Australië en Oost-Timor kibbelen over gaswinning
De impasse over gaswinning in de Timorzee tussen Australië en Oost-Timor kan alleen maar doorbroken worden met een open dialoog, zeggen vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in Oost-Timor.
Matt Crook . 6 mei 2010
Oost-Timor en Australië hebben in verdragen uit 2002 en 2006 afgesproken om de opbrengsten van de gaswinning uit Greater Sunrise - de naam voor de gasvelden Sunrise en Troubadour in de Timorzee - te delen. Maar voordat het zover is, moet duidelijk zijn waar het gas verwerkt moet worden tot vloeibaar aardgas (LNG) voor export.
“Er zijn drie opties”, zegt Francisco Vaconceles, programmamanager van Luta Hamutuk, een Timorese niet-gouvernementele organisatie die zich richt op economische rechtvaardigheid. “Een pijpleiding naar Oost-Timor, een leiding naar Australië of een drijvende verwerkingsfaciliteit, de eerste in zijn soort.”
Luta Hamutuk schat dat de verwerking van het aardgas Oost-Timor 14,9 miljard euro zal opleveren, los van de plaats waar het gebeurt. Mocht de verwerking echter op Oost-Timor gebeuren, dan zal dat naar schatting nog eens 5,5 miljard euro extra opleveren.
De regering van Oost-Timor, een van de armste landen ter wereld, staat erop dat het gas per pijpleiding naar Oost-Timor wordt vervoerd.
Voor de gaswinning in de Timorzee werd de Sunrise Joint Venture (JV) opgericht, en samenwerking tussen Woodside Petroleum uit Australië, ConocoPhilips, Shell en Osaka Gas. Eind april maakte Woodside bekend dat JV de voorkeur geeft aan een drijvende verwerkingsfaciliteit.
De Oost-Timorese regering stelde daarna dat uit de aankondiging van Woodside een “onacceptabele arrogantie” sprak. “Oost-Timor zal nooit akkoord gaan met een afspraak waarin niet is vastgelegd dat er een pijpleiding komt met een verwerkingsfaciliteit op Oost-Timor”, zei Afredo Pires, minister van Natuurlijke Hulpbronnen, in een verklaring.
Oost-Timor heeft ook gedreigd om Petronas uit Maleisië te benaderen voor het Sunrise project, maar de Australische minister van Energie, Martin Ferguson, zegt dat het land zich moet houden aan de al in overeenkomsten vastgelegde afspraken. Die afspraken houden onder meer in dat plannen door beide landen goedgekeurd moeten worden.
Ferguson zei ook tegen media dat de Australische regering vindt dat de verwerkingslocatie een besluit van de Sunrise Joint Venture moet zijn.
De Oost-Timorese Sunrise Task Force, die in 2008 door de regering werd opgezet, concludeerde dat een pijpleiding naar Oost-Timor levensvatbaar is, maar de Task Force publiceerde het rapport niet.
Volgens Vaconceles wordt het tijd dat Woodside en Oost-Timor hun claims onderbouwen.
“Als de regering van Oost-Timor een beter plan heeft dan Woodside, dan moet ze dat laten zien en met de Australische regering in gesprek gaan, want beide regeringen zijn eigenaar van het gebied”, zegt hij.
“Woodside heeft zijn werk gedaan, maar komt slechts met één optie en stelt dat die de beste optie is. Ze zeggen niet dat ze de mogelijkheid van een pijpleiding naar Australië of Oost-Timor onderzocht hebben, en dat een drijvende faciliteit in vergelijking daarmee nog steeds de beste optie is.”
“Er zijn drie opties”, zegt Francisco Vaconceles, programmamanager van Luta Hamutuk, een Timorese niet-gouvernementele organisatie die zich richt op economische rechtvaardigheid. “Een pijpleiding naar Oost-Timor, een leiding naar Australië of een drijvende verwerkingsfaciliteit, de eerste in zijn soort.”
Luta Hamutuk schat dat de verwerking van het aardgas Oost-Timor 14,9 miljard euro zal opleveren, los van de plaats waar het gebeurt. Mocht de verwerking echter op Oost-Timor gebeuren, dan zal dat naar schatting nog eens 5,5 miljard euro extra opleveren.
Arrogantie
De regering van Oost-Timor, een van de armste landen ter wereld, staat erop dat het gas per pijpleiding naar Oost-Timor wordt vervoerd.
Voor de gaswinning in de Timorzee werd de Sunrise Joint Venture (JV) opgericht, en samenwerking tussen Woodside Petroleum uit Australië, ConocoPhilips, Shell en Osaka Gas. Eind april maakte Woodside bekend dat JV de voorkeur geeft aan een drijvende verwerkingsfaciliteit.
De Oost-Timorese regering stelde daarna dat uit de aankondiging van Woodside een “onacceptabele arrogantie” sprak. “Oost-Timor zal nooit akkoord gaan met een afspraak waarin niet is vastgelegd dat er een pijpleiding komt met een verwerkingsfaciliteit op Oost-Timor”, zei Afredo Pires, minister van Natuurlijke Hulpbronnen, in een verklaring.
Oost-Timor heeft ook gedreigd om Petronas uit Maleisië te benaderen voor het Sunrise project, maar de Australische minister van Energie, Martin Ferguson, zegt dat het land zich moet houden aan de al in overeenkomsten vastgelegde afspraken. Die afspraken houden onder meer in dat plannen door beide landen goedgekeurd moeten worden.
Levensvatbaar
Ferguson zei ook tegen media dat de Australische regering vindt dat de verwerkingslocatie een besluit van de Sunrise Joint Venture moet zijn.
De Oost-Timorese Sunrise Task Force, die in 2008 door de regering werd opgezet, concludeerde dat een pijpleiding naar Oost-Timor levensvatbaar is, maar de Task Force publiceerde het rapport niet.
Volgens Vaconceles wordt het tijd dat Woodside en Oost-Timor hun claims onderbouwen.
“Als de regering van Oost-Timor een beter plan heeft dan Woodside, dan moet ze dat laten zien en met de Australische regering in gesprek gaan, want beide regeringen zijn eigenaar van het gebied”, zegt hij.
“Woodside heeft zijn werk gedaan, maar komt slechts met één optie en stelt dat die de beste optie is. Ze zeggen niet dat ze de mogelijkheid van een pijpleiding naar Australië of Oost-Timor onderzocht hebben, en dat een drijvende faciliteit in vergelijking daarmee nog steeds de beste optie is.”
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2836 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Analyse
-
Column
-
Nieuws
-
Interview