Birma: Kroniek van een aangekondigde overwinning van de generaals

Dit jaar moeten er verkiezingen komen in Birma, maar de partij van Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi neemt niet deel. Op 7 mei ontbond de Birmese militaire junta de partij. Begin oktober zullen premier Leterme en Europese Raadvoorzitter Van Rompuy de hand van de generaals moeten schudden op de Euro-Aziatische top in Brussel.
7 mei is in Birma de deadline voor de registratie van politieke partijen –een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen deelnemen aan de verkiezingen die de junta beloofd heeft voor 2010. Een datum voor de stembusgang is er nog niet, maar hardnekkige geruchten op internet houden het bij 10 oktober.
Dat levert op de Gregoriaanse kalender namelijk het numerologische geluksgetal 10-10-10 op en het is geweten dat Birmezen in het algemeen en de junta in het bijzonder erg gevoelig zijn voor de kracht van getallen. Als het gerucht klopt, zullen de generaals hun viersterrenonthaal op de achtste Asia-Europe Meeting, die in het kader van het Belgische EU-voorzitterschap plaatsvindt op 4 en 5 oktober in Brussel, zonder twijfel gebruiken als instrument om de kiescampagne van hun marionettenpartijen mee te ondersteunen.

Is dit een wet of om te huilen?


De publicatie van de electorale wetten en de daaraan verbonden periode voor registratie plaatste de grootste politieke partij van het Zuidoost-Aziatische land, de National League for Democracy (NLD), voor een verscheurende keuze: ofwel registreerde de partij zich binnen een grondwettelijk kader dat ze op geen enkele manier kan aanvaarden, ofwel moest ze de registratie principieel weigeren, wat volgens de nieuwe wetten automatisch tot de ontbinding van de partij zou leiden en dus de kansen op beïnvloeding van het machtsspel nog zou verkleinen. Na een uitgebreide en pijnlijke discussies besloot de NLD op 29 maart voor de tweede optie te gaan.
De jongeren in de NLD en het merendeel van de lokale militanten hadden op die “principiële” beslissing aangestuurd, schrijft Aung Zaw van de in Thailand gevestigde media-organisatie The Irrawaddy, terwijl de meeste leiders in het partijhoofdkwartier in Rangoon eerder voor de “pragmatische” optie waren.
Het standpunt van het partijboegbeeld en Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi deed de balans doorslaan in de principiële richting. Vanuit haar voortdurend verlengde huisarrest liet zij weten dat ze de nieuwe grondwet van 2008 niet erkent en dat zij onder de geldende wet op politieke partijen de NLD niet zou registreren, maar dat de partij haar eigen oordeel moest vellen.
De nieuwe wet op politieke partijen die begin dit jaar bekendgemaakt werd, stelt onder andere dat al wie veroordeeld is door een rechtbank, uit de partij gezet moet worden. Dat zou betekenen dat Aung San Suu Kyi en alle NLD-leiders die jaren in de gevangenis doorgebracht hebben omwille van hun strijd voor de democratie uit de partij gezet moeten worden om erkenning te krijgen onder de nieuwe regels.
De nieuwe grondwet, die de militairen na twintig jaar vergaderen en manipuleren in 2008 per referendum lieten goedkeuren, bevatte al een aantal bepalingen die het voor Aung San Suu Kyi onmogelijk maken verkozen te worden. Ze werd trouwens ook in 1990 al uitgesloten van deelname aan de verkiezingen, toen op grond van haar huwelijk met een buitenlander en haar huisarrest. Dat belette de partij destijds niet om 392 van de 485 zetels te winnen, al kon ze nooit gebruikmaken van die massale steun van het volk aangezien de militairen weigerden om het parlement samen te roepen.
Op basis van de nieuwe grondwet en electorale wetten heeft het regime nu eindelijk een officiële annulatie van de verkiezingsresultaten van 1990 uitgesproken, wat zowel Aung San Suu Kyi, de NLD als verschillende etnische partijen –die destijds deelden in de verkiezingsoverwinning– onaanvaardbaar achten.
Ten slotte reserveerde de State Peace and Development Council, zoals de junta zich tegenwoordig laat noemen, in haar nieuwe grondwet 25 procent van de parlementszetels voor militairen, waardoor het leger een effectief veto krijgt over elke poging om de grondwet te wijzigen of te amenderen: daarvoor moet immers een meerderheid van ‘meer dan 75 procent’ van de verkozenen akkoord zijn.

De hand van het buitenland


De militaire junta, geleid door de almachtige Senior Generaal Than Shwe, zet met deze uitgekiende manoeuvres haar voornaamste tegenstanders schaakmat. Dat kan de SPDC omdat ze geruggensteund wordt door een gedisciplineerd leger van zo’n 450.000 soldaten en omdat ze er in toenemende mate in geslaagd is relaties aan te knopen met relevante spelers in de internationale gemeenschap.
In 1997 werd Birma aanvaard als lid van de Association of South East Asian Nations (Asean), een regionale organisatie waar het principe van niet-inmenging in elkaars binnenlandse aangelegenheden op bijna religieuze wijze gerespecteerd wordt. Dat bleek zelfs toen de junta na de orkaan Nargis in 2008 weigerde buitenlandse –lees: westerse– hulpverleners het land binnen te laten.
Europa en de Verenigde Staten blijven met ruime tussenpauzes herhalen dat de democratie hersteld moet worden in Birma en dat Aung San Suu Kyi daarbij een centrale rol moet spelen, maar zelfs de economische sancties worden nauwelijks afgedwongen. Credit Suisse werd vorig jaar weliswaar veroordeeld tot een boete van 536 miljoen dollar omdat de bank financiële transacties deed met junta-gerelateerde bedrijven –wat ingaat tegen de sancties die opgelegd werden.
Tegelijk treedt Washington niet op tegen Chevron, net zo min als Parijs of Brussel wat ondernemen tegen Total. De twee energiereuzen opereren samen de Yadana-gaspijpleiding, waarrond heel wat mensenrechtenschendingen vastgesteld werden. Volgens de internationale ngo EarthRights International verdiende de junta sinds 2000 zo’n vijf miljard dollar aan de activiteiten van Chevron en Total. Een schijntje daarvan belandde in de staatskas, de rest werd volgens de organisatie geparkeerd op twee Singaporese banken.
Een nog belangrijkere economische steunpilaar van de SPDC is China, met tientallen bedrijven die investeren in de Birmese energie-, hout- en mijnbouwsector. De opvallende stijging van de buitenlandse investeringen in de voorbije jaren tot zowat een miljard dollar in 2008, is dan ook vooral op het conto te schrijven van China.
Op dit moment worden een olie- en een gaspijpleiding van elk meer dan duizend kilometer lengte aangelegd. De eerste zou jaarlijks meer dan twaalf miljoen ton olie uit Afrika en het Midden-Oosten naar Zuid-China moeten transporteren, de tweede heeft een jaarcapaciteit van meer dan twaalf miljard kubieke meter gas. Een Birmese ngo die gekant is tegen het project, de Shwe Gas Movement, schat de jaarlijkse opbrengst van de pijpleidingen eenmaal ze beide operationeel zijn op zo’n 29 miljard dollar.
En zo lang de militairen aan de macht zijn, vreest de SGM dat die fortuinen dezelfde bestemming krijgen als de huidige Chevron-Total miljarden: buitenlandse bankrekeningen die de continuïteit van de repressieve status-quo in Birma verzekeren.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.