Guineese consumenten ruilen rijst in voor cassave

Volgens statistieken van het Nationale Agentschap voor Voedselzekerheid (SNSA), is het areaal aan cassave meer dan verdubbeld, van 58.424 hectare in 2004 tot 122.550 hectare in 2011. Vorig jaar werd 775.500 ton cassave geoogst. Cassave is daarmee na rijst het meest gegeten voedselgewas in het land geworden.

Guinee produceert zelf maar weinig rijst. Jaarlijks wordt 200.000 tot 300.000 ton geïmporteerd uit Azië. Door de stijgende kosten van deze import groeide in de afgelopen jaren de vraag naar cassave als goedkoper alternatief.

Slechte infrastructuur

Ongeveer 10 procent van alle cassave in het land – 73.000 ton – wordt geoogst in de prefectuur Kouroussa. Mamadi Condé (54) heeft een hectare van het gewas in het district Babila. “In augustus heb ik bijna 6 ton geoogst”, zegt Condé. “Daar eten we zelf van en de rest verkopen we.”

“Het gaat hier goed met de cassave”, zegt ook Makoura Camara, een cassaveverkoper op de markt van Kouroussa. “We hebben in 2010 een coöperatie opgericht om onze producten te verkopen in Conakry, de hoofdstad. Dat levert nog meer op.” Ze klaagt echter over de belabberde toestand van de wegen. Veel dorpen met een groot landbouwpotentieel zijn daardoor geïsoleerd. De bewerking van de cassave gebeurt dan ook ter plaatse.

Op het bedrijf van Condé worden vers geoogste cassaves gepeld en 24 uur in water geweekt, voordat ze enkele dagen in de zon gelegd worden om te drogen. Deze traditionele methode zorgt ervoor dat de cassave bijna een jaar bewaard kan worden zonder te bederven. Daarna kan de cassave verder bewerkt worden, bijvoorbeeld tot bloem.

Condé en andere boeren hopen op een dag een fabriek te kunnen openen om de cassave te verwerken. In de regio Faranah bestond begin jaren tachtig een fabriek die 50 ton verse cassave per dag kon verwerken, maar die overleefde niet omdat de vraag naar het gewas destijds minimaal was.