'Het leven is complex, godzijdank'

‘De prinses van het proza’, noemt het Indiase blad ‘Indian Today’ haar. In een minimum van tijd werd Arundathi Roy wereldberoemd , dankzij haar debuutroman ‘De God van Kleine Dingen’. Sinds de toekenning van de Booker Prize is die faam wereldwijd en wordt ze ook opgevoerd als de belichaming van een Aziatisch cultureel reveil.
Over belichamen gesproken, een groot deel van de media-aandacht in Europa heeft zich de afgelopen maanden gericht op het lichaam van de schrijfster: hoe mooi en aantrekkelijk ze wel is, hoe prachtig gekleed ook. Roy probeert sereen te blijven bij het overrompelende succes. ‘Ik wil me vooral niet verplicht voelen de rest van mijn leven schrijvend door te brengen.’ Wereldwijd had een gesprek met de Indiase schrijfster over haar ideeën en ervaringen, over de complexiteit van het leven en over de Kleine Dingen die van elk van ons Grote Mensen maken.

U bent architect van opleiding en schreef vroeger het scenario voor twee films. Wat bracht u ertoe een boek te schrijven?

Ik wilde dingen ter sprake te brengen die ik niet kon tonen op een scherm. Film is een zeer beperkt medium. Indien ‘De God van Kleine Dingen’ een film geweest was, dan zou die het verhaal brengen over de gebeurtenissen. Het boek gaat daar niet over, maar wel over de weerslag van de gebeurtenissen op het leven van de mensen. Het verhaal heeft een sterke verhaallijn, maar die plot draait rond de gevoelens van de personages.

In het boek worden de levens van hoofd- en nevenpersonages bepaald door één, weliswaar tragische gebeurtenis. Wordt het leven dan bepaald door een onafwendbaar lot?

Het bestaan op zich is niet tragisch. Als er iets gruwelijks gebeurt, heeft dat echter wel zijn weerslag op het leven van de betrokkenen. Ik heb helemaal geen sombere kijk op het leven. Er is geen enkele passage in het boek, waarin slechts één enkele emotie speelt. Het leven toont zich immers ook steeds in meerdere facetten. Als er droefheid is, is er ook vreugde. Als alles donker is, zijn er ergens nog lichtjes. Een mens valt nooit helemaal samen met één gevoel. Zelfs op een gegeven moment weet je dat er, naast de alles overweldigende emotie, ook nog en tegelijk het tegengestelde gevoel bestaat. Die complexiteit van de dingen is voor mij essentieel. Zo zie ik het leven: permanent in beweging. Op en neer en binnen en buiten. In bed liggen en op je hoofd staan. Rusten en lopen.

Godsdienst, geschiedenis en politieke ideologieën lijken in het boek de grote maatschappelijke kaders waarin mensen gevangen zitten. Die niet alleen bepalen wat en hoe je moet denken, maar ook van wie je mag houden, hoe en hoeveel.

Die ideeënkaders bepalen inderdaad ons bestaan, maar we zijn evengoed begrensd door onze biologische gegevenheid. Wij zijn fundamenteel biologisch bepaald en daaraan ontkomen we niet. Maar met die biologische gegevens kunnen mensen wel veel verschillende kanten uit. Mensen kunnen hun specifieke kenmerken gebruiken om verschillen te benadrukken en in verdeeldheid te leven; om oorlog te voeren vanwege de bedreiging die uitgaat van de verschillen. Maar evengoed kunnen mensen diezelfde kenmerken gebruiken om elkaar lief te hebben over de verschillen heen. Altijd opnieuw hebben mensen ideologieën ontworpen en altijd zijn er mensen geweest om die te bestrijden. Wij allemaal, alle samenlevingen, maken deel uit van dit spel.

Het probleem wordt niet gevormd door de ideologieën zelf. Als je het marxisme of het socialisme in hun zuivere vorm bekijkt, ontdek je prachtige en noodzakelijke elementen. Ik zie om me heen in India de effecten van de economische globalisering. Ik zie hoe de armen almaar armer worden. In Kerala -de Indiase deelstaat met het hoogste aantal christenen en met een jarenlange traditie van communistisch bestuur- hebben de communisten in het verleden een lovenswaardige politiek gevoerd om iets aan de situatie van de armen te verhelpen, op het vlak van vorming en onderwijs bijvoorbeeld. Maar ze waren evengoed opportunistisch. De waarde van een bepaalde ideeënleer hangt heel vaak samen met de concrete personen. Meestal gaat het niet om de theorie op zich. Bij de toepassing ervan in de praktijk loopt het fout, omdat de werkelijkheid een complex geheel van krachten is. Vaak proberen gesloten denkschema’s, ook religies, ons te beschermen tegen de donkere kant van de menselijke natuur. Die donkere krachten zitten echter onmiskenbaar in ons.

Om daaraan het hoofd te bieden, hebben mensen behoefte aan God. Uw ‘God van de Kleine Dingen’ is echter een kasteloze man die te goed en te zacht is voor deze wereld. Geen bovennatuurlijke God dus.

Ik behoor niet tot een bepaalde religie. Ik bid niet tot een bepaalde god. Ik heb er ook geen behoefte aan om te schuilen in een door anderen goed afgelijnd gedachtegoed, of het nu christendom, boeddhisme of islam is. Ik zie wel dat mensen een god nodig hebben. Soms is dat een gemeenschappelijke god die komt uit een lange traditie, soms een persoonlijke en zeer specifieke, eigen invulling van god. Ik denk wel veel na over de dingen waarmee ik bezig ben, overweeg wat goed en slecht is en maak van daaruit bepaalde keuzes. Misschien is dat een vorm van religie. Ik denk niet dat het nodig is in een bepaald opperwezen te geloven. Wél in een gemeenschappelijke gedragscode, een ethiek. Ik weet dat ik met dit aanvoelen van de werkelijkheid niet alleen sta. Ik heb mensen om me heen met wie ik een sterke geestesverwantschap heb. Het succes van het boek is wellicht ook een bewijs dat velen zich in mijn aanvoelen herkennen. Mijn geloof is eerder een geloof in de menselijkheid. Ik geloof in de mens zelf. Ook al is die in staat tot onnoemelijke wreedheden, hij draagt ook de mogelijkheid in zich om intens lief te hebben. Om aan die donkere zijde te ontkomen zie ik maar één manier: laat ons zorgzaam omgaan met elkaar. Maak elkaar niet kapot. Breek de ander niet. Wees voorzichtig met het leven.

Moeten we de zin van het leven dan zoeken in de Kleine Dingen?

Het enige dat we in de hand kunnen houden en waarvoor we zorg kunnen dragen, zijn de kleine dingen. Zelfs het meest onbeduidende schepsel is het waard om verzorgd te worden. Je kan regels opstellen voor een samenleving, maar je kan nooit waarborgen dat die nageleefd worden. Niemand is immers perfect, niemand slaagt erin volledig consequent te leven. De wereld zit nu eenmaal vol tegenstrijdigheden en onvolmaaktheden. Uiteindelijk is het enige wat je als persoon kan doen, waken over het kleine dat binnen je bereik ligt. Zelfs in die kleine dingen kan je de controle over jezelf verliezen. Een mens is in staat om grenzeloos lief te hebben, maar evengoed om gruwelijk brutaal te zijn. De werkelijke gruwel van brutaliteit kan je echter maar begrijpen wanneer iets of iemand die je lief hebt gehad, verbrijzeld en vernield wordt. Je kan naar het nieuws kijken en onder de indruk geraken van de gruwelijke genocide in Rwanda, maar dat gevoel beklijft niet. Dat wordt helemaal anders voor mensen die een stuk leven en een brok liefde gedeeld hebben met het verscheurde land of met de gedecimeerde bevolking. Brutaliteit wordt tragisch wanneer er iets kapot wordt gemaakt waarvan je intens hebt gehouden. Zo’n ervaring breekt je en geeft een andere wending aan je leven. Het kleurt je kijk op de wereld.

Uw boek eindigt met een liefdesscène. Niet het beeld van De Verschrikking maar van De Liefde blijft hangen.

Dat was voor mij essentieel. Had ik eenvoudig de verhaallijn gevolgd, dan zou de tragische afloop op het einde komen. Maar de manier waarop je een verhaal vertelt, kan het geheel een andere kleur en een ander perspectief geven. De structuur van het verhaal saboteert eigenlijk het verhaal zelf. Het verhaal gaat over de vreselijke consequenties van een verboden liefde. Maar ik geef het de kleur van het feit dat die onmogelijke liefde toch plaatsvond en dat het bovendien een ontzettend mooie liefde was.

Natuurlijk verdoezelt dat niet het gegeven dat mensen gebroken worden indien ze de opgelegde regels overschrijden. Het enige dat op zo’n moment helpt om verder te leven, is

het besef dat het er niet toe doet. In het geheel van de kosmos en van de mensheid is elke mens, ook mijn bestaan verschrikkelijk relatief. Wie ligt er wakker van mijn ongeluk? Of wat doet het succes van dit boek ertoe? Het is natuurlijk leuk voor mij, maar wie ben ik? Er zijn vijf miljard mensen op deze aarde. Alles is zo relatief. Sommige mensen vinden dat een beangstigende gedachte. Mij geeft dat besef echter een ontzettend gevoel van ontspanning. Je mag loslaten. Je hoeft niet per se te scoren.

Toch is het schrijven van een boek een uiting van grote ambitie, niet?

Het was eerder een vorm van langdurige meditatie. Vier en een half jaar heb ik eraan gewerkt. Al die tijd heb ik in relatieve afzondering doorgebracht. Ik wist vooraf niet precies hoe het boek zich zou ontwikkelen. Het was voor mij als een brief aan de wereld, zonder heel precies te weten wat ik de wereld wilde vertellen. Ik wilde vooral iets zeggen over de complexiteit van de werkelijkheid. Het boek bevat geen boodschap maar wel een bepaalde kijk op de wereld, op de realiteit die ik gekend heb: de wereld van kleine dingen, de microkosmos van Kerala met zijn vissers, zon en insecten, met de geuren van water en kruiden en met de gewone dingen des levens. Ik schrijf over de wereld die ik liefheb.

Je kan je nooit verbergen als schrijver. Dat is zo wonderlijk aan schrijven. Als je naar mij op zoek bent, vind je me hier, in mijn boek. Meer nog dan in dit gesprek. Ik ben uiteraard blij met de publicatie van het boek, maar tegelijk heb ik het gevoel mij helemaal bloot te geven. Ik ben gelukkig met het succes, maar het boek zegt ook iets over de droefheid die ik in mij draag.

Is ‘De God van Kleine Dingen’ autobiografisch?

Niet helemaal. De emotionele context is autobiografisch. Ik ben opgegroeid in Kerala en herinner me hoe ik als kind alle details, geuren, kleuren en geluiden van die wereld ervaren heb. In die zin denk ik dat het boek ‘autobiografisch’ is voor vele mensen die terugdenken aan hun kinderjaren. De tragische gebeurtenis -De Verschrikking- is mij niet echt overkomen. Ik ben wel in dat dorp opgegroeid. Mijn moeder was een gescheiden vrouw die door de gemeenschap werd geïsoleerd. Wij waren kinderen die ongewenst en onbemind waren. In die zin is het boek autobiografisch.

In India gebeuren er vreselijke dingen in gezinnen, met kinderen. Er is zoveel onrecht en lijden. Wat ik wil zeggen is: open je ogen en zie wat er om je heen gebeurt. Als kind ervaar je die werkelijkheid op een aparte manier. Je leeft aan de rand van de gemeenschap, in plaats van in het centrum. De gemeenschap biedt niet altijd de bescherming en de veiligheid die ze zou moeten bieden. Als kind zie je dat gebeuren en je vraagt je af waarom dat zo is. Je probeert te achterhalen waarom dat zo werkt.

De manier waarop u de wereld bekijkt door de ogen van twee kinderen is zeer opvallend. Voelt u zich als een kind of als een volwassene?

De mensen die me het meest angst aanjagen zijn zij die het kind in zich volledig uitgebannen hebben, die elk spoor daarvan uitgewist hebben. Bij sommige mensen vraag je je af of zij ooit kind geweest zijn. Of zij zich nog de periode herinneren toen zij niet alles al wisten. Wie als kind niet de geborgenheid kent die je nodig hebt, wordt al snel een volwassen kind. Je probeert voorbereid te zijn op alle listen waarmee de wereld je in de val kan lokken. Als volwassene, word je dan een kinderlijke volwassene en dat geeft misschien een aparte kijk op de werkelijkheid. In die zin ben ik kind gebleven, denk ik

U blijft, ongeacht alle internationale erkenning, een overtuigde Indiase. Dat is niet zo evident.

De meeste Indiase schrijvers verlaten het land wanneer ze internationaal beroemd worden. Heel wat mensen hebben me ook al gevraagd wanneer ik van zin ben te vertrekken. Ik heb bovendien een erg rebels imago in India. Mijn voorkomen en mijn leven stroken niet met wat men traditioneel van een Indiase vrouw verwacht. Toch kan ik het me niet voorstellen om buiten India te leven. Ik maak deel uit van die traditie. Ik behoor haar toe en zij behoort mij toe. Ik waardeer een groot deel van de cultuur waarin ik opgroeide. Maar doordat ik er deel van uitmaak, heb ik ook het recht op sommige vlakken ermee te breken. Er zijn elementen die ik haat en die ik weiger. Er zijn bijvoorbeeld zoveel vrouwen in India die het slachtoffer worden van de tradities. Als vrouw moet je daartegen vechten, je ervan losmaken. Ik wil niet met een man getrouwd zijn die mij als zijn bezit beschouwt en me gebruikt.

Verbondenheid houden en afstand nemen. U blijft tegengestelde ervaringen in één adem noemen.

Niets of niemand zal me het besef van de uiteindelijke inconsequenties in elke mens kunnen afnemen. Het diepe besef van gebrokenheid. Succes komt en gaat. Ik klamp mij nu niet vast aan het idee wereldberoemd te zijn. Ik wil niet leven met de verwachtingen van anderen om opnieuw zo’n werk te schrijven. Het leuke in het leven is juist dat de toekomst open ligt. Misschien is mijn volgende werk een gebouw. Ik weet het niet. Ik geloof niet echt in een bepaald beroep. Ik geloof in heelheid. Je schrijft een boek, wanneer dat zich opdringt. Je maakt een film, wanneer je voelt dat je dat moet doen. Je bouwt een huis, wanneer je dat wordt ingegeven. Ik wil ruimte om heel uiteenlopende dingen doen. Een mens draagt zoveel verschillende dimensies in zich die we kansen moeten geven. Wat je ook doet, het maakt niet uit wat, maar doe het op een integere manier. Als je het van binnenuit laat komen, zal het goed zijn. Dan is je werk vruchtbaar.

Wat betekent heelheid voor u?

Mijn moeder schreef me eens een brief, waarin ze vertelde dat ze mij zag als iemand die gebukt ging onder de bezorgdheid om mijn geluk te beschermen. Dat heeft me aan het denken gezet over wat me echt gelukkig maakt. De meeste mensen weten dat niet en vullen dat in met clichés zoals succes of geld of roem. Maar dat is niet wat echt gelukkig maakt. Ik word niet elke morgen wakker met het gelukzalige gevoel nu een beroemd schrijfster te zijn. De bronnen waaruit het echte geluk opborrelt, zijn onvoorspelbaar. Het komt erop aan ervoor open te staan. De vinger aan de pols te houden om goed te voelen wat echt is en wat niet. En dan keuzes te maken.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.