Gie Goris was van december 1990 tot september 2020 voltijds actief in de mondiale journalistiek, eerst als hoofdredacteur van Wereldwijd (1990-2002), daarna als hoofdredacteur van MO* (2003-juli 20
Het orakel spreekt
Naomi Klein maakte brokken met No Logo, het boek waarin ze de neoliberale globalisering beschreef vanuit het perspectief van het merkenkapitalisme. Dat het verschijnen van dat boek en de doorbraak van de anderglobaliseringsbeweging op mondiale en westerse fora zowat samenvielen, versterkten de impact van Klein’s analyse en haar reputatie als een van de jonge denkers uit die nieuwe beweging.
Gie Goris . 31 oktober 2007
Zeven jaar later gooit Naomi Klein met De shockdoctrine een nieuw, vuistdik, boek op de markt. Het merkenkapitalisme is ingeruild voor het rampenkapitalisme; de focus op de gevolgen van de globalisering wordt vervangen door een zoektocht naar de feitelijke bronnen en aangewende methodes van die globalisering. De jaren van onderzoek en betrokken journalistiek leveren een schokkend, maar uitstekend geschreven boek op dat -veel meer dan No Logo- het predikaat Das Kapital voor andersglobalisten verdient.
De kritiek van Naomi Klein richt zich vooral op de economische theorie van Chicago School of Economics professor Milton Friedman, de man achter Reagonomics en Tatcher’s There is No Alternative, de man en de school ook die de economische ideeën leverden voor Pinochet en de andere dictaturen van Latijns-Amerika.
Op de eerste plaats gaat het natuurlijk over de inhoud van die theorie -een radicaal pleidooi voor laissez-faire kapitalisme waarin de rol van de staat gereduceerd wordt tot zelfdestructie. Friedman stelde echter snel vast dat dergelijke radicale ideeën niet door te voeren zijn in een functionerende democratie, waarop hij antwoordde met de idee van een shocktherapie. Die politiek werd volgens Klein gemodelleerd naar pschychologische experimenten uit de jaren vijftig waarbij de geest van pyschische patiënten door elektroshocks en andere extreme methodes “schoongemaakt” werd, zodat de behandelende geneesheer er aangepast gedrag op kon inschrijven.
Dat laatste is nooit gelukt, en het blijkt ook in de wereld van economisch beleid minder makkelijk dan de economen blijven geloven. Het eerste deel van de shocktherapie -het vernietigen van de opgebouwde kennnis en gedragingen- kan wél bereikt worden, ook op maatschappelijk vlak.
De voorbeelden die Klein uitwerkt variëren van Pinochet’s Chili over post-communistisch China en Rusland, post-Apartheid Zuid-Afrika, post-Tsunami Azië en post-Katrina New-Orleans tot het voortdurende destructieproces in Irak. De auteur schudt daarbij geen gratuite opinies uit de mouw, ze baseert haar opiniërende analyse op interne bronnen, rapporten en interviews.
In het laatste hoofdstuk benadrukt Naomi Klein dat de houdbaarheidsdatum van een maatschappelijk shockeffect niet eeuwig is. Ze lijkt daarmee uit te komen bij een vaststelling die collega John Vandaele ook doet in De stille dood van het neoliberalisme. Dé grote vraag voor Klein en haar collega-andersglobalisten is dan ook hoe ze de vrijgekomen ideologische ruimte gaan invullen. Want ook deze historische opportuniteit is niet van eeuwige duur.
De shockdoctrine. De opkomst van rampenkapitalisme door Naomi Klein is uitgegeven door De Geus. 669 blzn. ISBN 978 90 445 0918 2
De kritiek van Naomi Klein richt zich vooral op de economische theorie van Chicago School of Economics professor Milton Friedman, de man achter Reagonomics en Tatcher’s There is No Alternative, de man en de school ook die de economische ideeën leverden voor Pinochet en de andere dictaturen van Latijns-Amerika.
Op de eerste plaats gaat het natuurlijk over de inhoud van die theorie -een radicaal pleidooi voor laissez-faire kapitalisme waarin de rol van de staat gereduceerd wordt tot zelfdestructie. Friedman stelde echter snel vast dat dergelijke radicale ideeën niet door te voeren zijn in een functionerende democratie, waarop hij antwoordde met de idee van een shocktherapie. Die politiek werd volgens Klein gemodelleerd naar pschychologische experimenten uit de jaren vijftig waarbij de geest van pyschische patiënten door elektroshocks en andere extreme methodes “schoongemaakt” werd, zodat de behandelende geneesheer er aangepast gedrag op kon inschrijven.
Dat laatste is nooit gelukt, en het blijkt ook in de wereld van economisch beleid minder makkelijk dan de economen blijven geloven. Het eerste deel van de shocktherapie -het vernietigen van de opgebouwde kennnis en gedragingen- kan wél bereikt worden, ook op maatschappelijk vlak.
De voorbeelden die Klein uitwerkt variëren van Pinochet’s Chili over post-communistisch China en Rusland, post-Apartheid Zuid-Afrika, post-Tsunami Azië en post-Katrina New-Orleans tot het voortdurende destructieproces in Irak. De auteur schudt daarbij geen gratuite opinies uit de mouw, ze baseert haar opiniërende analyse op interne bronnen, rapporten en interviews.
In het laatste hoofdstuk benadrukt Naomi Klein dat de houdbaarheidsdatum van een maatschappelijk shockeffect niet eeuwig is. Ze lijkt daarmee uit te komen bij een vaststelling die collega John Vandaele ook doet in De stille dood van het neoliberalisme. Dé grote vraag voor Klein en haar collega-andersglobalisten is dan ook hoe ze de vrijgekomen ideologische ruimte gaan invullen. Want ook deze historische opportuniteit is niet van eeuwige duur.
De shockdoctrine. De opkomst van rampenkapitalisme door Naomi Klein is uitgegeven door De Geus. 669 blzn. ISBN 978 90 445 0918 2
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2781 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Column
-
Interview
-
Nieuws
-
Column
-
Opinie
-
Nieuws