barstte de strijd los tussen de falangisten van Pierre Gemayel en verschillende islamitische partijen.
In die historische context beleeft Ruba haar kindertijd. Naji geraakt steeds meer gefascineerd door wapens en geweld terwijl haar moeder en grootmoeder het gezin draaiende houden. Vader Nabeel komt amper uit zijn schommelstoel en zit in een diepe depressie. Ruba vermoedt dat haar vader behekst werd door hun oude buurvrouw, maar de oorlog slaat diepere wonden dan ze zou denken. De oorlog sluipt dichterbij en de confrontaties met het geweld worden frequenter en persoonlijker. Vrienden worden vijanden en de familie van Ruba heeft meer geheimen dan het eerst lijkt.
De oorlog krijgt in deze roman een gezicht en een stem, en wel in de vorm van een tienjarig meisje. Haar denkwereld brengt het conflict van het politieke naar het menselijke. Vragen worden gesteld, oplossingen amper gegeven, maar een ding is duidelijk: de oorlog in Libanon had zoveel gezichten en protagonisten dat uiteindelijk niemand meer onderscheid kon maken tussen goed of kwaad. De rozenman uit het boek vat het geheel perfect samen in een emotionele uitbarsting tijdens een van de vele mortieraanvallen: ‘Het zijn allemaal beesten- beide partijen, alle partijen! Aan onze kant, aan hun kant, echt allemaal!’
Een meisje in het zand door Nathalie Abi-Ezzi  is uitgegeven door Artemis & co. 247 blzn. ISBN 978 90 472 0082 6.